Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Fawnieepawniee want to be friendss <3

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Kyanos

Kyanos
VIP

Met krachtige passen stapte hij voort, spieren rolden onder zijn dunne vacht waar langzaam een klein laagje zweet gevormd werd. Het was hier op een aparte manier warm, door de geisers die hier verzameld stonden. Zijn staart sloeg een aantal keer heen en weer op het ritme van zijn stap. Zijn manen plakte licht aan zijn hals. Hij droeg zijn hoofd op een dominante hoogte hoewel hij dit niet persé ook meteen uitstraalde. Zijn oren waren plat tegen zijn schedel gedrukt, je had sommige paarden die bij zijn houding meteen zoiets had van tjoh weer een standaard slecht paard. En hoewel hij zelf wíst dat hij dat niet was, was het wel de standaard houding. Maar liever anderen van te voren afschrikken als dat ze een lul verhaal tegen je begonnen. Hij snoof even waarna hij het voelde rommelen onder zijn hoeven. Met een snelle blik keek hij van links naar rechts zag de opening waaruit het kokend hete water zou komen en zette een vlotte draf in. Op een flinke afstand bleef hij staan en draaide hij zich naar de geiser toe die ieder moment kon uitbarsten. En toch met iets van bewondering bleef hij toe staan kijken, het kokende water had hem kunnen doden, of minstens zeer ernstig verbranden in de trant van zijn hele huid weg. Hij kromde zijn hals wat en bewoog zijn neus richting zijn borst. Het wilde water spoot omhoog met een ongelovelijke kracht tot minstens 15 meter hoogte. Waarna het zijn weg weer naar beneden zocht, diverse spetters vlogen alle kanten op en belandde zo toch ook op hem. Hoewel het bloedheet was zodra het de grond uitspoot was het nu aangenaam tot lauw. Zijn oren richtte zich kort op, vingen een geluid op. En hij draaide zijn hoofd in de richting van waar het vandaan kwam. Even snoof hij, prettig weer bezoek. Al gauw na het geluid drong ook een geur zijn neus binnen, een bekende geur werd meegedragen. Die van de Horcrux dus het moest een kudde lid wezen, even keek hij om zich heen maar zag nog niks of niemand. Hij was benieuwd welk lid, hij vond diverse niet waardig genoeg om leden te zijn maar daar had hij jammerlijk genoeg niks over te zeggen. En nu die nieuwe leidster, hij moest hem niet dat was duidelijk en dat had hij Kya ook duidelijk genoeg laten merken. Hij moest zich maar bewijzen, simpelweg de kudde overnemen ging er bij hem niet in. En ook dat slappe gedoe waarom hij was overgestapt naar de neutrale kant. Hij schudde licht met zijn hoofd, kort kwamen zijn manen los van zijn hals om erna er weer tegen aan te vallen. In de verte werd een gestalte zichtbaar duidelijk het lid dat zijn kant op kwam. Hij stak zijn neus iets omhoog, niet als een idioot maar gewoon om de geur goed in zich te prenten. En al snel zakte hij weer tot normale hoogte.

[bleeeh xD voor you Fawniee Very Happy ]
37. de Geisers.

Fawn

Fawn

De zon was nergens te bekennen, liet de sombere grijstint de hemel sieren. In de koude bossen was het stil. De enige geluiden en bewegingen kwamen van twee donkere schimmen.
Warme straaltjes gleden langzaam langs haar kin naar beneden, dropen als een dikke vloeistof naar beneden om uiteindelijk op de donkere, vochtige aarde uiteen te spatten. Zwarte manen kleefden als knoperige sprieten tegen haar hals aan door de regen van eerder die dag. Haar benen bewogen; tilde ze hoog op om over de levenloze schim heen te stappen. Liep vervolgens door zonder achterom te kijken terwijl de levende gouden fonkeling langzaam doofde, de glimlachende trek rond haar lippen weeral uiteenviel tot een nietszeggende lijn.

Diepzinnig gleed de dikke roze tong heen en weer langs een stel lippen. Bleven langer hangen op de gladde huid van het litteken wat zich er al jaren nestelde. Glibberde er uit gewoonte nog enkele keren extra langs. De gele ogen van de merrie stonden duf, slaperig bijna. In hevig contrast met de tong die een eigen leventje leek te leiden en daar duidelijk lol in had. Het verhaal achter het litteken was echter alles behalve interessant. Wellicht was dat de reden dat haar ogen zo ongeïnteresseerd uit hun kassen keken; juist omdát ze erover nadacht, per ongeluk, en zichzelf nu met die gedachtes verveelde. Een bijna gepijnigde zucht ontging haar keel terwijl ze haar tong wederom verdoofde en terug haar mond in trok. Tenslotte leefde ze enkel voor één enkele reden. Simpelweg de lust voor bloed, angst en de leed van haar slachtoffer.
Onbewust werden haar passen gestaakt. Haar mondhoeken krulden zich op. In haar goudgele ogen ontstaken een onnatuurlijke gouden glans. Enkel de gedachtes, herinneringen, emoties... waren genoeg. Het enige wat ze ervoor hoefde te doen was ervoor zorgen dat er iets wás om over na te denken, te herinneren, te voelen. De ervaring. Zodra deze echter wegstierven hield de pret op, kregen haar ogen hun peilloze blik terug en vervolgden de merrie haar ongedestineerde stappen.
Ineens keek ze op, werd plots overspoeld door een deken van warmte. Dat op zich was nog niet vreemd, maar aangezien ze nu door koud sneeuwlandschap dwaalde zette dat haar gedachte kronkel aan het werk. De kop van de merrie draaide zich vaagjes om, zagen in de verte wat er de oorzaak was geweest: Enkele Geisers waren net bezig hun ego op te poetsen door uit te zoeken welke het hoogst kon spuiten. Of in ieder geval, zo zag het eruit.
De passen van de ravenzwarte merrie keerden zich, zette nu koerst richting de oversized sproei-installaties. Niet per se om de fonteinen te bewonderen, maar voor dennengeur, vermengd met het aroma van de Horcrux. Waarschijnlijk meegenomen door de zwarte, verdachte schim die zich er vlakbij bevond. Met alles behalve een gehaaste snelheid verminderde geleidelijk aan de afstand tussen haar en de hengst. Hij had haar duidelijk al opgemerkt. Iets wat één mondhoek ietwat deed opkrullen onder de peilloze gouden ogen. Een blik waarmee ze de tijd nam heel zijn lichaam mee te inspecteren om daarna uiteindelijk bij zijn donkere ogen te eindigen. Geleidelijk aan kropen de mondhoeken van de merrie op, vormde een glimlach. ‘Áh, als dat het verse aroma van de Horcrux niet is,...’ De zuiver gevormde melodie ontsnapte langs haar tong over haar lippen, stond zoals altijd in hevig contrast met haar binnenste. Iets wat niet iedereen altijd in één keer had weten op te merken, ‘...Zwaa~ntje.’ Wederom gleden de ogen van de merrie weg van de hengst, verloren hun interesse. ‘Nog een geliefde fan van Satan.’ Tenslotte was het allemaal hetzelfde liedje. Leden zeiden dat ze niet eens waren met de wisseling van de leiderschapsfunctie, maar er iets aan doen. Nee, daar waren ze te tam voor. En voor je het wist liep de hele bende er achteraan als slaafse biggetjes op weg naar de slacht. Vanuit haar ooghoek merkte ze de ietwat veranderde houding van de hengst op, wende haar peilloze gouden ogen weeral naar hem toe. ‘Of... niet?’ Een Geiser verder bij hun vandaan liet in één keer zijn gloeiendhete water ontsnappen. Deed haar laatste woorden in het hevige gesuis half wegvallen.


37. Geisers~ c:

Kyanos

Kyanos
VIP

De geur werd sterker en de gestalte werd nu echt een paard, het was Fawn. De enigste merrie die hij kon hebben die in de kudde zat. De rest hobbelde maar wat achter Satan aan, gooide hun vertrouwen maar meteen in de hengst. Hij snoof even geirriteerd, hij ging de kudde uit. Hij was er zeker van, maar niet zomaar. Een vals grijnsje bespeelde zijn lippen, de hengst zou niet zomaar van hem af zijn. Sowieso was hij benieuwd naar de reactie van de hengst hoe hij op hem had gereageerd, maar het schoot nog niet echt op. Nogmaals spoten de geisers hun bloedhete water uit, hij stond op veilige afstand ervan want om nou onder de brandplekken te zitten was niet echt iets wat hij in zijn hoofd had. Zijn staart gleed kalm heen en weer over zijn achterbenen. Sloeg zo af en toe eens een vlieg weg die het aandurfde op zijn lijf te landen. Toen de merrie dichtbij genoeg was om haar blik te vangen waren de goudgele ogen het eerste wat opviel, ze staken af naast de pikzwarte vacht die ze bezat. Maar de peilloze blik had wat, normaal spraken ogen overduidelijk maar vele ‘slechte’ paarden deden alles om geen emotie te tonen in hun blik. Ook zijn mondhoeken wisten zich op te krullen naar een glimlach en zijn zwarte ogen stonden strak gericht op de hare. De merrie sprak op haar gebruikelijk maar aparte toon. Hmm het aroma van de kudde kon hij het niet noemen, jammer genoeg wisten alle anderen meteen wanneer je in een kudde zat. Even liet hij zijn blik over de omgeving glijden vervolgens over hij lijf van de merrie en terug naar haar ogen. Het kenmerkende zwaaantje kon niet achterblijven en wist een kleine grinnik op te wekken. Dat hij ervan hield om te moorden, het laatste leven uit die zwakke goedzakjes te halen betekende niet dat hij niet kon lachen of emoties had. Hij toonde ze simpelwel amper tot nooit. En je moest het goed bij hem hebben zitten mocht je zelfs die kleine grinnik er maar uit zou krijgen. De volgende woorden irriteerden hem, een geliefde van Satan, nee dat zeker niet hij walgde van die hengst. “ Ja mn mattie natuurlijk “ sprak hij sarcastisch. Vlak erna had de merrie nog ‘of.. Niet ‘ gesproken. Misschien zaten ze toch meer op een lijn als ze beiden dachten. Beiden hadden ze hun ogen even afgewend op hetzelfde moment weer op elkaar gericht. Haar goud gele ogen vielen enorm op en zo ook nu weer. Opnieuw spoot een geiser zijn bloedhete water uit de harde aarde. Maar het leek allemaal een beetje op de achtergrond te vallen, niet dat het gesprek zo geweldig goed was. “ Persoonlijk.. Het is een waardeloze leider, niet voor niets al eerder een kudde verloren en ook nog eens zijn zogenoemde ‘soort’ verraden voor die slappe misselijk makende mormels “ hij spuwde de woorden eruit, hij was totaal geen prater en voor Satan had hij geen goed woord over. “ deze kudde zal niet veel langer degene zijn waartoe ‘Ík’ behoor “ sprak hij er al een stuk kalmer achteraan.

[ Baggéerrr vergeleken met de jouwe XD ]

Fawn

Fawn

Droogjes liet ze haar nietszeggende blik op hem rusten. Haar denkbeeldige wenkbrauwen een aantal millimeter omhoog geschoven. Haha. Wat was hij toch grappig. Matties, éhj? Geweldig voor hem. ... Wacht. Dat was sarcastisch. Terwijl hij doorratelde over zijn afkeer tegen Satan, pulkte zijzelf met haar tong in de holtes van haar tanden. De half vergane smaken hingen nog lichtjes in haar mond. Langzaam draaide haar blik onbewust naar een spuitende geiser ergens in de verte, maar niet té erg in de verte. Haar blik ongeïnteresseerd op het glinsterende water gericht, proberend haar etensresten ertussen uit te pulken waardoor er zich meerdere malen een vreemde bult in haar wang vormde. Links, rechts, links en toen weer rechts een spontane tumor. ‘Berkenshors... paardenbloem... madeliefjes... darm... ’ Áh, darm was zó heerlijk om op te kauwen. Zo sáppig. Magnifiek. Helaas was het meestal wel even graafwerk. Op de achtergrond weerklonk de stem van haar mede-kuddegenoot terwijl ze de inhoud van haar mond uitgebreid scande. Ineens keek ze op. Kon zich enkel herinneren dat hij het woord ‘kudde’ had gezegd. Met haar mond half open en haar tong op een spastische, geoefende manier gedraaid keek ze om. In haar diepe, gouden ogen haar interesse in zijn laatste woorden weerspiegelend. ‘Oh, zei je wat?’ Ze was... geïnteresseerd. Alhoewel ze niet precies meer wist wáárin. Had hij nou zojuist iets belángrijks gezegd? ‘Zou je...’ Arg, ze haatte het hem dit te moeten vragen. ‘Zou je dat nog een keer.. willen zeggen?’ Één wenkbrauw steeg op terwijl ze haar ogen dieper in die van hem boorde. Wat ze dacht te hebben gehoord zou simpelweg zó goed uitkomen. Heel haar plan leek ineens zó realistischer. Zo veel dichterbij dan het eerst was.
Ja... Ja. Ze had gelijk. Haar gedachten klopte. Klopte... Het klópte. De merrie trok haar kop terug. Keek hem aan. Haar gouden ogen lichtjes fonkelend terwijl haar mondhoeken lángzaam omkrulde. Verder en verder. Weer draaide haar blik naar iets denkbeeldigs in de verte. Haar pisgele ogen duidelijk tevreden terwijl ze haar toekomstdroom tegemoet keek. De beelden van haar perfecte wereld als een film voor haar ogen zag draaien. Dit moést een teken zijn. Nu grijnzend en haar ogen gevuld met een typische onheilspelende glinstering kwamen haar benen in beweging. ‘Kanoyas,’ Kwam er verheugd uit terwijl ze langs hem heen wandelde. ‘Even ter verduidelijking; Jij bent niet trouw aan Satan.’ De tevredenheid die ze ergens diep in haar voelde vloeide mee met de woorden die ze woorden die over haar lippen rolde. Een bijna tedere glimlach speelde rond haar lippen terwijl ze haar ogen, nu gevuld met emotie, in die van hem boorden. ‘Begrijpelijk. Tenslotte zou zelfs een tongloze ezel beter bestand zijn tegen de wilskracht van de duisternis dan Satan ooit zou zijn.’ De klanken echode na in haar hoofd, liet een stilte volgen. Met haar kop naast die van hem hield ze halt, vormde fluisterende woorden met haar getekende lippen. Woorden die ondanks de zachte, fluisterende omlijning een duidelijkere diepe kracht van inhoud hadden. ‘Wens je me te helpen? Wens je me te helpen in mijn zoektocht naar vermaak, smart, bloed en leed? Jij bent geschapen voor macht. Net als ik. Puur als de oneindige zwarte diepte in het heelal. Jij, ik en andere die de waardigheid hebben zich tot volgeling te benoemen. Vergeet het verleden waarin je je tijd verdeed bij Satan. De toekomst glimlacht ons tegemoet. Sluit je je bij mij aan? Help je me mee met mijn zoektocht. Mijn zoektocht naar Glorie?’
Ze draaide om, haar glimlach was verdwenen. Enkel de hoop was er nog. De hoop die weerspiegelde in haar iets minder peilloze gouden ogen die vastgeketend leken aan die van hem.


Damn ik vermaak me echt met Fawn. Fawnieepawniee want to be friendss <3 11631

Kyanos

Kyanos
VIP

De vreemde merrie tegenover hem werd alleen nog maar vreemder, haar houding en de peilloze blik in haar ogen was totaal niet in te schatten iets waar hij een gruwelijke hekel aan had. Het feit dat hij haar niet kon doorgronden maakte haar oneindig intressant maar ook enorm irritant. Hij snoof diep, nog altijd lagen zijn oren plat in zijn nek. De merrie had nog niets kunnen doen ze omhoog te krijgen. Ze was nogal met zichzelf bezig, luisterde totaal niet naar wat hij zei. Maar nu hij erover nadacht wat had het voor toegevoegde waarde dat ze het wel deed. Waarschijnlijk zou het dan alsnog haar ene oor in haar andere oor uit schieten. Ze was geen type die haar aandacht lang bij vreemden hield, mochten diegene haar aandacht al waardig zijn. Een spottend grinnikje verliet zijn keel, waarom wist hij niet maar ergens was dit dood komisch. Ze was overduidelijk bezig met haar tong, links en rechts van haar mond vormden zich rare bulten die verdwenen en weer tevoorschijnkwamen. Blijkbaar nam ze het hele herkauwen idee wel erg serieus en benutte ze alle restjes die ze ooit eens had opgegeten. Kort en langzaam schudde hij zijn hoofd, terwijl zijn zwarte ogen op die goud gele van de merrie gericht bleven. Zijn staart gleed langzaam heen en weer over zijn achterbenen sloeg zo af en toe met een felle klap weer zo’n irritante vlieg weg. Ze mompelde een paar onverstaanbare woorden in zichzelf maar het laatste woord darm wel duidelijk. Een grinnik verliet zijn keel, lachwekkend terwijl het toch zo nergens op sloeg. De manier waarop ze opkeek wekte een behoorlijk mongolen uiterlijk maar dat herstelde ze al snel toen het compleet tot dr doordrong. Een vaag zei je wat verliet haar mond, jup. Overduidelijk geen aandacht gehad. Hoe de merrie vervolgde liet hem intens genieten, het nogmaals moeten vragen of hij het wou herhalen was niet iets wat zomaar uit haar mond zou komen. En de genietende en een tikkel speelse blik in zijn ogen was duidelijk op te merken. Zijn mondhoek trok langzaam en wat schokkerig omhoog. Ze leek een poos geergerd, maar dat leek al snel opgelosd haar wenkbrauw was langzaam omhoog gekropen evenals haar mondhoeken. Was ze ergens blij mee, en zo ja waar dan in godsnaam mee. Inmiddels raakte hij zelf geergerd, kon ze voor een moment niet zo irritant geheimzinnig en vaag doen en gewoon strak en rechtaan. Ze zette zich in beweging, waar ging ze heen, wat ging ze doen. Traag kwam ze op hem af, op een vage en foute manier zijn naam uitspreken maar hij ging haar er nu niet op wijzen. De merrie leek vrolijk, blij. Althans op een manier waarop hun soort paarden dat zou uiten, op een verheugde manier waarin ze tehoren hadden gekregen dat ze een slachtpartij mochten uitvoeren. Het liefst zo bloederig mogelijk. Bij het idee ontstond er een vals grijnsje rond zijn lippen waarna zijn aandacht weer richting de merrie ging. Hij kon gelukkig zijn aandacht er een stuk beter bij houden als dat Fawn dat kon. Hmm néé, hij was niet trouw aan Satan. Hij zocht enkel de beste manier om hem dat duidelijk te maken. “ Trouw.. “ hij spuwde de woorden uit. “ trouw zijn aan een zwakke hengst die overliep naar de goedzakje zal never nooit kunnen. “ sprak hij er kort achteraan. De merrie had een vreemde uitstraling, haar glimlach leek teder te worden. Haar ogen leken vol emotie te stromen wat een mafkees. Maar het trok hem wel aan, ze was apart. Een grinnik verliet nogmaals zijn keel bij het horen van haar woorden, tja tongloze ezels.. Zoals ze rest van de kudde. Ze hielt halt, haar hoofd bij de zijne, de warmte van hun lichamen botsten tegen elkaar. Ze was te dichtbij en dat besefte hij maar hij deed er niks aan. Haar fluisterende woorden drongen diep door tot in zijn hoofd. Lieten hem nadenken over zijn lot over zijn toekomst misschien lag deze bij de merrie voor hem. Misschien lag die wel ergens in een ander gebied, niet hier in dreamhorses ergens waar hij enkel en alleen voortleefde. Geen gezelschap, enkel op zichzelf maar waar ze het overhad was het nadenken waard. Het klonk goed dat moest hij toegeven. Maar bewezen had ze zich niet tegenover hem, alhoewel zomaar tegen Satan ingaan deden niet veel, ze durfden niet of waren makke lammetjes die zo makkelijk uit te moorden waren, die hun eigen mening niet wouden geven. Hij irriteerde zich dood aan de andere leden van de Horcrux. “ Je simpele woorden klinken aanlokkelijk, misschien de toon waarop je ze durft uit te spreken met de hoop op al het leed dat veroorzaakt zal worden. Al het bloed dat vergoten zal worden en alle smekende en angstvolle blikken “ zijn ogen draaiden weg van de merrie, ging op in een eigen fantasie waarin ze zij aan zij stonden met om hun heen een zee aan bebloede lijken. Een haast onzichtbare rilling ging door zijn lichaam. Het zij aan zij idee was niet bepaald wat hij altijd in zijn hoofd had, en hij dacht er niks bij, maar deze merrie zag hij wel als iemand waarmee hij meer tijd zou kunnen doorbrengen. En dan met name bij het uitmoorden van die smerige goedzakjes. Kort likte hij zijn lippen af bij het idee. “ Maar hoe weet ik dat jij niet net zo’n zwakkeling bent als Satan, “ hij zag haar totaal niet als een zwakkeling en dat zou ze weten. Maar zomaar iemand vertrouwen ging hij niet. Niet zomaar meer, de fout om zo lang nog in de kudde te blijven sinds Segué weg was stond diep in zijn geheugen gegrifd. Zijn blik zocht die van Fawn weer op, en bleef haar strak aankijken. Wachtend op een duidelijk simpel antwoord. Niet bij elkaar geraapt en niet lang overnagedacht. Simpelweg wat het eerste in haar zou opmoeten komen besloot hij toen.

[ Exactée 1000 woorden ^^ i luvv fawn ;d ]

Fawn

Fawn

Ze negeerde zijn grinnik op dezelfde manier waarop ze al het andere negeerde, snapte echter alles behalve de reden erachter. Maakte haar ook geen ene flikker uit. Wilde slechts zo snel mogelijk het beeld in haar hoofd realiseren. Op de perfecte manier de perfecte wereld creëren. Enkel met wezens gemaakt door, en ván pure perfectie.
De puzzelstukjes lagen voor haar hoeven. Het enige wat nog overbleef was de puzzel in elkaar zetten. En dat was
kinderspel.

Zijn ogen verrieden zijn amusement. Iets waarvan ze dacht niet 100 procent per ongeluk te gaan, deed wellicht geen moeite zijn plezier te onderdrukken. Poep hem. Ooit zou ze hem terug pakken, en daar zou ze zichzelf aan houden. Met een lichte doodheid in haar ogen hoorde ze hem aan. Haar onderkaak lichtjes naar beneden gezakt. Lang zou het niet duren voor het speeksel eruit zou druipen. Echter draaiden haar gedachtegangen, de één kriskras door de ander. Probeerde de fatale knoop eruit te halen, de logica op volgorde zettend. Enkel wat van belang was. Iets waar ze zeker van was, was dat hij duidelijk een haat voor Satan had opgebouwd. Niet iets onbegrijpelijks, maar kwam desondanks onder het etiket ‘important’ te staan. Het kwam van pas. Onopvallend gleden haar mondhoeken enkele millimeters naar boven. De knoop was eruit.
‘Mijn woorden zijn méér dan enkel aanlokkelijk’, het onnodige, zorgvuldige gesmak begon weer, moffelde daarbij haar spontane, onlogische glimlach weg en smoorde haar woorden terwijl de corrigerende woorden eruit rolde. ‘... en allesh behalfve simpfel, jij ongemanierfd vfeulen;...’ Ze spuugde de prop groen speeksel rechts voor haar hoeven en slikte het resterende door. De merrie hief haar kop, probeerde zonder resultaat die van haar op dezelfde hoogte te krijgen als die van hem. Wanneer ze doorkreeg dat dat niet lukte - en de Goden vervloekte - ketende ze haar blik wederom vast aan die van hem terwijl de nuchtere woorden als een vaststaand feit met de huid van een aal over haar tong gleed. ‘Ze zijn de toekomst.’
Haar wenkbrauw trok echter een scheutje omhoog wanneer de hengst plots zijn blik afwendde en na enkele secondes zijn lippen bevochtigde. Misschien dacht hij aan madeliefjes? Dat zou haar niets verbazen, madeliefjes waren góddelijk. Yup, dat moést gewoon. Echter begonnen zich vraagtekens te vormen bij zijn dreigende vraag. Eentje die haar lippen deed omkrullen. ‘Laat ik eerlijk met je zijn,’ De woorden rolde er met genoegen uit. Dit was het moment. Het cruciale moment waarop het winnen van deze ronde op het spel stond... ‘Ik denk niet dat het mij heel wat uitmaakt wat jij denkt. Enkel wat je voor mij kunt betekenen.’ Desondanks de waarheid niet voor hem verbergend. Haar blik draaide weg. ‘Het is erop of eronder, vriend. Ik hoop dat je door hebt dat je op het punt staat een bad te nemen in het beste wijn, of verdrinkt in de vloeibare stront van Satan.’ Een schamper lachje ontsnapte uit haar keel. ‘Persoonlijk had ik het wel geweten,’ Vanuit haar ooghoeken hield ze op een vreemd speelse manier de uitdrukking van de hengst in de gaten. Als ze het kon had ze nonchalant haar schouders opgehaald. ‘...Máárja als jij liever als wc-papier dient, wie ben ík om je van die lotsbestemming af te houden?’ Twee gouden ogen draaide abrupt om. ‘Maar weet wel dat je een heel ander lot had kunnen hebben.’

Kyanos

Kyanos
VIP

Een vage blik werd gewisseld, blijkbaar had deze merrie het toch nog in zich om bloedserieus te kunnen zijn. Alhoewel bij het zien van een van haar vage momenten ging hij daar toch weer ernstig aan twijfelen. Zijn idee-en bij haar waren vaag, en hoewel ze hem wel redelijk zover had bleef hij het spelletje wel leuk vinden, het feit dat ze eigenlijk moeite aan het doen was om hem zover te krijgen beviel hem wel. Ze leek er niet van gecharmeerd dat hij haar in feite uitlachde maar dat boeide hem in feite niks. Ze leek wel een mongool zo met haar onderkaak zo hangend en nog net niet het kwijl eruit lopend maar ze zou het vast niet waarderen wanneer hij zijn gedachtes hardop zou uitspreken. Zijn oren kwamen een klein stukje omhoog, richtte zich op het geluid dat van een afstand kwam. Een vreemd geluid en de herkomst ervan schoot niet meteen door zijn hoofd, hij kon er simpelweg niet meteen op komen. En ergens irriteerde het hem, maar veel aandacht besteedde hij er niet aan. Hoewel hij zich volledig kon concentreren op iets of iemand lukte dit hem niet lang. En zoals vrijwel altijd zochten zijn ogen weer die van Fawn op. Een beetje bedenkelijk trok hij zijn wenkbrauw op, ze begon te praten. Meer dan aantrekkelijk, hmm dat moest hij nog maar eens zien maar ze kreeg de kans om het te vertellen. Voor een keer kreeg zijn gezelschap de kans om zichzelf te verdedigen. Zijn mondhoek trok wat omhoog maar het was niet overduidelijk te zien. Traag gleed zijn wat dunnere staart heen en weer over zijn achterbenen, de wind ritselde kort door het bos heen dat zich om hun heen bevond. Gleed zachtjes door zijn vacht streelde deze als het ware. Maar toch het bracht geen gevoel met hem mee, liet hem niet meer voelen als hij normaal deed. En dat was zeer weinig. Ze mompelde vaag iets, waarna er een prop groen slijm haar mond verliet een ranzig beeld voor velen maar het deerde hem niet. Kort gleden zijn ogen naar de prop maar niet bepaald de moeite waard. Kalm bleef hij wachten, wachtend op haar woorden. Afwachtend hoe ze zou vervolgen in haar preek. Plotseling krulde haar lippen zich weer, hij had geen idee waarom maar daar zou hij vast snel genoeg achter zijn. En bij het denken van die woorden begon de merrie alweer te praten. Juist ze ging eerlijk zijn, was ze dat eerder niet dan. Hij keek haar met een wat schuine blik aan. Sinds wanneer besteedde hij zijn tijd hier eigenlijk aan, dat had hij nog nooit gedaan en nu ineens weg. Een spottend zuchtje verliet zijn keel maar zou haar waarschijnlijk niet eens opmerken. Nee het zou voor haar niet uitmaken wat hij dacht, het zou voor hém uitmaken wat zij dacht en wat ze in gedachte had en dat zou ze hem gaan vertellen. Haar blik draaide weg waarna ze doorging met praten, het feit dat hij geen flauw idee had van wat wijn was klonk het nog altijd beter als verzuipen in satan’s vloeibare stront. Sowieso overal waar Satan maar mee te maken had was in zijn ogen al verloren praat. Hij besefte heus wel dat ze hem vaag in de gaten hield vanuit haar ooghoeken maar hij keek weg. Draaide zijn ogen richting de rivier achter haar, liet de omgeving eens in zich opgaan. Het was donker geworden, zijn hazelnoot kleurige vacht glansde in het licht van de maan en de witte sneb op zijn neus viel op. Een korte bries verliet zijn neus, zijn borstkast ging op en neer op het ritme van zijn ademhalingen. De laatste zinnen waren weer zo typisch fawn, er kon geen kwartier voorbij gaan zonder zo’n opmerking naar je hoofd geslingerd te hebben gekregen en toch kon hij het hebben van de merrie. “ Geloof me merrie, al dat gelul over toekomst en die bullshit was niet nodig. En het feit dat je misschien wat beters te bieden hebt dan Satan geloof ik graag. Maar wie zegt dat ik niet beter af ben zonder ook maar iemand anders. “ hij sprak de woorden licht uitdagend, benieuwd hoeveel pogingen de merrie nog zou doen. Alhoewel veel zouden het er vast niet zijn. Hij had zijn woorden in de verte gemompeld had zijn blik niet op haar gericht maar nog altijd op een plek achter haar. Pas nu richtte hij zijn donkere ogen weer op die van haar. Een lege blik waar je misschien ergens een vleug van vermaak kon vinden. Hij draaide zijn hoofd wat schuin waardoor het hele geheel een vaag uiterlijk kreeg. “ Maar je hebt me zover, alles beter als bij dat miezerige mormel van een Satan. En de manier waarop je het brengt is niet meer dan lachwekkend “ Sprak hij er wat kort achteraan. “ Dus vertel, wat gaat er om in dat kippenbreintje. “ de woorden kwamen er spottend uit.

Fawn

Fawn

Zijn houding was totaal veranderd sinds ze hem had aangesproken. Hij leek opener, zelfzuchtiger en arroganter dan eerst. En ze wist dat zíj daar de oorzaak van was. Hij dacht dat zij hem koste wat het kost in de kudde wilde hebben, er alles voor zou doen. De waarheid was echter dat hij simpelweg wanhopig was. Wanhopig naar een leider, een geest die hem de weg kon wijzen naar een doel, naar plezier in het leven. En toevallig was zíj dat wezen met die taak. Tenslotte wíst hij al dat hij het zelf lachwekkend vond. En toch, toch had hij het besluit genomen om met haar plannen mee te varen. Er bleef niets anders over dan de harde waarheid; Hij was niéts meer was dan één enkele kwetsbare ziel, hopeloos verdwaald in zijn eigen leven.
Wie was hier nou lachwekkend?
Met diezelfde nietszeggende, nonchalante blik hield ze denkbeeldig haar schouders op. ‘Jíj wilde uitleg.’ Lalala, nog meer Satan Satan Satan Satan. Misschien was hij toch meer gehecht aan hem dan hij dacht? Dat zou de situatie wel een stuk complexer maken.
"En het feit dat je misschien wat beters te bieden hebt dan Satan geloof ik graag.-"
‘Als jij het zegt.’ Ze pulkte aan het velletje van de binnenkant van haar wang.
"Maar wie zegt dat ik niet beter af ben zonder ook maar iemand anders." Áh, het heerlijke moment van voldoening. Het moment waarop je theorieën waarheid blijken. Waarom ánders zou hij tenslotte om bevestiging vragen? ‘Niemand.’ Een onschuldige glimlach streek haar mondhoeken een tikkeltje omhoog. Ze wilde hem vragen waárom hij dan überhaupt in de eerste instantie bij de Horcrux was gegaan, maar aangezien dat hoogstwaarschijnlijk weer een heel verhaal op zou leveren waar ze totáál geen behoefte aan had, liet ze het achterwege. Interessant was het toch niet.
Yup yup, haar vermoedde was juist geweest. ‘Lachwekkend éhj..’ Desondanks kon ze de grijns die er spontaan verscheen niet snel genoeg van haar gelaat wegvegen. Een donkere schaduw had zich over het land gespreid. Haar blik gleed omhoog. Een donkere avond. Veelbelovend voor de wezens waarvoor hun speeltijd nu pas begón. Wezens zoals háár. Weeral gleed haar blik naar beneden. En wellicht ook voor hém. In de toenemende duisternis werden de stoffige grijze aftekeningen helder, lichtte haar gouden ogen op, blikten in de zwarte kijkers van de hengst. De frisse, nachtelijke bries nam toe, trok aan hun manen wanneer de heldere klanken over haar lippen rollend, gemeend. ‘Tenslotte ís het leven één groot feest.’ Nú, op dit moment. Voor deze nachten; Hier leefde ze voor. Dít was het begin, een fractie van haar toekomst.
‘Dus,’ Haar lichaam draaide zich om terwijl de glimlach en de fonkeling geleidelijk aan groter werden. ‘Ga je mee?’ Een uitnodiging. Hij hoefde niet. Hij mocht. Ze nodigde hem uit, iets wat ze nooit eerder had gedaan. Niet dat ze altijd bij zinnen was wanneer ze van haar voorstelling genoot. De fonkeling van emotie, enthousiasme.
De wíl van haar leven. Het bloed wat ze wilde ruiken. De leed wat ze wilde proeven. Het smart wat ze wilde hóren. ‘Dan laat ik zien wat er in mijn brein omgaat.’Haar benen kwamen in beweging, haar dreigende, intrigerende kop op borsthoogte hangen. ‘Ik heb honger.’ Hongerig naar ál die emoties.

Kyanos

Kyanos
VIP

Nog altijd bevonden ze zich tegen over elkaar, er was eigenlijk niks van spanning terug te vinden. Een van de weinige paarden waarmee hij kon opschieten, sommige noemden het vrienden maar hij moest er niks van weten. Er waren paarden die je niet meteen wou afslachten vanaf het moment dat je ze tegen bent gekomen, en daarnaast nog de paarden die je niet enorm op je zenuwen werkte en je niet zo geirriteerd kregen dat je ze wel wilt afslachten. En Fawn behoorde tot nu toe tot de laatste groep paarden, hoewel ze best irritante trekjes had maar daar had hij tot noch toe omheen kunnen kijken. Hij snoof even kort, zoals haar antwoorden. Ze kreeg hem toch redelijk geirriteerd en hij rolde even met zijn ogen. Ze was zo enorm in zichzelf bezig, de meeste hielden hun aandacht strak op het paard tegenover. Het antwoord op zijn vraag was kort en logisch, tuurlijk niemand zei hem dat hij niet beter af alleen was. Wat was het eigenlijk ook een idiote vraag geweest, zo wanhopig zou de merrie niet zijn om hem ongeveer te smeken en daar was hij zich bewust van. Vogels zochten hun schuilplaats op voor de nacht, konijnen schoten onder de grond en herten sprongen weg. Waar zoveel dieren hun slaapplaatsen opzochten ging voor hem zijn dag net beginnen, de nacht was zijn terrein zijn slagveld. Bij het ontwaken van de ochtendglorie zouden sommige dieren hier een geliefde of familie lid missen. Misschien belangrijk misschien een onbelangrijk rondzwervend beest, maar het zou een gat vormen daar waar het dier normaal nog zou leven. Niet dat veel dieren er nou bij nadachten als er iemand dood ging, maar vooral die ‘goedzakjes’ zouden zich er wat van aantrekken en hun zien lijden daar kon hij van genieten. Hij was even in gedachtes verzonken, een vaag en afwezig grijnsje sierde zijn lippen terwijl zijn ogen op een punt ver achter de merrie gericht waren. Langzaam werd hij opgewekt uit daar waar hij ook was met zijn hoofd door de simpele woorden van de merrie, maar ze waren gemeend haar blik de toon van haar stem het was duidelijk dat ze hiervoor leefde. En daar was ze niet de enigste in, zijn zwarte ogen blikten vast op de gele ogen van de merrie. Maar terwijl hij dit had gedaan had de merrie zich omgedraaid, ‘dus ‘ Hij keek op, zijn oren kwamen iets omhoog en draaide zich richting de merrie maar ze lagen al snel weer in zijn nek. Misschien niet plat meer maar zeker nog naar achter gericht. Langzaam sprak de merrie verder , ze nodigde hem uit mee te gaan. Zijn ogen vergrootte zich en zijn mondhoek trok ietwat schokkend een stukje omhoog. Hij vatte het op als compliment gezien ze vast niet veel zou vragen mee te komen maar vereerd voelde hij zich nou ook weer niet. Nog eenmaal sprak ze, en naar wat ze zei grinnikte hij even. Hij was benieuwd al zou het waarschijnlijk wel te raden zijn wat er in haar hoofd omging. Maar misschien was het wel een stuk complexer als hij dacht. Ze begon te lopen, en hoewel hij er nog niet over na had gedacht zette ook hij zich in beweging. Hij stapte even door zodat hij naast de merrie terecht kwam, hij zou niet achter haar blijven lopen. Zijn ogen gleden door de omgeving zochten naar eventuele slachtoffers of ongenode gasten. Nou ja het kwam vrijwel op hetzelfde neer. “ ben benieuwd “ Mompelde hij, waarna hij wat harder en met een grijnsje doorsprak “ Op zoek naar madeliefjes “ vanuit zijn ooghoek bekeek hij de merrie en probeerde haar reactie te peilen.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum