Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

A fairy tale of lies | Open

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1A fairy tale of lies | Open Empty A fairy tale of lies | Open zo 12 feb - 10:05

Seafra

Seafra

Het gemis dat zijn hart met zich mee droeg was enorm en met elke seconde die verstreek werd het erger. Toch hield iets hem ervan tegen om terug te gaan, het trok hem nog steeds voorruit, dieper het gebied in. En niet in de richting waarvan hij gekomen was. Hij had niet alleen zijn kudde achter moeten laten, een kudde die meer familie was in plaats van iets zakelijks. Zo zag hij de kuddes die hier aanwezig waren. Natuurlijk ging bijna iedereen leuk met elkaar om, maar de merries in zijn kudde waren zijn merries geweest. Hij was de vader van de veulens die ze baarde, hij was diegene die hen beschermde tegen roofdieren en andere hengsten. Hengsten die met een gevecht of door een merrie te stelen zijn hele wereld op zijn kop kon zetten, niemand trok zomaar zijn familie uit elkaar. Altijd had Seafra zijn uiterste best gedaan om te zorgen dat hen niets overkwam en het resultaat was perfect geweest; de drie merries die hij om zich heen had waren stuk voor stuk schatten geweest. Hoewel hij om ze allemaal had gegeven was er eentje geweest die hij lief had alsof er nooit meer een nieuwe dag zou aanbreken. En dat was ook de reden waarom het voelde alsof zijn hart uit elkaar werd gereten. Het was gewoon verschrikkelijk om haar niet aan zijn zijde te hebben en de smoky zwartbonte hengst was dan ook niet weggegaan zonder haar eerst plechtig te beloven dat hij terug zou komen. Toch wist hij dat ze nooit verplicht zou zijn om op hem te wachten. Ze had het recht haar eigen leven voort te zetten, te doen en te laten wat ze zelf wilde. En als ze verliefd zou worden op een ander had hij niet het recht dat haar te verbieden. Ja hij hield oprecht van haar, maar juist daarom ketende hij haar niet vast. Bij echte liefde zou je de ander laten gaan als dat zijn of haar wens was en dat accepteren. Natuurlijk, grieven hoorde erbij, maar je zou de ander niet dwingen van je te houden. Ook hij had dat recht niet te doen. En dat zou hij ook nooit doen.

Bij elke ritmische pas schudde zijn dikke witte sokken heen en weer en deinde zijn lange golvende wit en zwarte manen mee in hetzelfde ritme. Wat zijn staart betreft; die hing gewoon achter zijn lichaam. Dit was niet het seizoen waarin je belaagd werd door de vliegen, dus nood was er niet aan een van de vele manieren die een paard had te gebruiken. Andere opties waren het laten trillen van je huid, een beweging maken of desnoods je benen of tanden gebruiken om het rotbeest weg te jagen. Gelukkig waren die rotbeesten niet actief in het najaar, winter en begin van het voorjaar. Het maakte niet uit hoe warm of koud het was, zelfs in een enorm warme winter zouden ze er geen last van hebben, de levensspan van die beesten was gewoon niet lang. Anders dan die van de meeste paarden. Beetje bij beetje bleek de een na de ander steeds ouder te worden, alsof ze een gezamenlijke bond vormde die hen beschermde. Of het kwam doordat de roofdieren in de minderheid waren en dus minder prooidieren nodig hadden. Ach, wat maakte het ook uit. Hijzelf was nog lang niet op de helft en had nog een poos voor zich, eentje die hij het liefst met diegene doorbracht om wie hij gaf en die dichtbij hem stonden. Dat kon bij Harlet zijn, die op dit moment ver ver weg was, of hier in dit nieuwe gebied. Iets had hem deze richting op getrokken, iets hield hem hier. Hij moest hier iets doen, een toekomst hebben, maar wat dat precies was? Daar was hij nog niet helemaal uit. Hij zou er vanzelf wel tegenaan lopen en anders was hij er gewoon lekker tussenuit geweest. Soms moest dat eventjes.

Seafra vond het bijna jammer dat hij met dit jaargetijde op dit veld gestuit was. Hoe zou dit in het voorjaar wel niet zijn? Als de bloemetjes weer kleur kregen, het veld eromheen weer groen werd van het malse gras. Al het nieuwe leven dat er te bekennen zou zijn. Niet alleen in de vorm van flora, maar ook nieuwe fauna zou het leven zien. Het was normaal voor merries om aan het begin van het voorjaar te bevallen, maar hetzelfde gold voor de meeste dieren. De volgens zouden hun eieren leggen, wolven hun pups werpen en ga zo maar verder. Natuurlijk waren er uitzonderingen, elke gezonde merrie werd met regelmaat wel hengstig, maar het lag ook aan hoeveel uren de zon maakte. Als je een najaar had met veel zon en weinig bewolking met neerslag zouden ze veel langer vruchtbaar zijn en dus eventueel ook in de late zomer hun kind kunnen werpen. Het was haast uitzonderlijk als ze in de winter moesten bevallen. Dan waren ze of vroeg of droegen ze ontzettend over. Het kwam namelijk nog wel eens voor dat een merrie twee maanden overdroeg en dus meer dan een jaar drachtig was. Gelukkig was het bij zijn nageslacht nooit zo erg geweest, gelukkig maar. Hij was nu eenmaal een familiepaard, iemand die het liefst een groot gezin om zich heen had.


A fairy tale of lies.

Artemis

Artemis

Hoe lang zou ze hier nog ronddwalen zonder reden, wanneer zou haar reden eindelijk op komen dagen en haar hele leven in beslag nemen. Wanneer kon ze voor diegene gaan leven. Een triest gevoel overheersde in haar toch al zo chaotische hoofd. Ze had maar een aantal paarden hier leren kennen.. Nee dat dacht ze fout, ze had ze ontmoet. Geen van allen had ze leren kennen. Geen van allen had de moeite willen nemen háár te leren kennen. Een diepe zucht verliet haar keel terwijl haar passen korter werden. Haar ogen vielen dicht, ze had de kracht niet meer om ze open te houden. Waar had ze eigenlijk nog wel fut voor dacht ze vermoeid. Ergens had ze helemaal geen medelijden met zichzelf en dat zou ze ook niet moeten hebben. Waarom ook wel, ze had een goed leven. Ze was zo vrij als een vogel en wanneer ze behoefte had aan gezelschap zocht ze iemand op. Als ze in een kudde wou was ze er zeker van dat ze zo aangenomen zou worden en de kou overleefde ze ook wel. Waarom voelde ze zich dan zo alleen. Ze sloeg haar helderblauwe ogen op naar de hemel boven zich. Haar halflange voorpluk gleed langzaam opzij en irriteerde haar zowaar. De kille wind streek langs haar vacht en liet haar onwillekeurig rillen. Het typerende deukje in haar neus sierde haar maar soms had ze er een hekel aan om Arabier te zijn. Ze werd altijd meteen veroordeeld als goedzakje als iemand die niet voor zich zelf op kon komen omdat ze zich te druk maakte om haar uiterlijk. Haar neusvleugels trilden, ze haatte het als ze veroordeeld werd. Ze was totaal anders als dat haar uiterlijk haar deed voordoen. Kalm hernam ze haar reis en stapte weer aan, de spieren in haar achterhand waren inmiddels goed ontwikkeld van het vele reizen dat ze had gedaan en het verschil aan gebieden waar ze doorheen was getrokken. Misschien miste ze dat wel, het idee van een eigen plek. Een plek waar ze thuishoorde en niemand haar wegjoeg. Ze kromde haar hals wat en bracht haar neus richting de grond. Proberend de snijdende wind tegen te houden.

Een vage geur drong haar neus binnen maar ze twijfelde of ze er wel op af moest gaan of haar hoofd tegen die tijd wel genoeg op orde zou zijn. Toch besloot ze het te doen, wat kon ze verliezen? Haar leven? Haar trots? Of het idee dat ze ergens toch niet helemaal alleen zou zijn. De enigste manier om erachter te komen was door te kijken welk dier ze tegen zou komen. De bloemen om haar heen waren bevroren krasden langs haar benen maar veroorzaakten geen wonden. Ze hield niet van de kou, de warmte kon ze veel meer waarderen lekker in het warme zonnetje soezen. Er wist een glimlach rond haar lippen te verschijnen en ze zette met goeie moed de pas er weer in. Ze hief haar hoofd met nog enige trots. “ waar ben je in godsnaam mee bezig “ mompelde ze zacht voor zich uit niet beseffend dat het desbetreffende paard dichterbij was als ze had verwacht. Haar ogen gleden omhoog langs een enorm bont gestalte. “ wauw “ wist ze zacht uit te spreken. Waarom had ze geen flauw idee van maar ze was per direct onder de indruk van de hengst voor zich. Hij had een schitterend bont patroon met een diep zwarte kleur. Ze had het idee dat haar mond open stond en ze hem aan het aanstaren was. “ sorry, het was niet mijn bedoeling zo onbeschoft te zijn “ haar stem klonk vriendelijk maar de trieste ondertoon was voor een goed luisterend oor te horen. Haar staart gleed langzaam heen en weer over haar achterbenen en haar ogen zochten contact met die van de hengst. Ze had hem nog nooit eerder gezien. In haar hoofd weerklonk een spottend lachje, alsof ze zoveel paarden in de buurt kende. Ze kende bijna niemand in het uitgestrekte gebied van DH. De glimlach rond haar lippen verdween en ze knarsetandde even, niet uit woede maar eerder uit frustratie dat ze niet de vrienden had gevonden die ze had gehoopt te vinden.

Seafra

Seafra

Ondanks de bloemen zee voor hem –ja, zelfs met deze temperaturen waren de bloemen duidelijk zichtbaar. Echter wel omringd met een laagje ijs– kon hij zijn gedachten niet echt terugbrengen naar het heden. Eerder had Seafra daar nooit moeite mee gehad, er was altijd wel iets of iemand die ervoor zorgde dat hij voorwaarts bleef gaan en niet bleef hangen op een bepaald punt. Maar nu was hij zo stom geweest dat allemaal achter zich te laten. En waarom? Dat was een vraag die de smoky zwartbonte hengst niet helemaal kon beantwoorden. Een gevoel, een soort drang, had hem hierheen getrokken en hield hem nog steeds hier. Alsof zijn gevoel, zijn geweten, hem vertelde dat hij hier wat moest doen, een taak had. Een taak die nog onbekend was. Waarschijnlijk zou het ook nog wel een poos duren voordat zijn nut hier geopenbaard werd. Of misschien wel helemaal niets en was het gevoel dat hij had gehad gewoon een vlucht geweest. Een vlucht uit het land waar hij geboren was. Een vlucht uit het land waar hij getogen was. Een vlucht uit het land waar hij liefde had mogen ervaren. Een vlucht uit het land waar hij vader was geworden. Een vlucht uit het land waar hij dat alles had achtergelaten. Waar hij dan precies voor vluchtte was ook iets wat Seafra niet kon benoemen, zijn leven in Beqanna had nooit slecht geweest. Hij had zijn merries, zijn kudde, zijn nageslacht. Ja, beide merries hadden hem alleen dochters kunnen geven, maar daardoor gaf hij niet minder om ze en waren ze ook echt niet van minder waarde voor de zevenjarige hengst. Hij was allang blij dat ze alle drie gezond waren geweest en ondertussen stuk voor stuk volwassen waren. Oud genoeg om hun eigen leven te leiden. Een leven waar hij geen leidende rol meer in had. Als vader had hij de taak gehad hen te beschermen, hen een leven bieden zonder constant bij gevaren stil te moeten staan. Het was zijn taak geweest hen te beschermen. Niet alleen tegen roofdieren, maar ook tegen andere hengsten. Hengsten die eropuit waren zijn familie uit elkaar te scheuren en zijn merries tot die van hen te maken. Gelukkig had hij zijn familie voor dat brute lot kunnen behoeden in de tijd dat hij hen beschermer was geweest, maar hoe hun leven er op dit moment uit zag wist hij niet. Zijn oudste dochter was alweer oud genoeg om zelf veulens op de wereld te zetten, waarvoor ze natuurlijk eerst een geschikte partner gezocht moest hebben. Maar ook dat was iets wat hij aan hen zelf overliet. Zowel Saranyu, Kipper als Verdiana waren oud genoeg om hun eigen keuzes te maken, of hij ze op prijs stelde of niet, en hij accepteerde dat. Er was voor Seafra gewoon niets anders om te doen, hij had het recht niet hun leven te leiden alsof hij een soort dictator was.

Een diepe zucht was hoorbaar toen hij zich met moeite uit zijn gedachten lostrok en zich weer op hetgeen voor hem richtte. De komst van een merrie –die overigens nog niet echt dichtbij was– was hem daardoor ook ontgaan. De smoky zwartbonte hengst liet zijn hoofd een stukje zakken waarbij zijn donker bruinachtige en witte manen een stukje over zijn hals zakte. Hij was qua kleur een perfecte combinatie van die van zijn ouders. Zijn moeder was een normaal zwartbonte Tinker geweest, zijn vader een smoky zwarte Fries. Hij had de kleur smoky zwartbont gekregen. Het smokygen zorgde ervoor dat zijn vachtkleur –de zwarte delen dan– lichter van kleur was dan écht zwartbonte paarden. Het had zeg maar een beetje bruinachtige tint. Hij droeg een verdunningsgen met zich mee, waardoor zijn nageslacht bijvoorbeeld de kleuren palomino, cremello, perlino en vlak konden krijgen. En dan nog niet eens gesproken over de diepere vertakkingen van de bovengenoemde kleuren. Alle drie zijn dochters hadden het tot nu toe mee gekregen. Saranyu was valkbont, Kipper een palomino en Verdiana was perlino bont. Stuk voor stuk aparte kleurtjes met ieder een nog geweldiger karakter. Seafra kon dan ook zeggen dat hij er trots op was hun vader te zijn, maar een oogappeltje had hij niet. Voor hem waren ze alle drie gelijk.

Een stem van iemand die –waarschijnlijk – in zichzelf praatte zorgde ervoor dat zijn oren zich spitste. Automatisch snoof hij de lucht op en draaide zijn lichaam om te bepalen waar de vreemdeling zich bevond. Een ontmoeting keek hij met een vriendelijke glimlach tegemoet, maar hij hield er dus absoluut niet van verrast te worden. Zacht snoof hij eens voordat zijn ogen de witte merrie vonden. Zijn ogen gleden vluchtig over haar heen, op zoek naar sporen die konden duiden op niet al te goede bedoelingen. Daarbij bleef hij in een ontspannen houding staan en vergat niet de rest ook in de gaten te houden. ”Hallo” begroette hij haar vriendelijk met een knikje van zijn hoofd nadat ze haar kreet van ontzetting geuit had. In een poging beleefd te zijn negeerde hij het en keek haar rustig aan terwijl hij op enige reactie wachten. Echter kreeg hij eerst een verontschuldiging. Seafra’s mondhoeken krulden op tot een vriendelijke glimlach voor hij sprak. ”Je hoeft je nergens voor te verontschuldigen, zoiets overkomt ons allemaal wel eens. Mijn naam is Seafra, hoe kan ik jou noemen?” was zijn reactie op haar woorden. En daarbij stelde hij zichzelf rustig voor. Hij vond het prettig om andermans naam te weten, dan kon hij diegene tenminste aanspreken zonder gebruik te moeten maken van termen die hij liever achterwegen liet. Ze had een naam, dus waarom zou hij die niet gebruiken? Hij had ook graag dat anderen hem bij zijn naam noemde en niet bonte, hengst, kruising of whatever gebruikte. Hij had ook zo zijn normen en waarden, dit was er een van.


A fairy tale of lies.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum