Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Harder. Better. Faster. Stronger.

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Itzala

Itzala

De ochtend was aangebroken. De zon scheen niet meer in haar ogen. Was ze wel de goede kant op gegaan? Het leek een eeuwigheid totdat ze eindelijk de vallei had bereikt. Ze had gehoord van de vallei. Een gebied van goede kuddes. Eens kijken hoe goed die was beschermd. Waarschijnlijk niet. Ze wist dat er meestal wel andere paarden rondspookten, op zoek met een goede reden. Ze wist niet wat ze tegen zou komen. Misschien was het tegemoetkomen niet eens inbegrepen. Ze wilde geen ontmoetingen, het was alleen moeilijker. Het hield haar op. Ze moest verder gaan, verder naar het zuiden om daar te overleven. Maar in de vallei leek het ook wel goed... Nee, ze hoorde hier niet. Ze zou alleen maar paarden in gevaar brengen als ze hier bleef. Ze moest snel zijn. Vroeg of laat zou haar vader Destined erachter komen dat ze niet bezig was met zijn bevelen. Waarom haalde ze het eigenlijk in haar hoofd te ontsnappen? Maar toen luisterde ze eens goed. Geen geluid. Het was compleet stil. Ze voelde de zachtjes golvende wind. Ze zag een prachtige vallei. Ze rook de geur van de zoete voorjaarsbloemen. Ze proefde ze haast. Al haar zintuigen konden nu vrijkomen. Ja, hierom was ze aan het vluchten. Ze wilde haar eigen leven, ze wilde zelf bepalen wat ze deed, en nu kon ze dat, ook al had ze het gevaar het niet lang vol te houden. Nee, ze moest beter zijn dan de andere paarden. Volharden, sneller gaan, sterker zijn. Beter zijn. Net zoals haar vader altijd zei. Anders overleefde ze niet. Zou ze terug moeten aanvallen? Tjonge, alsof dat echt kon. Ze wist dat er rebellen waren in haar vaders gebied, haar vader wist er ook van. Maar hij wilde geen bloed van trouwe paarden verliezen tijdens te speurtocht naar rebellen. Hij zorgde dat ze op heterdaad werden betrapt. Elke dag kwamen ze rapporteren. Hoeveel rebellen. Elke dag hadden ze wel een verdachte. En zij, in de grot, bleef altijd zich afvragen hoe het de rebellen verging. Maar nu was zijzelf een rebel. Wie zou dat hebben gedacht? Haar moeder zeker. ...haar moeder. En haar vader, zeker niet. Als ze op een missie werd gestuurd met MAAR 4 begeleiders, dan was ze wel echt een vertrouweling. Ze was de toekomstige 'dictator'. Maar ze wilde het niet, en ze ontsnapte. Ja, nu had ze wel 5 keer haarzelf uitgelegd waarom ze vluchtte, dat ze vluchtte, en waar ze vluchtte, en waarom ze daarheen vluchtte, hoe ze vluchtte, en nu wist ze het wel van zichzelf. Maar wat nu? Haar toekomst was waarschijnlijk anders. Misschien zou haar vader zich niet om haar bekommeren. Misschien zou hij haar gewoon negeren, en verder gaan met het leven, en in zijn eentje alles regeren. Een pleegveulen nemen die dan de nieuwe dictator was. Een puur Fries veulen uiteraard, haar vader wilde raszuivere paarden, zelfs al was een paard een kruising, werd deze onderverdeeld in generaties van kruising. Net zoals haar grootvader. Ze was nu in de vallei, en ze genoot van de rust. De zachte wind. Nu pas merkte ze haar lange manen. Ze had niet gestopt met vluchten tot nu. Even pauze, en daarmee bedoelde ze een dagje rust. Haar lange manen. Haar vader was er geen fan van. Maar haar moeder had gesmeekt. Zijzelf vond haar manen nogal lang, maar het viel goed. Ook al was het irritant met vechten. Ooit zouden ze misschien van pas komen. Haar manen kwamen tot aan haar bovenbenen. Ze had een vreemd uiterlijk voor een Fries. Vooral omdat de meeste manen niet zo lang werden, en haar blauwe ogen. Was ze wel puur Fries? Was haar vader een pure Fries? Ze twijfelde niet aan haar moeder, maar haar vader... Nee, ze wilde niet denken aan zulke zaken, ze had een dag rust aan haarzelf gegeven, en daar ging ze gebruik van maken door zorgeloos te zijn, en haarzelf te overtuigen dat ze de goede keus had gemaakt om te vluchten. Haar rust werd verstoord, ze merkte een nieuw wezen in haar omgeving op. Ze was er klaar voor.

[[Open, minder mooi dan anders, maar ik moet gaan =P ]]

Ceiriosen

Ceiriosen

Een vreemde geur mengde zich met de geuren van jong voorjaarsgras en bloemen die zich aan het ontpoppen zijn. Even draaide de kleine koudbloed haar hoofd in de richting van de wind, misschien had ze zich vergist, maar nee. Op een paar honderd meter afstand kon ze de zwarte merrie zien staan. Wat een prachtig dier. Onbewust vergeleek Ceiriosen het andere paard in de verte met haar eigen ietwat logge lichaam, terwijl een zacht briesje haar manen voor haar gezicht blies. Ze brieste, schudde even met haar hoofd en bleef aandachtig het andere paard bekijken. Wat lijkt ze onwennig, er klopt iets niet aan dit plaatje. De merrie besloot er verder geen aandacht aan te besteden en ging weer verder met het verorberen van het gras om haar heen. Hier had ze de hele winter naar verlangd, weer fatsoenlijk, voedzaam gras dat ze niet onder enkele tientallen centimeters vandaan hoefde te graven. Voor zover men in de winter voedzaam gras kan vinden. Nee, die koude neus en koude voeten vond ze maar niets met als resultaat dat ze gedurende de winter aardig was afgevallen. Door haar weer doorkomende zomervacht waren de contouren van haar ribben enigszins zichtbaar en het gebrek aan voedingsstoffen moest ze nu inhalen. Desalniettemin bleef ze aan het zwarte paard denken, ze zag er misplaatst uit. Haar zwarte vacht stak af tegen het groen van de vallei en dat had een bijzondere aantrekkingskracht op Ceiriosen, die inmiddels alweer afgeleid was. Met gespitste oren snoof ze nogmaals de lucht van de merrie op en draafde vastberaden in de richting van de andere merrie. Op een kleine honderd meter bleef ze nogmaals staan om het andere paard wat beter in zich op te nemen. Verwonderd keek ze naar de lange, zwarte manen, waar de merrie zelf blijkbaar ook druk over aan het nadenken was. Misschien waren ze iets te lang, maar Ceiriosen vond ze prachtig. Onwillekeurig schudde ze haar eigen manen even door elkaar, de manen waar ze zelf ook zo trots op was. Niet zo lang als die van het andere paard, maar goed genoeg voor haar. Dik waren ze wel, en tweekleurig vanwege haar mislukte medicine hat die aan de rechterkant van haar gezicht uitliep tot over haar neus. In het prille voorjaarszonnetje glansden de bruine haren in haar manen. De witte vast ook wel, maar dat was nauwelijks te zien en eigenlijk kon het Ceiriosen ook niet zo heel veel schelen. Na enige tijd in gedachten verzonken stil te hebben gestaan besloot ze om de aandacht van de andere merrie te trekken. De merrie had haar vast al lang gezien, maar toch hinnikte de kleine tinker om haar aanwezigheid kenbaar te maken. Voorzichtig doch resoluut liep ze op de andere merrie af en hoopte dat ze niet het karakter had dat Ceiriosen zich had voorgesteld bij haar uiterlijk.

Itzala

Itzala

De aanwezigheid van een ander paard werd bevestigd door een hinnik om aandacht te krijgen. Itzala keek op, en zag een kleine tinker naderen. Tinkers hadden ook hun eigen orde in hun gebied. Bah, begon ze weer tegen haarzelf te kletsen over het verleden, ze moest het niet meer doen. Ze moest zich vestigen op de toekomst, niet blijven vastklampen in het verleden, zoals iedereen in haar gebied deed. Het verleden waar alle hoop was verloren op vrijheid, maar het leven draaglijk was. Ze wisten niets anders meer, zonder leider zouden ze niets kunnen. Zij was een geboren leider, of ze hoorde in ieder geval leider te worden, ze had er minder last van. Ze wilde haar leven leiden zoals zij het wilde. Ze zag iets in de blik van de tegenoverstaande tinker, maar ze kon het niet plaatsen. Zachtmoedigheid? Vriendelijkheid? Respect? Ze kon het nog steeds niet plaatsen, maar concludeerde dat de tinker niet veel slechts van plan was, en het ook niet kon zijn. Ze begon maar met praten. "Hallo, mijn naam is Itzala." Haar naam, teken van hoogste respect. Hier was het alledaags gebruik. Ze hield haar stem niet hartelijk, noch koud. Ze hield haar stem neutraal maar probeerde het te bestrooien met goede bedoelingen, geholpen door haar vriendelijk uitziende ogen en de zo bekende miezerige glimlach van verlegenheid. Ze wist niet goed te communiceren met andere paarden, niet met andere paarden die altijd vrijheid hadden gekend. Tot nu toe was het haar goed bevallen, ze waren niet prikkelbaar, niet gericht op elk klein beetje gebarentaal. Anders dan haar vader inderdaad. Ze schraapte afwezig met haar hoef over de grond heen. Ze wist niet hoe de tinker zou gaan reageren, zou die zich voorstellen? Uiteraard, maar wat dan? Zulke gesprekken waren moeilijk te starten, maar mocht ze hier in deze gebieden willen verblijven voor onbepaalde tijd wilde ze beginnen met haarzelf te 'socialiseren'. Ja, ze had wat gezelschap nodig, wat vrienden. Ze voelde het gras dat eindelijk na de winter was doorgekomen kriebelen aan haar hoeven. Het voelde rustgevender aan, fijner, meer als thuis. Niet thuis in haar gebied, daar had ze zich nooit echt thuis gevoeld. Maar thuis thuis, zoals paarden in deze gebieden thuis voelden. Het was fijn om te weten iets bekends te hebben, gras was overal. Gras en bomen waren haar thuis. Waar gras en bomen waren, was ook water. En gras was om op te eten. Thuis kon ze overleven. Was ze hier thuis? Nee, ze was overal waar gras goed voelde thuis, concludeerde ze uit haar filosofische gedachten. En hier voelde het gras thuis. Dus ze was thuis. Maar net was ze hier niet thuis... Ze moest ophouden met haarzelf weg te filosoferen met onbegrijpelijke theorieën. Haar dagje rust bleek alleen fysiek te zijn, ook al had ze het liefst haar gedachten ook een dagje rust willen geven. Het zou niet lukken totdat ze zeker wist dat ze veilig was, wat ze waarschijnlijk nooit zou denken. Ze zouden haar komen halen, en vermoorden, en deze gebieden veroveren. Ze zag de machtige hoeven van de friezen, de snelheid van de arabieren, de goed verdeelde spieren van de tinkers met hun machtige voorbenen. Wacht tinker? Ze was de tinker vergeten die voor haar stond. Ai, betrapt. Ze zei er niets over, het was nu wel duidelijk genoeg dat ze ergens mee zat. Ze wilde er zelf niet over beginnen, maar wanneer de tinker erover zou willen beginnen, zou ze de vragen beantwoorden. Wat voor een doemscenario ze zich ook in de nesten had gewerkt. Wat voor een ongelooflijk vreemd verhaal ze eindelijk niet aan haarzelf zou moeten vertellen. Ze zwiepte met haar staart, en wachtte totdat de tinker antwoordde.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum