Hoefgetrappel weerklonk helder in je oren. Regen was aanwezig. Het miezelde eerder. Maar ach, dat weerhield Saronse niet. Saronse galoppeerde met volle snelheid. Met zijn hoofd kaarsrecht. Zijn spieren waren zo krachtig, zo actief. Wat had natuur deze wereld toch prachtig ontworpen. Alles was zo goed in balans. Af en toe verloor ze het wel eens. Maar ze wist zich altijd prima te herstellen. Saronse zijn ijs blauwe ogen flitsten achter zich. Moeder Natuur was niet altijd eerlijk geweest. Soms werden er misvormde of zwakke dieren geboren. Hun lot was al meteen beslist. Voer voor de hongerige sterke beesten. Even sloot Saronse zijn ogen. \\De sterkste overwinnen alles.// Dat was de wijsheid die zijn bittere vader hem meedeelde. Saronse was een paar weken oud. Maar die woorden zaten in zijn hoofd geschroefd. Hij had nooit zijn vader gemogen. Zijn vader was ooit eens alfa geweest. Maar die is uiteindelijk overleden. Saronse dacht even bitter aan zijn tijden met zijn vader. Zou die gezegde echt waar zijn? Volgens moeder natuur haar wetten wel. Maar Saronse was niet bereid alles na te gaan. Iedereen verdiende een kans. Hij zou ze nooit over hun lot overgaan. Saronse was zo in gedachte verzonken dacht hij echter niet opgemerkt had dat er iets hem aan het achtervolgen was. Zijn ogen vlogen wijd open toen hij vals gegrom hoorde. Verast keek hij om zich heen. Hij werd omsingeld door hongerige wolven. Het leek ernaar dat Moeder natuur hem wilde straffen. Voor wat? Saronse was niet bereid zich over te geven. Hij zal vechten. Hij versnelde dapper zijn pas. Probeerde elke roofdier in het oog te houden. Maar dat was niet zo simpel. De wolven kwamen van alle kanten. Saronse werd opgesloten in een kring van hongerige beesten. Ze lieten hun vlijmscherpe tanden zien. Van opwinding bundelde er slijm uit hun lelijke monden. Saronse was echter niet bang. Als het nu zijn tijd was, dan was het zo. Dan was hij eindelijk herenigd met zijn kudde. Maar aan de andere kant... stel dat ze niet dood waren? En nog steeds angstig op hem aan het wachten waren? Nee, het zag er naar uit dat Saronse moest blijven vechten tot de dood hem zelf ging halen. Saronse remde en gaf een paar rake klappen uit aan een wolf die tegen zijn billen vloog. Hij had een gat gemaakt waar hij uit kon breken. Haastig draaide hij zich scherp om en rende ervandoor. Maar hij wist dat ze hem niet zomaar zou laten gaan. De wolven achter volgden hem op de voet. Een wolf hapte naar zijn benen. Woest greep Saronse de wolf en rukte die de lucht in. Hier en daar haalde hij het uit. Hij bleef vechten, hij gaf niet over. Uiteindelijk stond Saronse hijgend stil. Hij trilde van al die inspanningen. Hij was nat van het zweet. Zijn ogen keken intens... zo dapper. Enkele overblijvende wolven bleven aarzelend staan. Niet wetend wat ze nu zouden moeten doen. Uiteindelijk hief Saronse uitdagend zijn hoofd op. Hij had nog niet alles uit de kast gehaald. Even staarden beiden dieren elkaar aan. Uiteindelijk besloten de wolven niet meer van hun leden te verspillen. Ze trokken weg. Saronse zuchtte opgelucht. Hij merkte dat hij een niet zo'n plezierige wonde had aan zijn achterhand. Die zal hij zo wel verzorgen. Hij was kletsnat. Van het zweet en regen. En hij was erg uitgeput. Saronse begon rustig te stappen. Naar de vallei. Daar zal hij een tijdje kunnen rusten. En hij had een beter zicht op roofdieren die zijn bloed geroken hadden.
Sunset <3
Sunset <3