Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

I will offer you blood~ Offer you the D E A D in a B O D Y

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Alezàn

Alezàn

,,Niemand haat beter dan mij, niemand verafschuwt beter dan mij. Ik zal je bloed geven, je dood geven, ik kan je macht geven. Het enige wat je hoeft te doen is mij te B E V R I J D E N’’



Dat was zijn uitspraak geweest een hele tijd geleden, toen hij gevangen genomen was omdat hij één moord gepleegd had, nou ja, omdat ze erachter gekomen waren dat hij een moord gepleegd had, want eigenlijk had hij er heel wat meer dan één gepleegd. Meestal kwam hij als een sluipmoordenaar midden in de nacht sloeg toe bij de gene die hij haatte en glipte dan weer weg voordat hij echt gezien was, het enige wat hij achterliet was bloed en de dood. Niemand haatte beter dan hem, hij bewoog zich in het holst van de nacht, moordde alles wat hem tegen stond, maar overdag was hij onschuldig, iedereen vond hem aardig, iedereen dacht hem aardig te vinden. Zo ging hij te werk, meestal in opdracht van iemand die hem ooit had zien moorden, iemand die zei dat hij hem anders zou verraden. En één keer had hij een wezen over het oog gezien, het was nog maar één klein veulentje die hem toen verraden had. Maar het veulen had het gedaan, later had hij persoonlijk met het veulen afgerekend, nadat hij vrijgelaten was, toen ook had hij weer vele moorden op zijn geweten. Hij was een sluipmoordenaar, hij werd verhuurd, ging van paard naar paard om hun vijanden te vermoorden, hij vermoorde voor iedereen wie het ook was. En nu nog steeds had hij het vermogen om in de nacht stil en ongezien binnen te sluipen toe te slaan en dan weer weg te gaan zonder dat het gemerkt werd. Zijn staart sloeg heen en weer, toen hij dacht dat hij nog één opdracht te voltooien had, dat was dan ook de reden waarom hij hier was. Maar hij zou hier blijven, ondanks alle opdrachten die hij van her en der zou krijgen.


~Fether~

Fether

Fether
VIP

In een uitgestrekte draf raasde Fether langs de rivier oever. Het water klotste wild tegen de kant aan, waardoor er zo nu en dan spetters op haar spierwitte vacht vielen. De spetters kwamen in zo'n kleine porties dat het nog wel even zou duren voordat ze echt nat was. De grond waar ze over liep was wel redelijk modderig door al die spetters, maar dat had waarschijnlijk ook wel even geduurd voor het zo nat was. Fethers spieren rolden bij elke beweging die ze maakte onder haar vacht. Voor een merrie was ze bijzonder gespierd. Ze trainde dan ook redelijk veel. Spieren waren altijd wel ergens handig voor. Om ruige gebieden te passeren, om lang te kunnen galopperen en in een gevecht natuurlijk ook. In de winter had ze niet veel kunnen trainen en waren haar spieren afgenomen. Maar dat had ze nu weer helemaal bijgewerkt. Na nog een tijdje stevig door gedraafd te hebben maakte ze een overgang naar stap. In een ontspannen maar actieve stap bleef ze haar weg langs de rivier vervolgen. Haar ogen stonden zoals altijd ijskoud met een lichte duivelse glimp erin. Haar blik werd door de rivier aangetrokken. De stroming was sterk. Als er een paard zich nu in de rivier zou begeven was de kans groot dat hij het niet overleven zou. Fether zou met alle plezier Ravena een oversteek van de rivier laten maken. Ze haatte die schimmel merrie met heel haar hart. Nog veel meer dan ieder ander goedzakje. Ze wist wel dat Ravena neutraal was, maar Fether noemde het beest gewoon een goedzakjes. Ze had haat aan goedzakjes en aan Ravena dus ze pasten wel in dezelfde groep volgens Fether. Niet dat als ze een puur slecht paard haatte het ook een goedzakje was, maar dat was weer iets heel anders. Ineens kwam met het licht briesje dat de hele tijd al aanwezig was een geur mee. De geur van een ander paard. Waarschijnlijk een hengst. Ze rook ook de vertrouwde geur van dood en verderf en maakte daaruit op dat dit een slecht paard was. Ze bleef op hetzelfde tempo doorstappen. Ze zou vanzelf het paard wel bereiken.

Alezàn

Alezàn

,,Niemand haat beter dan mij, niemand verafschuwt beter dan mij. Ik zal je bloed geven, je dood geven, ik kan je macht geven. Het enige wat je hoeft te doen is mij te B E V R I J D E N’’

Hij richtte zijn blik op de rivier, hij vloekte eventjes binnensmonds toen hij op zijn tong beet, maar veel pijn deed het niet, hij voelde het amper. Een paar passen liep hij naar voren, het bloed druppelde soms uit zijn mond, met zijn mond boven de rivier spoog hij wat bloed uit, zijn blik volgde het bloed terwijl het met de stroming van de rivier uit elkaar spleet. Het bloeden stopte, een kleine bult vormde zich op zijn grote roze tong, maar hij trok het zich niet aan. Hoe zou het zijn om in die rivier te zwemmen? Hoe zou het zijn in die rivier te staan? Je zou sterven, er was geen redden meer aan eenmaal in de rivier en je dood was bepaalt, zelden kwam je eruit. Zelden werd je gered uit de hebberige handen, verlangend naar de dood, van de duivel. De rivier sloeg hard tegen de 'kust' water spoot allerlei kanten op. De woeste stromingen worstelden en vochten met elkaar, waardoor wild water ontstond. Plots verscheen een schim in zijn ooghoek, hij trok zijn ogen tot spleetjes draaide zich om en liep weg van de rivier, zijn ogen kwamen weer normaal te staan. De merrie was inmiddels genaderd, hij bekeek haar kalm en aandachtig, zijn sinistere ogen gleden over haar lichaam. Slecht, was het eerste wat door hem heen schoot. Zijn mondhoeken trokken sinister omhoog, bijna onmerkbaar vormde er zich een haast onzichtbare sinistere glimlach, eentje die onheil voorspelde, vannacht. Misschien niet voor de merrie. Maar vannacht zou hij er weer op uit trekken, zou hij weer slachtoffers hebben, zou hij meer paarden laten branden in hel als trouw dienaar van enkel een fantasiefiguur in zijn kleine fantasie. Want hij leefde in de harde waarheid en in de genadeloze wereld, niet in de vrolijke goede wereld waarin sommige leefde, een wereld waarin alles verbloemd werd tot iets goeds. Iedere moord, iedere wandaad.

Fether

Fether
VIP

Als snel zag Fether het paard staan waarvan de geur afkomstig was. Ze zag het paard nu alleen nog maar als een zwart silhouet door de laagstaande zon. Toen ze nog een stukje dichter naar de het paard liep zag ze die steeds beter. Het was inderdaad een hengst zoals ze al dacht. Zijn vacht was voskleurig, en zij manen een soort van blond. Fether had het al bijna helemaal zeker geweten, maar het werd toch bevestigd: het paard was slecht. Ze liep nog dichter naar de hengst toe. Een paar meter voor hem hield ze halt. Als begroeting knikte ze lichtjes met haar hoofd. "Hai." Waren haar enige woorden. Ze prak het op een ijskoude manier uit. Haar ogen gleden rustig keurend over het lijf van de hengst. Hij was redelijk gespierd. Verder was er voor zover zichtbaar niet veel speciaals zichtbaar. "Fether is de naam." Zei ze weer op een rustige toon. Sommige paarden konden namen niks schelen. Maar dat was dan hun probleem. Als deze hengst zich gedreven voelde om zijn eigen naam terug te zeggen zou dat leuk zijn, als hij dat niet wilde dan was dat ook oké. Rustig bleef Fether op dezelfde manier staan zoals ze al de hele tijd stond. Rustig wachtte ze af wat de hengst reactie zou zijn.

Alezàn

Alezàn

'Hai' schoot er door zijn hoofd, een geluid wat de merrie net nog gezegd had. Hij keek haar kalm aan, alsof hij haar nu pas zag. Hij bekeek de merrie nauwkeurig hij was groter dan de witte merrie voor hem, met zijn 1.60 meter. Hij was de grootste niet, maar ook niet de kleinste bleek nu maar weer. Fether, schoot door zijn hoofd heen. Nog steeds sierde die minimale sinistere glimlach zijn gezicht. Langzaam gleden de eerste druppels over zijn huid, hij voelde hoe de koude regendruppels zijn huid minder warm maakte, het voelde fijn. Het was fijn om de regendruppels over zijn huid te voelen naar beneden te voelen glijden, om ze op de grond en in de rivier te horen druppen. Het deed hem licht denken aan bloed dat uit zijn neusgaten en mond naar beneden sijpelde, bijna iedere nacht. Wanneer hij weer eens een moord gepleegd had ter opdracht van iemand die hem anders gevangen zou nemen en dan waren ze niet genadig. Hij was slecht geboren, slecht van aard. Enkel deze schijnheilige acties maakte hem unieker dan hij eerst was.
,,Theye call me the Night Hunter Alezàn.’’
Zijn stemgeluid was sinister, met een schor randje. Zijn stem was getraind om luid te praten, waardoor zijn stemgeluid vanzelfsprekend erg duidelijk was, niet schreeuwend, maar luid en duidelijk zonder stemverheffing...

Fether

Fether
VIP

De hengst voor haar keek Fether even kalm aan als Fether hem aankeek. Ze merkte pas dat het regende toen het haar opviel dat de hengst een natte vacht begon te krijgen. Haar vacht begon iets donkerder te kleuren doordat hij doorweekt begon te raken. Kleine druppeltjes hingen in groepjes bij elkaar in haar manen. De regen leek voor Fether ongeveer even koud als de lucht, waardoor ze niet echt temperatuur verschil opmerkte. Ze vond regen niet erg. Zolang het maar niet ijskoud was. ,,Theye call me the Night Hunter Alezàn.’’ Zijn stem klonk sinister met een schor randje. Eigenlijk had ze bij deze hengst juist een hele heldere stem verwacht. Dit was juist het tegenovergestelde, maar het klonk ook wel aangenaam. Deze hengst leek haar voor zover wel aardig. Ofja, aardig? De opvatting van slechte paarden voor aardig. "En Alezàn, waarom noemen ze je de 'Night Hunter'?" Vroeg ze op een intrigerende manier. Fether had een heldere stem. Maar telkens als ze sprak zat er wel een duistere toontje in gemixt. De ene keer meer dan de andere keer. Dat lag er ook aan wat ze zei. Ze ging natuurlijk niet op een bijna niet duistere manier zeggen dat ze iemand ging vermoorden.

-flut

Alezàn

Alezàn

Bij haar woorden zette hij twee stapjes naar voren waardoor hij dicht bij haar stond, zijn neus was vlak bij haar oor. ,,Niemand haat beter dan mij, niemand verafschuwt beter dan mij.’’
Begon hij met praten.
,,Bloed vloeit rijkelijk in de nacht, als ik mijn naam waar maak, zaai ik verderf en dood.’’
Aan de merrie de eer deze raadselachtige misschien wel mysterieuze woorden te ontcijferen, als ze hersens had zou ze het misschien gebruiken, maar hij gebruikte zo zijn eigen raadselachtige zinnen, niet de eerste de beste die hij tegen kwam hoefde te weten over zijn nachtelijke acties. Niet iedereen hoefde te weten dat hij in de nacht op pad ging en als een groot gespierd moordmachine op pad ging om als een sluipmoordenaar te doden in opdracht van andere. Hij zette weer een paar passen naar achteren zodat ze twee meter van elkaar verwijderd waren, hij hield wel van een spelletje, maar niet van dat kleffe gedoe. Als je hem ook maar één keer aanraakte zonder zijn toestemming scheurde hij je kop van je hals af zonder uitzonderingen, zonder enige twijfel sloeg hij toe. Gebruikte zijn spieren waarop hij zo hard had lopen trainen. Waarop hij nu nog steeds trainde, enkel om zijn vaardigheden te verbeteren. Om zichzelf te overtreffen want hij wilde zichzelf telkens maar weer overtreffen en had een vreselijke prestatiedruk.

Fether

Fether
VIP

Alezàn zette een paar stappen naar Fether toe zodat hij heel dicht op haar stond. ,,Niemand haat beter dan mij, niemand verafschuwt beter dan mij. Bloed vloeit rijkelijk in de nacht, als ik mijn naam waar maak, zaai ik verderf en dood.’’ Waren Alezàn mysterieuze woorden. Verbaasd keek Fether hem aan terwijl hij weer een paar passen van Fether af zette. Verbaasd keek Fether hem aan. Wat bedoelde hij daar nou mee? Haar hersens begonnen net op volle kracht te werken toen ze er achter kwam dat het niet eens zo heel ingewikkeld was wat hij zei. Ze noemen hem de Night Hunter. Dat betekend dus nachtelijke jager. En bloed vloeit in de nacht. Hij moord dus in de nacht. Ze keek Alezàn weer recht aan. "Je gat er in de nacht op uit om te moorden?" Vroeg Fether droog. Waarschijnlijk was het niet de bedoeling van de hengst geweest dat ze er zo snel achter kwam, maar daar kon Fether ook niks aan doen. Met een kalme blik bleef Fether de hengst aankijken. Normaal was ze veel vuriger, maar vandaag had ze dus blijkbaar gewoon een rustige bui.

Alezàn

Alezàn

,,Always, untill the end~’’



Hij merkte hoe de merrie op volle toeren begon te denken en wachtte licht ongeduldig af tot ze klaar was met denken. Hij had zijn hoofd en staart hoog in de lucht geheven. Hij stampte eventjes met zijn hoef op de grond, kon dat Fether ding niet was sneller denken? Hij keek haar sinister maar licht belangstellend aan toen ze begon te praten. Juist ja, en dat had ze niet wat sneller kunnen bedenken? Het was maar wat duidelijk dat hij niet een al te best geduld had. Iets wat hij dan ook maar al te duidelijk liet zien, en iets wat hij ook graag liet zien aangezien paarden dan altijd zenuwachtig werden, tenminste in het vorige gebied waar hij bekend stond als een sluip en huurmoordenaar die nooit gestraft werd. Iets wat de paarden in dat gebied enkel meer zenuwachtiger maakte, en ook hier zou hij zijn hobby maar al te graag uitvoeren, rusten stond bij hem op een van de laatste plekken, dat was niet zo belangrijk in zijn ogen. Hij bekeek de merrie eens schattend, zocht in haar ogen een weg naar haar ziel. Opzoek naar haar geheimen, naar de dingen die zij graag verborgen hield voor andere. Misschien wel een goede aard diep van binnen? Hijzelf kende geen geheimen, hij was niet bang voor de mening van andere over hem, beledigingen gingen het ene oor in en het andere oor uit.
Hij tuitte eventjes zijn lippen, opzoek naar een goed antwoord.
,,Ik stond er in het vorige gebied zelfs om bekend.’’
Klonk zijn mysterieuze sinistere stem, met hetzelfde stemgeluid als daarvoor. Als altijd, nu enkel met een mysterieus randje erbij. Want sinister was zijn stem en houding altijd. Hij kende vreselijke woedeaanvallen, en grote rustige tijden. Maar altijd was hij sinister, hij was onvoorspelbaar kon ieder moment toeslaan, in zijn vorige gebied wisten ze maar niet hoe ze zich zo goed mogelijk voor hem konden verstoppen. Sommige noemde zijn steek-aanvallen slap, zijden dat hij laf was dat hij niet het gevecht aan ging van hengst tot hengst of van hengst tot merrie. Maar hij genoot van datgeen wat hij deed, bijna iedere nacht.
,,Nu, Fether. Wat moet je van me?’’
Vroeg hij bars aan de witte merrie voor hem.

Fether

Fether
VIP

De hengst had dus blijkbaar absoluut geen geduld. De hengst keek haar onderzoekend aan. Heel zwart onderzoekend. Alsof hij in haar ziel wilde kijken om te zien of Fether ook zulk soort dingen verborgen hield voor de wereld. Fether had geen dingen die andere paarden niet van haar mochten weten. Ze zou elke vraag die elk paard haar vroeg open en bloot beantwoorden. Maar Fether had dan ook geen apart verleden. Ze wist. Iets erg veel meer van haar jeugd, maar voor zover ze zich kon herinneren was er nooit iets speciaals gebeurd. Eigenlijk had ze een heel erg saai leven. Niet zo saai als die hobby loze goodies, maar voor een badass had ze zeker niet veel speciaals mee gemaakt. ,,Ik stond er in het vorige gebied zelfs om bekend.’’klonk de stem van de hengst weer op een mysterieuze en sinistere toon. Was het nu de bedoeling dat Fether nu bang werd? Als dat het geval zou zij. Was het hem in ieder geval niet echt gelukt. Ze had een koele aard. Ze was ook absoluut ontzettend vurig, maar ook zeker erg koel. ,,Nu, Fether. Wat moet je van me?’’Vroeg Alezàn ineens bars. Fether keek de hengst doordringend, maar ook weer niet bedreigend aan. "Wat boeit dat nou hoe jij in je vorige gebied bekend stond? Het gaat om het nu. Wat doet het verleden er toe?" Antwoordde Fether droog, maar met haar duistere toontje die hoorbaar was bij alles wat ze zei. Ze bleef de hengst nog steeds met een ijzige blik aan kijken. "En ik heb toch niet gezegd dat ik iets van je moet?" Zei ze op dezelfde toon als waarop ze het vorige wat ze had gezegd zei.

Alezàn

Alezàn

Hij mepte met zijn staart, rolde eventjes met zijn ogen toen ze weer begon te kwekken en te babbelen. Wat maakte het uit? Ja, dat had hij zich ook al afgevraagd waarom het uitmaakte, maar de merrie vroeg het, en dat was zijn bevestiging.
,,Jij was degene die het vroeg, ik gaf een bevestiging zo gaan de zaken weet je.’’
Antwoordde hij kalm, die merrie moest een ophouden met die domme vragen stellen want daar werd hij spuugziek van, het was toch vreselijk makkelijk te begrijpen. Té makkelijk naar zijn idee. Maar hij maakte het maar niet moeilijker, de merrie was blijkbaar een simpele denker, hij wou eigenlijk ook niet al te moeilijke woorden aanhoren, vreselijk vervelend werd dat dan uiteindelijk. Bij haar volgende vraag zette hij één stap naar voren.
,,Luister Fether, je begint me op de zenuwen te werken met die achterlijke vragen. Jíj kwam naar míj toe, dus jíj wilt waarschijnlijk wat van míj. Dat hoef je niet te zeggen.’’
Zijn stemgeluid was nu luider en barser geworden. Hij keek de merrie eens doordringend aan, ze moest hem nu niet op de proef gaan stellen, dat zou haar op den duur nog eens goed dwars gaan zitten. Op den duur, zeker. Langzaam en haast onmerkbaar zette hij een stap naar achteren toe, waardoor hij de twee meter weer duidelijk maakte, nog steeds hield hij haar ogen vast en keek haar strak aan, zonder enige angst keek hij recht in haar ogen, zonder ook maar twee keer achter elkaar te knipperen of zijn blik af te wenden.

Fether

Fether
VIP

,,Jij was degene die het vroeg, ik gaf een bevestiging zo gaan de zaken weet je.’’ De hengst sprak kalm, maar Fether zag wel dat hij zich aan haar ergerde. ,,Luister Fether, je begint me op de zenuwen te werken met die achterlijke vragen. Jíj kwam naar míj toe, dus jíj wilt waarschijnlijk wat van míj. Dat hoef je niet te zeggen.’’De hengst klonk nu ontzettend geïrriteerd, en zijn stem klonk nu ook harder en ruwer als eerder. Hij ergerde zich duidelijk rot aan Fether. Als hij haar echt zo erg vond moest hij zelf maar oprotten. Fether zou wel kijken hoe lang hij het nog uit hield met haar. Eigenlijk meer met zichzelf, want zo raar waren de dingen die Fether zei helemaal niet. "Ik kwam trouwens niet naar je toe. Jij stond toevallig op de route waar ik liep. Ik dacht ik spreek dit paard aan, want misschien is het wel een leuk paard. Maar dat had ik dus blijkbaar fout gedacht." Sprak ze bitcherig. Fether was soms een bitch, en dat wist ze zelf ook. Maar het boeide haar niets. Als paarden haar voor bitch uitscholden was dat geen belediging. Het was eerder een compliment. Haar wenkbrauwen waren allebei opgetrokken waardoor haar gezicht een arrogant te uitstraling kreeg. Zo bleef ze Alezàn aankijken. Het zou haar niets boeien als hij vanacht bij haar langs zou komen en haar zou vermoorden. Ze had toch niets waar ze om gaf. Wat de hengst er aan zou hebben wist ze dus ook niet.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum