Galopperend over de duinen schudde hij zijn hoofd hevig op en neer. Door al die wind die er stond waaide het zand tegen hem op en kwam in zijn ogen. Langzaam minderde hij vaart tot dat hij stil stond. Hij draaide zich om zodat hij met zijn kont naar de wind toe stond. Hij keek om zich heen. Het enige wat hij zag waren een paar vogeltjes in de lucht en wat kleine plantjes op die grond die met de wind meewaaide.
Hij besloot om met de wind mee te gaan lopen. Dan had hij geen last van het zand dat rond vloog. Op eens hoorde hij een raar geluid. Hij stond meteen stok stijf stil. Hij keek rond waar dat geluid vandaan kon komen. Het was maar een meeuw die ook alleen rond vloog. De golven sloegen om en het klonk zo mooi. Hij besloot maar eens naar het water te gaan. Langzaam dribbelde hij naar beneden, voetje voor voetje zette hij ze neer, tot onder aan de duin. Hij sprong aan in draf. Met een rustig tempo draafde hij naar de zee. Zijn manen en staart wapperde op en neer. Toen hij met zijn hoeven in het water stond stopte hij. Hij strekte zijn nek naar voren en liet hem langzaam naar beneden zakken tot dat hij het water aanraakte. Hij nam een slok. Deed zijn hoofd omhoog en spuugde het uit. 'Wat zout' riep hij luid uit. Hij kapte een keer met zijn voorbeen in het water zodat het alle kanten opspatten. Hij liep aan steeds verder de zee in tot zijn buik de zee raakte. Hij draaide zich om en galoppeerde snel het water uit. Dit deed hij nog eens. Zo vermaakte hij zich zelf zonder iemand anders. Na een aantal keer op en neer rennen had hij er wel genoeg van. Hij stapte langzaam verder totdat...
[Open voor iedereen]
Hij besloot om met de wind mee te gaan lopen. Dan had hij geen last van het zand dat rond vloog. Op eens hoorde hij een raar geluid. Hij stond meteen stok stijf stil. Hij keek rond waar dat geluid vandaan kon komen. Het was maar een meeuw die ook alleen rond vloog. De golven sloegen om en het klonk zo mooi. Hij besloot maar eens naar het water te gaan. Langzaam dribbelde hij naar beneden, voetje voor voetje zette hij ze neer, tot onder aan de duin. Hij sprong aan in draf. Met een rustig tempo draafde hij naar de zee. Zijn manen en staart wapperde op en neer. Toen hij met zijn hoeven in het water stond stopte hij. Hij strekte zijn nek naar voren en liet hem langzaam naar beneden zakken tot dat hij het water aanraakte. Hij nam een slok. Deed zijn hoofd omhoog en spuugde het uit. 'Wat zout' riep hij luid uit. Hij kapte een keer met zijn voorbeen in het water zodat het alle kanten opspatten. Hij liep aan steeds verder de zee in tot zijn buik de zee raakte. Hij draaide zich om en galoppeerde snel het water uit. Dit deed hij nog eens. Zo vermaakte hij zich zelf zonder iemand anders. Na een aantal keer op en neer rennen had hij er wel genoeg van. Hij stapte langzaam verder totdat...
[Open voor iedereen]