Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Het verschil tussen werkelijkheid en dromen | Painted Black

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Chaitanya

Chaitanya
VIP

De merrie liet haar ogen door haar vertrouwde omgeving glijden. De tipi's stonden er vredig bij in de late avond, op de tenten het meeste naar rechts waren oranje strepen van het vuur te zien. De merrie liet haar blik naar rechts glijden, zag de fonkjes boven de tipi's voor haar uitkomen, maar ze waren al gedoofd voordat ze de duistere hemel bezaaid met sterren konden bereiken. De merrie keek achter zich, ze zag een voskleurige hengst naast haar zijde staan. Zijn voskleurige vacht leek op vuur dankzij het oranje licht zelf. De hengst glimlachte naar haar. De merrie glimlachte terug. Samen stapten ze richting het vuur, nu nam de hengst de leiding. Chaitanya wou hem tegen houden en riep de hengst achterna: ‘Niet doen! Je weet de weg niet.’ Maar de hengst leek de weg wel te weten en het liep richting de mensen die vrolijk rondom het vuur zaten. Het gelach wekte in plaats van rust angst bij de merrie op. En plotseling was het gelach weg, de merrie stond aan de grond genageld, de lange grassprieten streelden haar benen. De stilte werd gegil, eerst van slechts een paar mensen, maar toen leek de hel los te breken. Vuur verspreide zich rondom de merrie die angstig de hengst na riep, maar ze kon niet dichterbij komen, het leek alsof ze voor een hek stond waar ze niet doorheen of overheen kon. Haar benen vertikten haar dichterbij te dragen, het gegil en geschreeuw werd harder. Ze hoorde paarden hinniken. Maar niet de hengst die zojuist in de valstrik was gelopen. De merrie hinnikte, zij had hem moeten leiden dan was dit niet gebeurt! Waarom hoorde ze hem niet? Waarom zag ze hem niet meer? De mensen kwamen achter de tipi's tevoorschijn en gilden en renden en paarden gingen de andere kant op, een steek ging door Chaitanya's hart. Het vuur verspreide zich om haar lichaam, het gras dat langs haar benen streelde verranderde in vlammen die aan haar vacht likten. De merrie steigerde, trappelde en plotseling kon ze niet meer blijven staan en baande zich angstig een weg tussen de tipi's door, de enige weg naar vrijheid. Ze zag de hengst niet meer, maar ze kon niet meer stoppen met rennen. Niet meer. En plotseling galoppeerde ze aan de rand van het kamp, ergens waar ze niet wou zijn, maar het leek alsof ze gedwongen werd door te blijven rennen. Nog altijd had ze de hengst niet gehoord, en toen de merrie eindelijk achter zich kon kijken, kwamen de fonkels die veel groter waren, nu juist van de tipi's in plaats van erachter. De merrie hinnikte angstig, maar ze kon niets meer. Ze was verlamd door angst.

Met een ruk schoot Chaitanya wakker. De zachte wind die van de zee afkomstig was voelde koud aan aan haar bezwete lichaam. Ze liet haar neus zachtjes in het warme zand van het strand rusten, het had de hele dag in de brandende zon gestaan en het was warm. Chaitanya slikte haar droge keel. Ze voelde haar hart in haar hoofd kloppen en ze zuchtte bibberig. Het was niet echt, het was niet echt. Het was wel gebeurt, maar niet nu, niet nu. En plotseling merkte Chaitanya op dat het Desolate was in plaats van haar mens die naast haar had gestaan. In haar droom wist ze niet wat er ging gebeuren. Maar haar onderbewustzijn wist het wel. Daarom wou ze Desolate leiden.
Rustig aan, dacht Chaitanya in zichzelf toen ze haar ogen op een kier open hield, het was niet echt. De merrie rekte haar nek uit en rolde een paar keer door het zand, waarna ze op stond en de donkeroranje avondzon die boven de rustige zee scheen, aan keek. Vervolgens keek de merrie om zich heen, maar tot haar spijt zag ze nog niemand. Langzaam begon ze door het mulle zand te stappen, tiental meters van de zee vandaan. Ze voelde de wind die afkomstig was van de zee tegen haar lichaam aan blazen, het zand uit haar vacht weg. Chaitanya wou dat het meer dan alleen dat wegblies. Die droom wou ze op dit moment ook wel vergeten. De merrie sloot vermoeid haar ogen en liet haar hoofd laag hangen terwijl ze werd verwarmd door de warme avondzon, deed haar best om het zelf maar te vergeten. Haar poging, en die daarna en die daarna ook, mislukten.

Painted Black

Painted Black
VIP

Met zijn ogen gesloten stond de hengst op een grote open plek, de zon vormde een warm contrast met zijn vacht, die door de opkomst van de zon geleidelijk dunner werd. Bijna was hij zijn wintervacht kwijt, op enkele rug haren na. Een diepe zucht verliet zijn keel. Langzaam spoorde hij zich zelf aan in een rustige stap. Met elke stap die hij zette, knetterde het zand als bubbeltjesplastic. Met zijn oren naar verschillende kanten, bromde de hengst zacht verschillende namen op. ’Amani’, was de eerste naam die in hem opkwam. Ze was zijn vorige partner geweest, zijn aller eerste liefde. Maar nu hij aan haar terug dacht, moest hij eerlijk toegeven dat er geen enkele hoop meer was. Ze hadden elkaar verlaten, hun veulens verlaten, en er was niks meer aan te doen om hun bij elkaar te brengen. Niet alleen Amani zwierf rond in zijn gedachte, nog een naam van een merrie, een naam die dezelfde letters had als Amani. ’Nanami’ bromde hij stuurs op. Het was een soort psychiatrisch hulpmiddel om alles in zichzelf op te brommen, maar zoals vaker gezegd werd, je leerde je problemen zo beter kennen. Nanami was zijn leidster, niet alleen de zijne, maar van meerdere paarden. Utopia was de kudde die haar geleid werd. Maar Painted kreeg zo zijn twijfels nu hij terug keek naar het kudde gevoel. Het gevoel dat hij had gehad met Fire Flame, was totaal verbannen. Het voelde anders, wat behoorlijk logisch was, maar niet op een goeie manier. Weer spookte het in zijn gedachte om de leidster uit te dagen, net zoals hij met Boots had gedaan. Toen had hij gewonnen, vol trots had hij de Fire Flame geleid. Maar door een zelfgemaakte fout raakte hij direct de kudde kwijt. Zoals de adelaar gedood werd door de pijl die voorzien was van vleugeltjes van zijn eigen veren, zo is de hand van de wereld gewond door haar eigen vaardigheden. Hoofdschuddend zette hij nog meer stappen. Fouten werd gemaakt, soms voor het goeie, soms voor het slechte. Maar zonder fouten zou je niet leren, en dat was het belangrijkste. Het leven was één grote les.

Starend naar de lucht, dat gekleurd als een verfdoek, de wereld omringde, dacht de hengst terug aan gister. Het klonk raar, maar op dit moment kon hij totaal geen depressieve gedachtes verwerken. Dus dacht de hengst terug aan wat hij gister gegeten had, gras voornamelijk, en hoe hij zijn dag had door gebracht. Weinig, verveeld, besefte hij nu. Maar hij mistte delen, delen die hij niet kon herinneren, alsof zijn hoofd een grote blok gatenkaas was. Agh, het zal wel, bedacht de hengst zich. Sportief draafde hij aan richting het water. Hoewel het niet super koud was, was het niet bepaald heerlijk weer om te gaan zwemmen. Voetje voor voetje schuifelde de hengst het water in, dat algauw zijn onderlichaam nat maakte. Half kreunend bracht hij zichzelf weer naar de droge kant, schudde zich uit, en ploft vervolgens neer in het zand. Er ging niet boven een goeie zand deken na een bad. De hengst rolde eerst naar zijn linker kant, gooide zijn benen in de lucht en duwde zich met volle kracht naar andere kant. Even vergat hij zijn ogen dicht te doen, waardoor het zand in zijn ogen brandde als jodium in een verse wond. Hij stond vlug op, schudde zich nogmaals uit. Een trillende zucht verliet zijn keel, het water was kouder geweest dan hij had gedacht. Langzaam stapte hij enkele meters van het water vandaan, de wind bracht hem een bekende geur zijn neus in. Ah! Wat leuk. Een glimlachte vormde rond zijn gezicht toen hij steeds dichter bij de geur kwam, de geur van Utopia. Het was dus een kudde lid, een merrie, wel te verstaan. Na enkele meters vond hij het lichaam van de grijze merrie, waarbij hij zich ergens de naam ‘Chai’ herinnerde. Mogelijk was het een veel moeilijkere naam, ook namen sloeg hij op in zijn gatenkaas achtige brein. Langzaam knikte hij de merrie toe, vriendelijk en beleefd. De merrie had duidelijk iets anders aan haar hoofd, misschien had het ook met de kudde te maken? Maar toen hij haar blik nader bekeek, merkte hij dat het verdriet was, spijt, misschien wel. Tuurlijk had hij verdriet dat het nu bergafwaarts ging met de kudde, maar zoals de blik die de merrie had, nee, dat kon niks met de kudde te maken hebben. Rustig zwiepte hij de laatste restjes zand uit zijn staart. ’’Chai..’ sprak hij iets onzeker. ’Toch?’ vervolgde hij vlug. Even gleed zijn blik door het gebied, er leek hier geen tijd te bestaan. Er was geen tijd dat hij hier weg moest, of dat hij hier moest zijn. Heerlijk, die vrijheid, terwijl hij ergens in zijn hart toch gevangen was. Een kudde betekende verantwoordelijkheid voor elkaar, en als Nanami het zei, zou hij er direct voor de hele kudde zijn. Maar nu was het rustig in de kudde en hij genoot er met volle teugen van. Hij probeerde zich het gesprek te herinneren, kon nog enkele namen bedenken. Ravena. Of ravenmeisje, zoals hij toen bedacht had. Iets met Echan, de dudé die van Chersonissos leek te zijn. Iets met Thee. Thee-as. En er nog een paard met Spirit. Ohgut, het waren zoveel woorden. De hengst wist amper welke hij moest onthouden. Misschien moest hij zijn brein eens legen, al zijn oude, nare gedachtes, uit zijn hoofd verbannen om vervolgens zijn brein vol te proppen met namen. Glimlachend onderdrukte hij zijn wil om het aan de merrie te vragen, waarschijnlijk wist zij de namen even min als hij. De hengst trilde toen een windlaag door zijn vacht streek, zijn zijde haren streek. Een klein pufje verliet zijn keel toen de wind zijn voorpluk voor zijn ogen liet vallen, die vervolgens door zijn eigen gecreëerde wind weer uit zijn gezichtsveld vloog. Toen de hengst zijn ogen enkele tellen sloot, vulde zijn lichaam met een gevoel van kalmte. Hij voelde zich rustig, bij deze merrie. Iets aan haar uitstraling vertelde hem dat het goed zou komen, hoewel ze eerder dacht aan haar eigen problemen. De hengst schudde even zijn hoofd, agh, hij moest niet aan zijn problemen denken. Een fijn gesprek met deze merrie zou hem wel helpen op andere gedachten, misschien zou hij er door zijn gedachtes vergeten. Hij richtte zijn blik op de zanderige grond, en vervolgens weer op de merrie. Zou zij ook alleen zijn, net zoals als hem? Zonder partner, maar met kudde? Was ze forever alone, net als hij? If there are forever alone girls, and forever alone
guys, then why don't they just get together? Hij glimlachte even, liet hem snel weer vervagen. Neen, deze merrie was aardig, wist hij. Maar niet zijn droomprinses.

[1.125 woorden. Yay]

Chaitanya

Chaitanya
VIP

De merrie bleef staan. De wind woei haar kant op, een geur drong haar neus binnen. Het was maar een vage geur, moeilijk te onderscheiden van de scherpe zoutlucht. Maar ze rook het. Een hengst. Utopia. Hmm, de kudde waar ze lid van was. Opeens besefte de merrie dat deze kudde veel dichterbij lag dan Desolate. Nee, niet omdat ze Utopia belangrijker vond (hmm, dat klonk wel erg egoistisch jegens Utopia), maar omdat dat haar nieuwe familie zou worden. Maar om een of andere manier kwam het harder aan als ze aan Desolate moest denken. Pas op met zijpaden, Chai, hoorde ze haar mens zeggen. De woorden spookten rond door haar hoofd en het leek zo echt dat de merrie het niet kon laten om zich heen te kijken om te zien of haar mens ergens dichtbij stond. Natuurlijk was het niet zo, al deed deze conclusie best wel zeer bij de merrie. Sommigen leiden niet meer naar het hoofdpad en zijn vaak te dun en te moeilijk om te volgen; je zult terug moeten, maar als je niet goed om je heen hebt gekeken vindt je het nooit meer terug. Dan zit je verstrikt totdat je met grootse moeite je door alle takken een weg moet banen om terug naar het pad te komen dat je een dag lopen minder gekost zou hebben. Plotseling kregen deze woorden een totaal andere betekenis. Soms moet je het leven gewoon nemen zoals het is om het hoofdpad te blijven volgen, maak de bijzaken niet de hoofdzaken en als je het toch doet: zorg er dan voor dat je steun zal hebben zodat je een stap terug kan doen als het teveel wordt, en je geen omweg zal moeten maken.
Wat typisch was dit allemaal. Sinds haar mens dood was kregen al zijn woorden een veel diepere betekenis en soms had ze van die momenten dat ze dat niet kon hebben. Ja leuk met je diepe betekenissen maar vertel nou eens wat ik nu moet!, gromde Chaitanya bitter in haar gedachtes.
Plotseling zag ze zand omhoog spatten en de merrie werd weer naar het nu getrokken. De hengst die ze zojuist had opgepikt lag te rollen. Hij was waarschijnlijk het water in gegaan, aan het onderste deel van zijn lichaam plakte een boel zand in vergelijking met het bovenste deel. Chaitanya keek nieuwsgierig op. De hengst zag haar ook. Painted Black, herinnerde ze zich. Vroeger... auw, dat deed zeer. Vroeger kende ze veel paarden en mensen met een dubbele naam. Painted Black leek er een beetje op, maar ook zijn zwarte vacht hielp haar onthouden. Ze kon zich SoulSpirit nog onthouden en Nanami natuurlijk, maar die laatste omdat dat haar leidster was. De rest was ze alweer vergeten, maar het gaf niet, want de meeste had ze nog maar 1 keer ontmoet en dat gaf haar weer het vrijkaartje om te vragen hoe ze ook-al-weer heten als ze ze weer eens tegen zou komen. Ze was niet zo lang aanwezig gebleven bij de bijeenkomst, haar wonden waren nog te rauw geweest op dat moment. Ze kon trouwens nog steeds de gebeurtenissen niet bevatten, maar het gevoel dat ze haar vroegere familie verraade was al een heel stuk minder.
De hengst kwam op haar af en zijn houding liet haar denken aan een van de paarden die ze vroeger had gekend. Het baasje van dat paard had altijd haar eigen mens zo gemogen. De merrie sloeg haar ogen af. ‘Chai...’ hoorde ze de hengst onzeker vragen. De merrie opende direct haar mond om haar eigen naam af te maken: ‘Tanya,’ mompelde ze. Met moeite trok ze haar mondhoeken omhoog om vriendelijk te glimlachen. Iets waar ze goed in was, als haar hart niet zo zeer deed en de dromen en gedachtes naar het verleden haar niet zo in de war brachten. De hengst had ondertussen nog iets gezegd maar dat was de merrie ontglipt. De hengst leek even in gedachtes verzonken te zijn (dat wou Chai ook wel, in plaats van enge dromen en nare gevoelens). Hij glimlachte in zichzelf, leek haar iets te willen vragen en Chaitanya probeerde haar aandacht zo veel mogelijk bij deze hengst te houden zodat ze zelf niet weer in haar eigen, pijnlijke gedachtes verzonk. De hengst trilde bij een windvlaag waarbij een plukje manen voor zijn ogen viel wier hij wegpufte. De hengst leek ontspannen te zijn, in tegenstelling tot de merrie, wie zich als een bonk spanning dat bijna op ontploffen stond voelde. Ze zuchte en het klonk gekweld, iets wat de merrie niet had gewilt. Ze wou en ze zou deze hengst niet met haar problemen bekogelen. Misschien zou ze dat alleen Desolate aandoen: die zou haar begrijpen. Maar ze wilde niet iedereen ophangen met haar eigen problemen. Ook al kwam Painted Black uit dezelfde kudde waar zij in zat.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum