Puck liep op een slakkentempo langs de rivier. Het maakte haar niet uit waar ze heen ging. En de rivier was makkelijk te volgen zodat ze niet verdwaalde. En als ze straks weer terug wilde, hoefde ze alleen het water maar stroomopwaarts te volgen. Ze was zo diep in gedachten dat ze de wind niet eens in haar manen voelde. Was het wel goed geweest om bij Kenzo weg te gaan? Oke, ze kende hem nog maar een dag. Maar ze was zo overduidelijk verliefd op hem en hij op haar. Maar hij was zo veel groter... Oh ze wist het echt niet meer! Wat moest ze hier nou mee? De tranen liepen over haar wangen. En dat terwijl ze bijna nooit huilde! Maar vandaag... Elke keer als ze aan Kenzo dacht gebeurde het weer. Ze moest echt met iemand praten. Ze voelde zich zo alleen. Ze kende hier helemaal niemand. Naast haar kudde dan. Maar die had ze ook nog maar een keer gezien. Ineens keek ze op. Daar stond een paard. Kenzo? Nee, dat dan weer niet. Het leek er niet eens op. Oke, nu houd je op met huilen! zei ze tegen zichzelf. Het zou heel gênant zijn als dat paard haar zag huilen als een klein veulentje. Had het paard haar gezien? Oh, waarom gingen die snikken nou niet weg. Dit viel echt zo op! Toen ze zichzelf weer voldoende onder controle had stapte ze naar het paard toe.
Coktail
Coktail