Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

This is who i am, Who you are.

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Djuna

Djuna
The Sister Of The Badasses

Haar hoofd werd in de lucht gesmeten, even was ze in paniek. Ze besefte dat ze op een onbekent terein lag. Gras vervaagde en werd doodse grond, die steenhard aanvoelde. Het schuurde bij elke beweging ze maakte. De heldere lucht werd vervangen door een donkergrijze afschuwelijke kleur, mist kwam een beetje op. Djuna voelde haar verplicht op te staan, wat ze ook deed. Maar de grond schuurde bij de kleinste beweging die ze maakte. Djuna keek nieuwsgierig rond haar heen, ze was niet meer in paniek. Maar gefacineerd hoe alles opeens was verandert. Hoefgetrappel was te horen. En ze hoorde een stem die ze vaag herkende. "Djuna, eindelijk ben je tot bij mij gekomen." De grond verschuifde en lava vloeide in de gaten die de grond maakte door de aardverschuiving. Rook kwam naar boven waardoor het nog mistiger werd. Maar toch kon ze het 1 of ander zien. Een schim kwam haar kant op, die haar eerst had verscholen in de mist. De schim begon een vorm te krijgen. Een buckskin kleurige merrie kwam te voorschijn. Haar manen, ze vormde gordijnen in haar nek. Ze waren mooi lang. Haar Bles, ze zorgde ervoor dat je de ogen van de merrie niet kon ontmoeten. Haar houding, edel en sierlijk dominant. Haar staart, golvend mooi gedragen. Haar vacht, mooi glanzend bedekt met littekens wat duidelijk maakte dat ze een volhouder, een krijgster was. Haar edele hals strekt zich, en raakte de neus van Djuna enkele seconden aan. Djuna was verbaast, wie was zij? De merrie trok haar trug. En smeet haar bles aan 1 kant, waardoor 1 oog te zien was. Een litteken was op te merken, het leek dat het in haar oog was. Aan haar linker schouder was een gigantisch litteken te zien. Dat een Bliksemflits leek voor te stellen, het had dezelfde uitsteksels als de tekening op Djuna's hoofd. Was het toeval? Of was het meer dan dat? Dat was iets wat je nooit te weten zou komen."Hoe,.." Djuna wou wat zeggen, maar ze wist niet wat. "Djuna, herken je me nog? Wie ben ik?" Djuna keek nog steeds verbaast. Ze schudde met haar hoofd. En keek toen neutraal. "Ja, Moeder. Jij bent mijn biologische moeder." De merrie die haar elegant opgesteld hielt knikte. "Je bent mooi gebouwt. Deina heeft haar aan haar woord gehouden. Goed. Maar jij hebt mij beledigt, je hebt mijn eer in schande gebracht." Djuna onderbrak haar. "Dat was niet...Ik wist niet..." Ze stotterde, een teken van onzekerheid. "Zwijg, Djuna." Zei Trust om haar het zwijgen op te leggen. Ze stapte dreigent naar voren." Ik neem het je niet kwalijk. Ik zou ook zo hebben gedacht als mijn moeder bij mijn geboorte was gestorven. Je moet nu luisteren, dit is geen gewone droom. Onthouw dit heel goed." Zei Trust luid en duidelijk. Ze strekte haar nek hoger. "Je bent mijn jongste dochter. Zoals je al weet heb ik nog 1 dochter: Evita. Zij is uit DH. Dus jij bent mijn enige nakomeling in DH. Je bloedlijn is zeer goed. Jou vader is een machtige hengst, die alleen zijn zaad aan een merrie geeft die het waart is. Deze hengst kent Cobrazarao, Zephyr en Azacar zeer goed. En heeft een even goede bloedlijn als deze hengsten. Mijn bloedlijn is niet zo heel goed Qua mijn afstammeling. Maar omdat ik geworden ben van wat ik nu ben, en mijn kenmerken door geef, is het wel een goede bloedlijn. Het is jou taak om je te bewijzen dat je die bloedlijnen hebt verdient. Zephyr, Deina, Azacar, Cobrazarao en Fawn zijn machtige paarden. Ookal ken ik Fawn niet. Ik was een krijgster van Cobrazarao, Azacar en Deina. En dat geef jou een voordeel. Je bent mijn dochter en kunt makkelijker een hogere rang aannemen, dus stel me niet teleur. En hoe dan ook, ik verbied je onrespectvol te zijn tegen Deina. Zij heeft je verzorgt, en het is ook niet haar schuld dat ik dood ben! " Djuna knikte. "Ik Zal je niet teleurstellen. Ik vraag voor vergiffenis, van wat ik over jou heb gedacht." Trust keek Djuna vurig aan. "Paarden van een slechte bloedlijnen vragen geen vergiffenis, Djuna. Je moet je fouten zelf recht zetten. Vergiffenis vragen is een zwakte !". Trust draaide haar lichaam om. "Moeder..." Maar het was te laat, alles vervaagde...

Djuna schoot wakker. Ze was in slaap gevallen, maar alles leek zo echt. Dat Trust nu echt tot haar gesproken had, of het een droom was, er zat waarheid in. Dus haar vader...was een soort leider? Was zoals Zephyr? Zoals de andere machtige paarden? Zephyr was een groot voorbeeld voor Djuna. Hij had haar veel bijgeleert bij het gevecht tussen hun en de roedel wolven. Djuna stond rechten begon te stappen, af en toe greep ze gras beet om te eten. Maar dat deed ze al stappend. Ze dacht kort aan haar zusje, waar zij later voor moest onder doen. Tenzij Djuna haar rang kon verhogen. Djuna wist dat Anaïs Deina haatte, maar ze had geen reden. Deina zorgde ervoor dat Anaïs een kudde had, dat zij de hoogste rang had. En Dan nog, Djuna respecteerde Deina. Zij was de beste vriendin van haar moeder, Deina had Djuna opgevoed. Ookal had ze geen tot weinig training van Deina gehad. Ze was Deina dankbaar. En ze herinderde wat Trust zei "En hoe dan ook, ik verbied je onrespectvol te zijn tegen Deina. Zij heeft je verzorgt, en het is ook niet haar schuld dat ik dood ben!" Djuna schudde haar even uit. Ze wou nog eens wat met Anaïs spreken. Het was bijna 2 maand geleden. Djuna hinnikte naar Anaïs. Djuna wachte af, hoe zou het met haar zijn?

Anaïs

http://www.horsebackriding.be/

Anaïs

Anaïs

Het was ochtend. Het was een grijze dag vol grijze wolken Er was niets te zien en niets te doen. Zeker niet voor het jonge veulen. Het veulen staarde voor haar uit terwijl ze op niets anders lette. Ze had geen zin om ergens op te letten. Ze was niet heel goed gezind en dat mocht iedereen wel weten. Ze had nergens zin in. Ze snoof luid en sloeg met haar staart heen en weer. "Wat een idiote dag. Wat een stomme sneeuw. Idioten." Nog steeds lag er dat dikke pak op de grond. Het vroos enorm en dat betekende dat de sneeuw niet zo snel zou wegtrekken. Het werd moeilijker voor het jonge veulen om altijd hier doorheen te hoeven gaan. Ze had dunne benen en soms was het best zwaar om dan nog eens door de sterke sneeuw te gaan. Vaak hief ze haar hoeven op en draafde ze zodat de sneeuw verbrijzeld werd onder de hoeven. Ze vond het handiger en dan moest ze haar hele lichaam er niet doorheen sleuren. Ze drukte haar oren in haar nek en met een geërgerde blik staarde ze voor haar uit. Haar houding was deels dominanter dan normaal, maar dat was omdat ze het gebied al van haar begon te beschouwen. Ze zou het nooit veranderen, maar het werd nog van haar. Ze stond deze keer terug in het eigen kuddegebied. Ze had nog een keer haar nacht hier doorgebracht. Ze was gekomen in de place of secrets en dat was uitgedraaid op een reusachtige grot. Het gerucht ging dat af en toe ook wat wolven hier rondliepen. Het veulen had gezocht, maar net toen ze aan de andere kant van de grot kwam, was het tijd. Ze had de hinnik van haar zus gehoord. Niet dat ze haar best zou doen om zo snel mogelijk om te draaien en te gaan. Ze was niet iemand die meteen zou vertrekken. Je moest maar geduld hebben als je iemand riep. Haar donkere ogen staarden nog een keer in de gekleurde ogen van de wolven voor haar neus. Ze lieten haar gaan, maar dat zou niet zo snel voor de tweede keer gebeuren. Anaïs was de grot uitgegaan en vertrok naar het gebied waar de hinnik vandaan kwam. Deze keer van een gebied dat ze nog niet zo heel goed kende: Het meander. Het was een gebied met een grote rivier die tussen de kloven stroomden. Het was gevaarlijk als je naar beneden zou tuimelen, maar er was genoeg grond om op te lopen. De rivier was aan de kant bevroren, maar verder niet. Het veulen negeerde de omgeving waarheen ze liep en luisterde naar het gekraak van de sneeuw die geplet werd onder de hoeven. Ze waren nu eindelijk tien maanden oud en ze waren aan het groeien. De tijd ging snel vooruit en binnenkort waren ze al een jaar oud. Dan nog een paar jaar en hun leven zou werkelijk beginnen. Nu moest je natuurlijk ook leven, maar nu kon je nog niet elke dag bloed proeven en leden leiden. Het veulen grijnsde vals bij die gedachte en liep rustig door de sneeuw. Haar donkere ogen gleden over de omgeving en keken af en toe naar de rivier die haar volgde. Ze liep in dezelfde richting als de stroom. Haar oren lagen tegen haar schedel aangedrukt terwijl ze verderop het zwarte veulen zag staan. Ze was heel goed op te merken in de sneeuw. Ook Anaïs zelf omdat ze bruin was. Deina en Duvessa hadden daarin meer geluk. Ze snoof kort en dacht heel even aan de oorlog. Veel leden zouden meedoen, maar zij nog niet. Ze waren te jong. Anaïs zou zeker en vast toekijken vanaf een berg. Ze grijnsde vals en liep rustig op het zwarte veulen af. Haar houding was kalm, maar je zag aan haar blik dat ze niet zo goed gezind was. Ze was nog steeds razend op haar moeder en dat vergat ze niet snel meer. Ze vergaf niet snel een aantal paarden. Het veulen bekeek de zwarte merrie voor haar en een korte knik volgde al snel. Haar donkere ogen gleden van top tot teen en dan hield ze de blik van haar pleegzus vast. De veulens hadden niet zoveel contact meer, maar dat was normaal. Iedereen ging zijn eigen weg. Een kleine grijns sierde haar bruine lippen al snel. "Goedemorgen, Djuna. Je riep me?" Haar stem was veranderd en haar houding ook. Ze werd ouder en de kooi was opengelaten door de sleutel die gevonden was. Alsof de slechtheid ontsnapt was en een nieuw veulen herboren was. Dat voelde zo. Ze snoof kort en sloeg heel even met haar hoef op de grond. Tuurlijk was ze niet boos of slechtgezind op het veulen. Ze was gewoon puur slecht. Zoals haar echte familie. Zo moest je zijn en zo was ze nu ook. Haar blik hield nog steeds de blik van haar zus vast. Ze was benieuwd waarom ze geroepen had want een echte reden om elkaar vaker te zien was er niet. Helemaal niet.

Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum