Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Dry shouts pierce my broken heart

3 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Itzala

Itzala

Ze spitste haar oren. Het geschreeuw werd niet beter te horen. Meteen stormde ze naar buiten, haar gebrek aan adem probeerde haar te stoppen, maar wat was het geschreeuw? Toen keek ze met grote ogen naar haar vader, Destined. Ze hinnikte hysterisch, toen ze haar vader zag, en op de grond voor hem, haar moeder. Haar bloedeigen moeder. "MAM!" schreeuwde ze wanhopig, terwijl ze op het zwarte lichaam van haar moeder afging. Ze zag de wanhopige ogen die in de hare keken. "Rustig schat," Haar moeder likte met haar tong over haar met bloed bedekte lippen. "het is niets, ik genees wel." Natuurlijk kon ze overleven, maar genezen, die grote wond... Nee, dat kon niet. Ze draaide zich woest om naar haar vader. "Hier zal je voor boeten!" schreeuwde ze. "Hoor je het? Hier zal je voor boeten!" riep ze nog harder. Haar vader draaide zijn hoofd om, en ze zag dat haar vader ook flink geraakt was door haar moeder. "Klein mormel, begrijp dat je niets waard bent, groei toch op." Het klopte, ze was pas twee geworden. Maar daardoor was ze toch niet machteloos? Had haar vader geen eens een poging gedaan haar aan te vallen? Was haar vader zo kwetsbaar op het moment, dat hij twijfelde zijn eigen dochter te overleven? Ze bleef aan de grond genageld staan, beslissend of ze wel of niet de sprong zou wagen. "Droog geschreeuw doorboorde mijn gebroken hart, op een dag zal het die van jou breken." zei ze toen, op een normale toon. Dit pikte haar vader niet. Hij draaide zich om. Hij pikte het niet wanneer iemand zijn toekomst voorlas. Of was het iets anders? Hij kwam op haar af, keek haar vernietigend aan in de ogen, maar zij bleef stokstijf staan, alsof ze een onzichtbaar schild had uitgevonden dat haar kon beschermen tegen de waarschijnlijk aankomende klappen van haar vader. En inderdaad had ze die, want achter haar, -wat ze niet merkte-, stond haar moeder op, die haar vader even vernietigend aankeek. Twee tegen een kon hij in deze toestand niet aan. Hij draaide zich om, en stapte weg, waarschijnlijk zich terugtrekkend naar een plek die alleen hij wist. Hij kon niemand op hen afsturen om zijn familie te vermoorden, geen paard vertikte het in zijn hoofd: Het was een wet, in het gebied. Wie een van koninklijk bloed aanvalt, zal zelf ten prooie vallen. Had haar grootvader bedacht. Bovendien was het belangrijk dat haar vader een opvolgende leider had, de twenter kon haast proeven dat haar vader aan de oude kant werd. Ze wist dat ze elke dag belangrijker werd, elke dag zeldzamer, elke dag sterker voor haar vader. Elke dag een kans groter om het gebied over te dragen aan de nieuwe generatie, wat zij was. Te veel filosofie.

Itzala opende haar ogen, en keek om zich heen. Waar was ze? Was ze thuis? Ja, het was het zuiden, het was haar gelukt. Hier kon ze overleven, eten en water in overvloed. Hier was haar alles gegeven, nu nog niet. Maar later wel. Ze keek nieuwsgierig om zich heen, ze moest in slaap gevallen zijn. 'Droog geschreeuw doorbreekt mijn gebroken hart' dacht ze. 'Dry shouts pierce my broken heart'. Ze wist de hele tekst nog. Haar grootmoeder, voordat ze stierf, had het haar geleerd. Ze was te lief, daarom stierf ze. 'The path you're familiar with, Lately you're getting lost on it, Dry shouts pierce my broken heart, I want to see your world, the answer that you seek is inside me.' Het klonk als een stel losse zinnen, en eigenlijk waren het het ook, maar het waren mooie quotes om andermans levens totaal te filosoferen of hen te beledigen met dingen die ze niet eens begrepen. Zinnen buiten de gemiddelde kennis, met een diepere betekenis. Of je kon ze letterlijk nemen, wat Itzala meestal wel deed. Er waren meerdere zinnen, wist ze, maar ze kon ze niet meer herinneren. Er was een zin, middenin het stuk, ze kon het niet meer herinneren, maar ze wilde hem ooit gebruiken. Ze zou er nog wel eens op kunnen komen. Ze spitste haar oren. Hoeven kletterden over de grond. Kon dat wel in de heuvels, met de zachte aarde, de grassprietjes die alle geluiden verzachtten. Of was het maar haar verbeelding? Zou er geen confrontatie komen tussen een van deze vrije paarden in Dreamhorses? Hier waar iedereen een naam kreeg, met of zonder respect, hier waar iedereen verdiende te leven, met of zonder respect, hier waar iedereen recht had te zeggen wat deze wilde, en inderdaad: Met of zonder respect. Ze opende haar ogen eens goed, en ging maar klaarstaan. Ze was net klaar met wakker worden uit dromenland en erover na te denken, dus nu mocht ze wel eens wat gezelschap hebben. Of was het, alweer dezelfde vraag, haar verbeelding? Ze moest stoppen met filosoferen, het enige duidelijke in haar karakter. Ze moest haar eigen karakter vormen. Misschien was ze wel pure filosofie, FILOSOOF HAARZELF. Na, toch maar niet. Ze knipperde goed met haar ogen, maar het beeld bleef vaag. Wacht, was het aan het misten? Was het ochtend dan? Ze voelde de dauwdruppels op haar hoeven. Bah, ze was te vroeg opgestaan. Ze had zin in om de zon op te zien komen, en het prachtige uitzicht van de heuvels te aanschouwen. Het zuiden, ze was er eindelijk. Ze wachtte even om te kijken of er echt wel een paard was.

{{OPEN =3}}

Muerto

Muerto

Langzaam draafde hij over de heuvels heen, het zuiden, hij snoof de geuren op en ging toen over in galop, puur om de wind in zijn manen te voelen. om zijn benen te strekken en over de grond heen te racen, de grond schudde elke keer dat zijn hoeven neer kwamen op de grond. Als een schaduw door de nacht heen. hij viel alleen op in de duisternis, doordat zijn vacht nog zwarter was dan de nacht. Met grote slagen galoppeerde hij verder, zijn manen golfden heen en weer door de snelheid waarmee hij galoppeerde. Het vochtige gras voelde fijn aan onder zijn hoeven, en liet hem toe nog harder te gaan. Hij galoppeerde de heuvels op, hij zag de zon al opkomen, zonnestralen raakten de heuvels aan, om voorzichtig de nieuwe dag aan te kondigen. Hij stopte pas op de punt van de heuvels, hij keek naar de zon en steigerde hoog terwijl hij wild hinnikte, alsof hij de zon zelf uitdaagde. Zijn hoeven maaide gevaarlijk, zijn manen golfden naar beneden toe. Hij bekeek het zuiden, het stond hem wel aan. Nog even bleef hij op zijn achterbenen staan. Daarna liet hij met een dreun zijn voorste hoeven weer neer komen op de grond, een trilling ging door de grond heen. Hij had zichzelf aangekondigd, nu maar kijken wie er op dit tijdstip al wakker was.

Itzala

Itzala

De rustgevende sfeer werd verstoord door een trilling in de aarde. Itzala strekt nieuwsgierig haar hoofd, hopend dat de mist zo op zou trekken. Deed het niet, ze zou toch een paar stappen moeten lopen totdat ze wist of er een paard in de buurt was. Ze begon met een rustig drafje, haar hoeven tikten licht en ritmisch tegen de dauwdruppels met hun gras aan. Wacht, was het niet het gras met de dauwdruppels? Misschien zou ze eens moeten tellen van welke er meer waren. En misschien was dat wel het meest nutteloze dingetje dat ze ooit bedacht had. Ze glimlachte. Iets wat ze al een hele tijd niet meer kon doen. Nu had ze de vrijheid te glimlachen, haarzelf te zijn. Eerst maar weten wie ze was. Nadat ze een aantal metertjes of tien had gelopen, begon ze een vorm te zien van een paard. Daar moest het vandaan zijn gekomen. Toen ze naderde, merkte ze als eerst op dat het een verschrikkelijk zwart paard was, zo zwart had ze er eentje nog nooit gezien. Het verwarde haar, en toen ze dichterbij kwam, had ze meteen het gevoel om weer zo snel mogelijk verder te gaan. Toen ze alle vormen en lijnen in beeld precies kon zien, oftewel: Toen ze de hengst duidelijk kon zien, was ze er zeker van dat het geen goed paard was. Het was nog een redelijk jonge hengst, dat wel. Niet jonger dan haar, maar nog steeds jong. In haar gebied waren de sterkste en machtigste hengsten minstens 6 jaar, soms 14 jaar, maar bij 18 jaar werden ze alleen gevraagd voor hun wijsheid. Ze schudde licht met haar hoofd zodat haar eigenlijk belachelijk lange manen weer goed zouden vallen, en keek de hengst doordringend aan. "Itzala." zei ze neutraal, ze liet emotie uit haar stem, evenals hartelijkheid, en kille tonen. Doodnormaal. Itzala kon zien aan de hengst dat hij niet helemaal in het zuiden thuis hoorden, misschien zelfs pas in Dreamhorses aangekomen, net zoals zij? De geschiedenis achter paarden doorgronden, het was soms moeilijk, net zoals wanneer ze de gebarentaal niet kon begrijpen. Ze was gebouwd op gebarentaal, ze moest gebarentaal kunnen lezen, het was een normale gewoonte van haar, om zo de paarden hun bedoelingen te achterhalen. Om hun acties te voorspellen. Praten? Aanvallen? Het kon allemaal, maar ze zag het wanneer er een spier werd aangespannen, een paard zich alles behalve prettig voelde. Soms waren paarden zo duidelijk dat ze hun karakter kon lezen. Ze kon nu niet weggaan bij de hengst, ze was niet de snelste en er was een kans dat als ze weg zou galopperen, dat de hengst achter haar aan zou gaan, haar zou aanvallen. Itzala wilde niet vechten, ze wilde ongedeerd rondlopen, als vrij paard. Ze kon wel vechten, het was dat ze het niet wilde. Haar vader had het haar vaak genoeg laten doen. Wat was dat? Was ze niet zeker van zichzelf? Waarom? Was het de hengst? Of was het weer haar oneindige filosoferen? Geen filosofie meer voor haar. Ze richtte zich weer op haar blik, inspecteerde de hengst nauwkeurig, hopend op een klein signaaltje gebarentaal. Het meeste wat ze zag was de uitzonderlijk zwarte vacht. Zwarter dan duisternis, nee, deze wilde je niet tijdens het slapen tegenkomen. Ook niet terwijl je wakker was, of de beste droom ooit had, of de ergste nachtmerrie en hij liet het ophouden. Had ze toch gezien dat de hengst slecht was. Jippie, maar daar was ze zonder haar nauwkeurige inspectie ook wel achtergekomen. Het was 1 keer dat er iemand was, wiens aanval ze niet had zien aankomen door gebarentaal. Een paard met wie ze niet meer wilde vechten, nooit zou mee willen vechten. Haar eigen vader was een meester in verbergen van gebarentaal, emoties. Tenzij hij het wilde, liet hij niets zien. Ze had op dat gebied nog een hoop te leren, maar daarom was zij ook nog maar kort volwassen, 3 lentes had ze al overleefd. Ze kon wel een pokerface opzetten, maar ze kon de verleiding niet weerstaan de gebruikelijke gebarentaal te gebruiken, als een reflex. Ze hield haar oren lichtjes naar achteren, uit ongemak. Ze hield zich vooral niet dominant, een beetje half niets half onderdanig aan de hengst. Ze wilde alles behalve ruzie zoeken. Ze moest zonder problemen zich wel langs de hengst kunnen werken, toch?

Muerto

Muerto

Hij zag een paard aankomen. hij bleef ernaar kijken totdat hij door kreeg dat het een merrie was. Hij bleef staan hoe hij stond. een pluk manen hing voor zijn zwarte ogen. zijn oren stonden recht overeind. Zijn hoeven op de grond. door zijn vacht kon je niet zien welke spieren gespannen waren en welke niet. hij bleef naar de merrie kijken en hoorde haar Itzala zeggen. zo heette ze waarschijnlijk. Hij keek naar haar blauwe ogen en snoof even. 'ze noemen mij Muerto' zei hij alleen naar. De meesten paarden die die naam hoorden zouden alleen dan al op de vlucht slaan. Maar misschien was dit paard wel anders. Hij voelde de wind die zachtjes om hun heen tolde, de koude mist die hun benen omringde, en de dauw van het gras en de eerste zonnen stralen van de zon. Zin om te vechten, tja hij was tenslotte een en al spiermassa, een echte vechtmachine. Maar op deze vroege ochtend, had hij gewoon zin in iets anders, gewoon de wind in zijn manen voelen. De hengst zwarter dan de nacht bleef stilstaan, zonder dat je kon opmerken wat er in hem omging of wat hij zou gaan doen.

Kát

Kát

SoulSpirit draafde zwakjes door de bergen, de wind speelde met haar manen en ze zwiepte met haar staart.
HAar helderblauwe ogen vingen twee paarden op. Door de mist zag ze weinig, maar genoeg om er twee paarden uit te herkennen.
Voor enkele tellen bleef ze verschuild achter de bomen staan terwijl de mist mysterieus om haar benen dansde.
Met een korte bries stapte ze richting de twee en bleef op enkele meters afstand.
Misschien was het gevaar, misschien niet, maar ze was uit op namen.
Ze zette nog wat stappen en bleef toen vlak naast de zwarte hengst staan.
Met een zachte ,,Hallo" konde ze zichzelf aan, hopend dat ze een naam kon krijgen.
Afwachtend op wat ze zouden zeggen en hoe ze zouden reageren bleef ze naast de hengst staan.

Itzala

Itzala

'ze noemen mij Muerto' had de hengst op zijn beurt geantwoord. Muerto, muerto. Wat betekende het? De naam was vast zo'n typische betekenisnaam, net zoals haar naam, dat 'schaduw' betekende. Ze keek nog steeds de hengst doordringend aan, afwachtend op het kleinste seintje gebarentaal. Zonder enig succes. Het irriteerde haar, het maakte haar bang, maar het maakte haar nieuwsgierig. Waren paarden minder gebrand op gebarentaal hier? Dat zeker, maar ze verwachtte niet dat ze dan beter zouden zijn in het verbergen van zulke dingen. Ze kon misschien wel een voorspelling maken. Nee, verder dan 'slechte bedoelingen' kwam ze toch niet. Waar zou hij aan denken? De kou die langzaam begon te verdwijnen door de vroegste zonnestralen die de wereld aan het opwarmen was? Een herinnering uit het verleden? De wind die zoveel oude herinneringen terugbracht? Het leek niet zo'n type te filosoferen over zijn verleden, zoals zij. Maar dat was alleen een pure mogelijkheid, maar over het algemeen waren slechte paarden niet gebrand op verleden. Verleden dit, dit gedaan, dat gedaan. Natuurlijk deden wraakzuchtige paarden dat, of paarden zoals zij die gewoon zichzelf wegfilosoferen met vragen die niemand precies goed heeft kunnen beantwoorden zonder actie. Ze spitste haar oren, ze hoorde iets. Een korte bries. Was het haar verbeelding? Of was er een derde paard aanwezig in de mist die langzaam, heel langzaam, begon op te trekken zoals op elke ochtend. Nadat ze meerdere stappen hoorde, constateerde ze dat het geen verbeelding was, en zag toen een wat vriendelijker uitziende merrie tevoorschijn komen. Ze keek ietwat verbaasd, verward, omdat de merrie vlak naast Muerto ging staan. Kenden ze elkaar? ,,Hallo" Klonk het zachtjes uit de richting van de merrie. Nee, het kon niet dat ze elkaar kenden. De merrie en de hengst waren te verschillend, er zou enig ander contact moeten plaatsgevonden hebben, een argwanende blik, een vriendelijke knik, een brandende haat in de ogen. Of simpelweg dat ze elkaar begroetten met wat voor wijze dan ook. Itzala had geen zin meer tegen de hengst te praten, ze vond hem iets te griezelig, en ze probeerde zich te richten op de merrie. "Hallo," zei ze op een normale toon, met lichte tonen van vriendelijkheid. "Ik ben Itzala." Schaduw, wauw, geweldige naam om mee te beginnen. Plotseling wist ze wat Muerto betekende. Met haar dictatorslessen van haar vader, was ook een hoop bestudering van talen aan te pas gekomen. Nee, het interesseerde haar, de andere talen, ze vroeg op een dag aan haar moeder te vragen hoe haar vader die namen voor paarden die ze verdienden maakten. Eerst begon haar moeder met dat het krijgersnamen waren, duistere namen. Verschillende talen werden gebruikt om de meest vreemde woorden te maken voor allerlei dingen. Muerto... het betekende dood. Fijn om daar ook zomaar af te komen op dit moment. Ze keek weer naar de twee paarden, ze waren verschillend van elkaar, waarschijnlijk ook van een ander ras. Itzala wilde vooral praten met de merrie, ze was zeer zeker vriendelijker, en ze kon waarschijnlijk met haar praten, maar Muerto maakte haar nieuwsgierig, ze had het gevoel alsof ze een extreem gebied in moest, om een taak te volbrengen, maar met gevaar voor eigen leven. Dat was elke uitdaging voor haar. De twee paarden maakten het voor haar moeilijk een onderwerp te beginnen, om iets te zeggen, maar ze hoopte dat een van de twee wel met iets zou beginnen. Alledaags gebabbel? Dat was misschien wel het laatste wat aan te pas zou komen. Ze keek Muerto wantrouwend aan, om te laten zien dat ze hem in de gaten hield, voordat ze zich weer op andere acties van twee paarden richtte.

Muerto

Muerto

Hij bleef stilstaan, hij keek naar de merrie, die blijkbaar nog niet doorhad wat zijn naam betekende. Hij wist dat haar naam schaduw betekende, hij vond de naam wel bij haar passen. Hij voelde nog meer zonnestralen op zijn vacht. Hij hoorde hoeven en daarna die stem. Hij wist direct wie het was, het was de merrie van het strand. Maar hij keek niet naar haar om. Hij voelde door de luchtverplaatsing dat Soulspirit vlak bij hem ging staan. Hij zei niks en bleef naar Itzala kijken. De wind stak weer op, maar van de andere kant, zijn vacht begon de andere kant op te staan, Langzaam verschenen de littekens overal in zijn vacht. Hij bleef stil staan, zonder op de wind te letten, zijn manen waaide nu naar voren. Onder zijn oog werd een lang litteken zichtbaar. Hij zwiepte even met zijn staart. Niemand kende zijn verleden, niemand wist waar hij vandaan kwam, niemand weet wat hij hier doet, hij is genadeloos en kent geen angst. De hengst zwarter dan de nacht was een mysterie voor iedereen

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum