Via via was ze te weten te komen dat haar grote broer, Azacar, hier ergens in het gebied met de naam Dream Horses moest rondzwerven. Dat was ook precies de reden dat ze hierheen was gekomen, puur om haar broer weer een keer te zien en wie weet beviel het haar hier, dan zou ze misschien blijven. Fel stak ze haar neus in de lucht en d'r wijd opengesperde neusgaten werden gevuld met een geur, iets van as. Meteen snoof de merrie en liet haar warme neus op haar gespierde borst rustte. Dreigend smeet ze haar staart een keer de lucht in en met opgetrokken benen draafde ze over de versteende aarde. Haar oren lagen plat tegen haar schedel gedrukt en iets wat chagerijnig rimpelde ze haar neusgaten. Zo zou ze naar hem hinniken, eerst even nog wat tijd voor zichzelf en bedenken wat ze hem zou gaan zeggen, want het was al een hele tijd geleden dat ze hem had gesproken. Ook had de merrie gehoord dat hij een eigen kudde had, genaamd Bleeding Soul. Of die paarden de waarheid sproken, was nog maar de vraag. Met een arrogantie van hier tot tokio keek ze vanuit haar ooghoeken naar een bang konijn en zodra ze nijdig haar hoeven op de grond stampte stoof hij weg. Met een opgetrokken wenkbrauw keek ze het dier na en draaide haar hoofd weer recht voor zich uit. Waarschijnlijk was haar broer niet veel veranderd, of hij veulens had of een partner wist ze niet. De enorme Friese merrie kwam tot stilstand en hief haar hoofd hoog in de lucht, die dominantie had ze zeker van haar broer en daar was ze enorm trots op, want ze hield van Azacar. Zou de hengst haar nog wel herkennen? Iets wat versuft schudde ze haar hoofd en schoof het versufte naar de achtergrond, waardoor een kille blik in haar ogen verscheen en een gemene grijns rond haar zwarte lippen. Haar zus, Aisha, moest hier ook ergens rondzwerven maar eigenlijk boeide het haar niet wat die merrie deed, ze kon het trouwens nooit met merrie's vinden. Raeuna gooide haar hoofd in de lucht en schraapte haar keel, zodat ze zodadelijk een flinke luidde hinnik kon laten horen. Fel snoof ze eens en schraapte haar hoef over de grond, haar kille ogen gleden het gebied rond en zodra ze er klaar voor was, stootte ze een luide en rauwe hinnik uit. Nu was het wachtten, wachtten tot haar broer zich zou laten zien en zou spreken. Zenuwachtig was ze niet, maar ze was wel benieuwd wat Aza tegen haar ging zeggen, zou hij boos zijn? Misschien zou hij haar nog niet eens meer herkennen, maar Ra zou de hengst altijd herkennen en haar hele leven lang zat hij al in haar achterhoofd, ooit wist ze dat ze hem weer tegen zou komen en dit was het moment, nu zou ze haar broer weer op haar netvliezen zien verschijnen.
[Only Azacar en eventueel Aisha.]
[Only Azacar en eventueel Aisha.]