[Mensen houdt U gereed. Het onmogelijk wordt hier mogelijk gemaakt >;3]
Zwarte manen wapperden langs een trots geheven hals. Zwart als de nacht denderde de enorme Friese hengst het gebied binnen. Zijn achterbenen werden ver onder zijn lichaam geplaatst waardoor hij zijn voorhand iets oprichtte. Voorbenen werden ver voor zich uitgestrekt met veel kracht. Hij leek te vliegen in zo'n hoog tempo stormde hij over het uitgestrekte grasveld. Achter hem begon de zon te zakken. Niet lang zou het gaan duren voordat de zon volledig onder zou gaan en de duisternis over de wereld zou vallen als een grote lappen deken. Snel zouden de sterren aan de hemel verschijnen en de maan de wereld nog enigsinds verlichten. Niet dat het hem wat interesseerde hoor. Het was puur toeval dat hij in dit gebied beland was. Want nog nooit eerder had de zwarte hengst een hoef in dit gebied gezet. En volgens mij waren er niet veel voorgangers geweest. Er hingen oude geuren. Maar dan ook echt oude geuren. Al tijden moest hier niemand geweest zijn. Ach, hij zou wel zien. Misschien zou iemand nu zijn geur ruiken en ook hierheen komen. Azacar vertraagde zijn tempo iets en kneep zijn ogen tot spleetjes toen hij in de verte bomen zag staan. En niet zomaar bomen. Hij hoorde zijn maag rommelen en meteen versnelde hij weer. Dit maal niet in draf maar in galop ging de hengst op de bomen af. De eerste paar rijen bomen leken appelbomen te zijn en bij de eerste de beste boom stopte hij met een sliding. Hij strekte zijn hals en plukte een appel van een boom. Tja, hoe slecht een paard ook mocht zijn ook die moesten eten. Aza liet de appel goed smaken, heerlijk sappig was het en verfrissend. Na een aantal appels gegeten te hebben wandelde hij rustig verder langs nog meer appelbomen bomen met peren en vruchten die hij niet kende. Ergens in de verte hoorde hij een beekje kabbelen en hij besloot daar maar heen te wandelen. In de verte glinsterde het water al en in een sukkelig tempo stapte hij er heen. Het water was helder en fris toen hij zijn hoofd naar beneden bracht en er gulzig van begon te drinken.
Zwarte manen wapperden langs een trots geheven hals. Zwart als de nacht denderde de enorme Friese hengst het gebied binnen. Zijn achterbenen werden ver onder zijn lichaam geplaatst waardoor hij zijn voorhand iets oprichtte. Voorbenen werden ver voor zich uitgestrekt met veel kracht. Hij leek te vliegen in zo'n hoog tempo stormde hij over het uitgestrekte grasveld. Achter hem begon de zon te zakken. Niet lang zou het gaan duren voordat de zon volledig onder zou gaan en de duisternis over de wereld zou vallen als een grote lappen deken. Snel zouden de sterren aan de hemel verschijnen en de maan de wereld nog enigsinds verlichten. Niet dat het hem wat interesseerde hoor. Het was puur toeval dat hij in dit gebied beland was. Want nog nooit eerder had de zwarte hengst een hoef in dit gebied gezet. En volgens mij waren er niet veel voorgangers geweest. Er hingen oude geuren. Maar dan ook echt oude geuren. Al tijden moest hier niemand geweest zijn. Ach, hij zou wel zien. Misschien zou iemand nu zijn geur ruiken en ook hierheen komen. Azacar vertraagde zijn tempo iets en kneep zijn ogen tot spleetjes toen hij in de verte bomen zag staan. En niet zomaar bomen. Hij hoorde zijn maag rommelen en meteen versnelde hij weer. Dit maal niet in draf maar in galop ging de hengst op de bomen af. De eerste paar rijen bomen leken appelbomen te zijn en bij de eerste de beste boom stopte hij met een sliding. Hij strekte zijn hals en plukte een appel van een boom. Tja, hoe slecht een paard ook mocht zijn ook die moesten eten. Aza liet de appel goed smaken, heerlijk sappig was het en verfrissend. Na een aantal appels gegeten te hebben wandelde hij rustig verder langs nog meer appelbomen bomen met peren en vruchten die hij niet kende. Ergens in de verte hoorde hij een beekje kabbelen en hij besloot daar maar heen te wandelen. In de verte glinsterde het water al en in een sukkelig tempo stapte hij er heen. Het water was helder en fris toen hij zijn hoofd naar beneden bracht en er gulzig van begon te drinken.