Langzaam zette ze haar hoeven op de grond, luid gedreun was te horen en zacht trilde de aarde. Een valse, grote en gemene vals had haar mondhoeken omhoog gekruld, haar doodse, ijskoude en nietszeggende ogen staarde doelloos voor zich uit, zo afen toe wierp ze haar angstaanjagende blik richting een miezerig konijntje, maar de meeste tijd staarde haar donkere ogen voor haar uit. Fel stak ze haar neus in de lucht en sperde haar neusgaten, om eens kwaad te snuiven en daarna haar twee voorhoeven de lucht in te smijten, om ze daarna met een luide dreun weer op de grond te plaatsen. Met vernauwde ogen en haar oren tegen haar schedel geduwt, draafde de barokke merrie aan. Zacht zwiepte haar staart heen en weer, met spastische bewegingen hielden haar ogen het gebied in de gaten en haar oren draaide zo afentoe naar de rechter of linker kant, om enkele geluiden op te pikken.
Het was weer eens tijd om haar broer te roepen, ze wilde wel eens weten hoe het met die hengst ging. Jammer genoeg was het een tijdje geleden dat ze hem voor het laatste had gezien, dus had ze besloten vandaag naar hem te hinniken, om hem eens goed te ondervragen. Puur om hem eens flink te gaan irriteren. Terwijl ze haar keel schraapte, keek ze nog eens goed rond en zodra ze er klaar voor was, stootte ze een rauwe hinnik uit die gericht was aan haar broer, Unreal. Kort schraapte ze haar hoef over de dorre ondergrond en haar ogen zochten naar de zwarte hengst, ongeduldig stond ze op haar plek. Opnieuw vernauwde ze haar ogen en duwde haar oren verder tegen haar schedel aan, waar bleef hij? Al snel vulde de o zo bekende geur haar neusgaten en diep zuchtte ze eens, al gauw zocht ze naar woorden en zodra ze Unreal in de verte aan zag komen, snoof ze eens kort.
[Und Unreal. :'D]
Het was weer eens tijd om haar broer te roepen, ze wilde wel eens weten hoe het met die hengst ging. Jammer genoeg was het een tijdje geleden dat ze hem voor het laatste had gezien, dus had ze besloten vandaag naar hem te hinniken, om hem eens goed te ondervragen. Puur om hem eens flink te gaan irriteren. Terwijl ze haar keel schraapte, keek ze nog eens goed rond en zodra ze er klaar voor was, stootte ze een rauwe hinnik uit die gericht was aan haar broer, Unreal. Kort schraapte ze haar hoef over de dorre ondergrond en haar ogen zochten naar de zwarte hengst, ongeduldig stond ze op haar plek. Opnieuw vernauwde ze haar ogen en duwde haar oren verder tegen haar schedel aan, waar bleef hij? Al snel vulde de o zo bekende geur haar neusgaten en diep zuchtte ze eens, al gauw zocht ze naar woorden en zodra ze Unreal in de verte aan zag komen, snoof ze eens kort.
[Und Unreal. :'D]