Met haar hoofd laag, haar ogen vol tranen en een grote wond op haar achterhand, slenterde de haflinger merrie Easy door de soppige modder. Vele zouden haar nu zien als een zwak paard, maar ze zat nog vol energie en als een slecht paard haar aanviel, zou ze terug vechten! Een kleine grijns krulde haar mondhoeken omhoog en luid snoof ze eens, kom op Easy! Ze moest sterk blijven en niet opgeven, wie weet kwam ze binnekort haar ware liefde tegen en kon ze een klein gezinnetje beginnen? Op de een of andere manier zag ze het nut er al niet meer van in, ze had zichzelf al teveel kansen gegeven en ooit raakte die gewoon op, misschien was het moment vandaag wel aangekomen.
Een diepe zucht verliet haar keelgat en zodra ze tot stilstand kwam, voelde ze hoe de modder haar benen naar beneden trok, ze zou ze er over een paar minuten wel uithalen, nu had ze daar even geen trek in. De laatste tijd voelde ze zich zo leeg, alsof ze nergens voor diende, gewoon een rot gevoel. Opnieuw zuchtte ze eens en liet met een peinzende blik, haar slanke hoofd langs haar voorbeen glijden waardoor de geur van de modder sterker werd. Met een misselijk gezicht hief ze haar hoofd weer in de lucht en luid snoof ze; geen gebied waar ze van zou gaan houden. Dat hoefde trouwens ook niet meer, misschien was het wel de laatste keer dat ze dit gebied uberhaupt zou kunnen bezoeken, want Easy dacht veel na. Vooral over of het leven nog nut had voor haar, geen vrienden, geen liefde, geen nakomeling; wat moest je dan nog op de aardbodem. Zodra Easy haar hoef de modder uit wilde trekken, voelde ze hoe haar spieren haar dwongen om nog harder te trekken, maar het lukte niet. Verdomme, zat ze nou serieus vast? Nijdig sloeg ze haar staart een aantal keren tegen haar flanken aan en liet haar ogen schichtig door het gebied gaan, wat nou als er slechte paarden aankwamen? Die zouden haar luchtpijp doorbijten en dan was het al over, maar ze wilde nog zo graag een keer van de gebieden genieten, verdomme waarom nu?! Een schrelle hinnik verliet haar keelgat, om hulp. Waarschijnlijk had ze het geluk niet dat er een goed paard zou komen helpen, ze had gehoord dat hier alleen maar slechte paarden rondzwierven aangezien het het gebied was van de Black Rose, een door en door slechte kudde.
[ & Skeith. ]
Een diepe zucht verliet haar keelgat en zodra ze tot stilstand kwam, voelde ze hoe de modder haar benen naar beneden trok, ze zou ze er over een paar minuten wel uithalen, nu had ze daar even geen trek in. De laatste tijd voelde ze zich zo leeg, alsof ze nergens voor diende, gewoon een rot gevoel. Opnieuw zuchtte ze eens en liet met een peinzende blik, haar slanke hoofd langs haar voorbeen glijden waardoor de geur van de modder sterker werd. Met een misselijk gezicht hief ze haar hoofd weer in de lucht en luid snoof ze; geen gebied waar ze van zou gaan houden. Dat hoefde trouwens ook niet meer, misschien was het wel de laatste keer dat ze dit gebied uberhaupt zou kunnen bezoeken, want Easy dacht veel na. Vooral over of het leven nog nut had voor haar, geen vrienden, geen liefde, geen nakomeling; wat moest je dan nog op de aardbodem. Zodra Easy haar hoef de modder uit wilde trekken, voelde ze hoe haar spieren haar dwongen om nog harder te trekken, maar het lukte niet. Verdomme, zat ze nou serieus vast? Nijdig sloeg ze haar staart een aantal keren tegen haar flanken aan en liet haar ogen schichtig door het gebied gaan, wat nou als er slechte paarden aankwamen? Die zouden haar luchtpijp doorbijten en dan was het al over, maar ze wilde nog zo graag een keer van de gebieden genieten, verdomme waarom nu?! Een schrelle hinnik verliet haar keelgat, om hulp. Waarschijnlijk had ze het geluk niet dat er een goed paard zou komen helpen, ze had gehoord dat hier alleen maar slechte paarden rondzwierven aangezien het het gebied was van de Black Rose, een door en door slechte kudde.
[ & Skeith. ]