Plata knikte bij het horen van haar woorden. 'Natuurlijk.' Waren ze. Het was alsof alleen dat woord de ijzige en snijdende kou heeft overleefd. In een moeilijke weg naar de uitgang toe. Alsof de rest van de woorden stierven of het niet gered hadden. Alsof de baan vanaf iemand's hersenen naar de uitgang van die gene haar of zijn mond zo moeilijk was. Plata had zijn hoofd sierlijk gekruld, en zijn staart fier de lucht in geheven. In de verte zag hij de grotten al. Hij zag de grote ijspegels hangen. En sommige stortte naar beneden. Plata brieste zacht, en keek achter om. Naar de haast bevroren merrie. Hij knikte en zei: ''De ijs grotten zijn heus wel warm. In ieder geval warmer dan hier.'' Plata maakte een behendige draai naar links, en stapte zo een grot binnen. Zijn zicht zocht naar water. En hij vond het. Tamelijk langzaam bracht hij zijn hoofd er naar toe. En zijn mond kwam in het golf makende water. Hij brieste, en dronk geruisloos grote teugen met water. Zijn hals ging nog steeds fier gekruld omhoog. Met zijn staart fier en trots de lucht in geheven draaide hij zich om naar Domastic. Plata merkte al meteen dat het warmer was, niet heel veel. Maar wel een stuk warmer. De warme lucht stroomde nu door zijn lichaam, en verwarmde zijn bloed, aderen. Maar ook hart, en longen. Het was alsof zijn hele ziel in een klap warmer werd. Plata grijnsde niet vals. Nee eerder mysterieus, zoals alles aan zijn doen, en praten en ook zijn blik. Langzaam sprak hij: ''Wat nu?'' Plata wist het niet. Wat zouden ze nu moeten doen, waar zouden ze nu over moeten praten? Plata schudde zich uit, terwijl zijn lichaam nog steeds Tamelijk langzaam verwarmd werd. Hij zwiepte met zijn staart, eerst omhoog. Maar al snel heen en weer. Zo wachtte hij geduldig op antwoord af van Domastic.
[Inspi ]
[Inspi ]