"Lalala.... Ik houd van bubbels, lalalala.... Bubbels hier, bubbels daar, bubbels overal!" Zong het veulentje enthousiast, hij was zoals altijd heel opgewekt en blij. "Ik houd van bubbels! Ik houd van Bubbels! Bubbels, bubbels, bubbels!" Gilde het IJslandertje blij. Helemaal vrolijk huppelde het veulentje het gebied van het zilveren meer in, nou ja, huppelde, hij sprong in een onbekende gang door het sneeuw. Briesend liet Bubbles zich in de sneeuw vallen en keek naar de wolken. "Oh, ik zie een bubbel! En nog een, en nog een! De wolken zitten vol met bubbels, ik wil naar de wolken!" Gilde Bubbles hard, hij kon de risico's niet weten als hij te hard zou schreeuwen.
Met een sprong stond Bubbles op, de bubbels in de wolken waren vervormd naar lachende gezichten. Bubbles zette het op een knoertharde rengalop en scheeurde het water in, hij maakte heel veel lawaai en had het andere paard niet opgemerkt die er ook stond. Nee, Bubbles keek naar de bubbels die hij maakte. "Bubbels! Bubbels! Bubbels! Jippieee." Gilde Bubbles vrolijk, hij was degene die al die bubbels maakte en niet de vissen, maar dat vond Bubbles niet erg, als er maar bubbels waren. Bubbles lachte en genoot zichtbaar van het spektakel van de bubbels.
Na een tijdje kreeg Bubbles het koud en stapte het koude water uit, nog steeds geen oog voor het paard. Het jonge hengstje schudde zich uit, rolde even en tuurde ingespannen naar het water vanaf de kant, kijkend of hij ergens vissen of bubbels zag. "Oohh, visjes! Blub, blub! Waar zijn jullie..... ja, ja, bubbels!!" Gilde hij weer hyper. Even keek hij om en zag het zwartige paard staan. Verbaast racete hij naar het paard toe. "Hoi, ik ben Bubbles en ik houd van bubbels! Wie ben jij, en houd jij ook zo van bubbels? Ik houd ook van visjes omdat die blub, blub doen en dan komen er bubbels!" Hyper drentelde Bubbles om het paard heen en ratelde van alles.
[sorry, flut!]