Yago liep briesend rond. 'Het moet verschrikkelijk zijn zo'n klein hengstje te zijn,' citeerde hij met een honingzoet, klagerig stemmetje. Hij was net een minuut of vijf geleden een merrie tegen gekomen, maar die had direct door zijn masker heen geprikt. 'NU VERDOMME WEL JA!' schreeuwde hij nog eens achterom, in de wetenschap dat de merrie hem niet kon horen. 'Dat verdomde kreng, die ongelooflijke bitch! Wat een klote streek!' Yago brieste nog eens nijdig. De kleine hengst was niet snel op zijn teentjes getrapt, maar je moest hem niet over zijn kleine 1.30 beginnen. Daar kon hij zo slecht tegen. Meestal was hij een geduchte tegenstander omdat hij gebruik maakte van de gedachten die anderen over hem hadden. 'Een lief, schattig hengstje.' Dát hadden ze geweten. Ze hadden uiteindelijk op hun walgelijke knietjes gesmeekt om hen met rust te laten. Yago, die vervolgens door de meesten uiteindelijk een zwakzinnige werd genoemd, weigerde dat uiteraard en ging dan met een onschuldige snuit door met verwensingen zachtjes op een lief toontje fluisteren. Hij wás gek, en daar was hij zichzelf dondersgoed van bewust. Alleen was er een klein verschil op de manier waarop hij zichzelf gek vond en waarop de rest van de knollen hem gek vonden. Híj beschouwde het als een eigenschap waar je op elk gewenst moment gebruik van kon maken. Zij beschouwden het als een eigenschap die ronduit walgelijk en vooral gevaarlijk was. Het was vreemd, geen enkel paard was immers zo, en alles wat vreemd had joeg angst aan. Yago wist ook dat verdomde goed en hij knoopte alles wat maar met geestelijke gezondheid te maken had in de oren. Vele paarden waren als de dood voor hem, die hij tot zijn grote spijt nog nooit ontmoet had. Hij had er een boel voor over Magere Hein hemzelf te ontmoeten. Sinds Alcatraz was verdwenen, had Yago zich gedeisd gehouden. Maar nu had hij het één en ander over een kuddeleidster genaamd 'Segué' gehoord. Als haar karakter net zo lastig was als haar naam, zou Yago daar een behoorlijke kluif aan hebben. Yago sperde zijn neusgaten open en liet daarna een luide hinnik horen: Kom maar op merrie!
[Segué]
[Segué]