Dacoda grijnsde eens breed. Hij zwiepte met zijn staart, en liep door. Hij stak zijn neus in het water en brieste. Waardoor er leuke bubbeltjes gemaakt werden. Vrolijk zwiepte hij nog maal met zijn staart, en nam een paar grote gulzige slokken van het water. Hij keek even rond. En schudde zich uit. Vervolgens liep hij kalm door. Opeens bereikte een hinnik zijn oren. Dacoda hinnikte terug en zag in de verte een soortgenoot van hem. Ook een fjord! Snel ging Dacoda met zijn hals gekruld en sierlijk erop af. Hij brieste eens, maakte een noodstop en zei: ''Hallo.'' Waren zijn enige woorden naar de fjord toe. Het was goed, puur goed. Maar kalm.
[ja ja mensen. Je leest het goed. één fjord!]
[ja ja mensen. Je leest het goed. één fjord!]