Dacoda grijnsde eens breed. Hij zwiepte met zijn staart, en liep door. Hij stak zijn neus in het water en brieste. Waardoor er leuke bubbeltjes gemaakt werden. Vrolijk zwiepte hij nog maal met zijn staart, en nam een paar grote gulzige slokken van het water. Hij keek even rond. En schudde zich uit. Vervolgens liep hij kalm door. Opeens bereikte een hinnik zijn oren. Dacoda hinnikte terug en zag in de verte een soortgenoot van hem. Ook een fjord! Snel ging Dacoda met zijn hals gekruld en sierlijk erop af. Hij brieste eens, maakte een noodstop en zei: ''Hallo. Mijn naam is Dacoda. Zou ik magen weten wat de naam van het paard voor mij is?'' Dacoda zwiepte hier na maals nog een paar keer met zijn staart. Nam een hapje gras, kauwde het fijn en slikte het door. Zo ging dat even door, terwijl Da wachtte op antwoord.
[Voor de blonden onder ons, één andere fjord.]
[Voor de blonden onder ons, één andere fjord.]