Een donkere massa bewoog zich stevig voort door de blubber van het moeras. Het vieze, stinkende groene spul spatte telkens als de merrie haar sterke benen in de drab liet zakken omhoog tegen haar buik en onderbenen, die er ondertussen helemaal onder zaten. Meestal bewoog Nevaeh zich veel sneller voort, maar nu was het anders. De pikzwarte merrie hield haar hals gebogen en haar hoofd behoorlijk laag. Voor de verandering schoten haar oortjes van links naar rechts en van voor naar achter, alert op veranderingen in haar omgeving in wat voor vorm dan ook. Het was windstil in het moeras; de bomen stonden als standbeelden en staken zwart af tegen de groene modder en de mist. De dikke buik van de merrie schommelde langzaam in het ritme van haar langzame passen. Ze was nu al een paar maanden drachtig, en ze voelde dat het niet lang meer zou duren voordat eindelijk het veulentje zijn hoofd liet zien. Instinctief was de merrie naar het moeras getrokken; gewoonweg omdat dit het gebied was waar ze zich thuis voelde. Ze had nu even niet de puf om paarden aan te vallen of vrolijke dingen de wereld uit te bannen, iets waar ze zich behoorlijk voor schaamde en daarom was ze ook kwetsbaarder.
Ze was nu al een paar uurtjes onderweg, waar naartoe wist ze niet. Wel wist ze zich die soort van open plek te herinneren, en als het echt niet ging kon ze altijd nog daarheen. Ze had zich niet echt voorbereid op de geboorte, ze wist niet wat er ging gebeuren. Dit maakte haar ook enigszins zenuwachtig en ze was alerter dan ooit. Ze sloeg haar staart tegen haar achterhand aan, wat een klappend geluid opleverde. Haar neusgaten waren opengesperd om elk klein geurtje op te vangen. Ze wilde net haar linkervoorbeen optillen toen een vreselijke pijn haar als een donderslag trof. Het sneed door haar gevoelige buik en ze klapte met een geweldige plof tegen de grond. Ze snoof geschrokken en wilde instinctief overeind krabbelen, maar weer kwam die pijn. Ze sloeg haar hoofd tegen de derrie en wilde hinniken van die vreselijke pijn, het veulen wilde eruit. Ze wist haar hinnik in te houden, wat als een of ander roofdier haar zou horen? Met veel moeite trok ze zichzelf overeind uit de blubber en strompelde overeind. Haar lippen waren in een pijnlijke grimas gekruld en ze hield haar kiezen stijf op elkaar. Dit zou nog wat worden. De helse pijn proberend te negeren strompelde de merrie verder. Het zou niet lang meer duren tot ze bij de open plek was. Onderweg bekroop de pijn haar een paar keer waardoor ze licht in haar hoofd werd en begon te trillen en te zweten. Eindelijk kwam daar de plek in haar gezichtsveld. Ze mankte op het droge en plofte neer, aan haar pijnen toegevend. Toen pas kwam er in haar op dat ze iets leek te vergeten. Met haar laatste restje kracht hinnikte ze naar de hengst, háár hengst. De hengst die ze nu dringend nodig had. Terwijl ze wachtte trappelde ze met haar benen en snoof luid, alle spieren onder haar huid leken zich aan te spannen.
Ballerina & Neppie.
Ze was nu al een paar uurtjes onderweg, waar naartoe wist ze niet. Wel wist ze zich die soort van open plek te herinneren, en als het echt niet ging kon ze altijd nog daarheen. Ze had zich niet echt voorbereid op de geboorte, ze wist niet wat er ging gebeuren. Dit maakte haar ook enigszins zenuwachtig en ze was alerter dan ooit. Ze sloeg haar staart tegen haar achterhand aan, wat een klappend geluid opleverde. Haar neusgaten waren opengesperd om elk klein geurtje op te vangen. Ze wilde net haar linkervoorbeen optillen toen een vreselijke pijn haar als een donderslag trof. Het sneed door haar gevoelige buik en ze klapte met een geweldige plof tegen de grond. Ze snoof geschrokken en wilde instinctief overeind krabbelen, maar weer kwam die pijn. Ze sloeg haar hoofd tegen de derrie en wilde hinniken van die vreselijke pijn, het veulen wilde eruit. Ze wist haar hinnik in te houden, wat als een of ander roofdier haar zou horen? Met veel moeite trok ze zichzelf overeind uit de blubber en strompelde overeind. Haar lippen waren in een pijnlijke grimas gekruld en ze hield haar kiezen stijf op elkaar. Dit zou nog wat worden. De helse pijn proberend te negeren strompelde de merrie verder. Het zou niet lang meer duren tot ze bij de open plek was. Onderweg bekroop de pijn haar een paar keer waardoor ze licht in haar hoofd werd en begon te trillen en te zweten. Eindelijk kwam daar de plek in haar gezichtsveld. Ze mankte op het droge en plofte neer, aan haar pijnen toegevend. Toen pas kwam er in haar op dat ze iets leek te vergeten. Met haar laatste restje kracht hinnikte ze naar de hengst, háár hengst. De hengst die ze nu dringend nodig had. Terwijl ze wachtte trappelde ze met haar benen en snoof luid, alle spieren onder haar huid leken zich aan te spannen.
Ballerina & Neppie.