Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Whenever , wherever

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Whenever , wherever Empty Whenever , wherever za 9 jul - 6:54

Ividanara

Ividanara
The Beautiful Nightmare

Zover je kon kijken was het gebied alleen maar gevuld met zand. Hier en daar probeerde wat plantjes in hopeloze pogingen boven het aardoppervlak te komen en staken grote cactussen boven de grond uit. Daarachter bevond zich een berg die was begroeid met wat weelderige plantjes groeiend tussen de zandstenen. De steile granietrotsen verhieven zich vorstelijk boven de azuurblauwe hemel. En wanneer je de horizon bekeek werd je blik belemmerd door een schim. Een schim die de vorm van een paard had aangenomen. Ividanara, een merrie van vlees en bloed, waagde zich op de open vlakte van de woestijn. Twee inktzwarte ogen met onvoorstelbaar lange wimpers bekeken nauwlettend de goudgele vlakte. Geen enkele detail over het hoofd ziende. Allereerst viel het de grafiet zwarte merrie op dat dit land nou niet echt een indrukwekkend 'wild life' had. Vliegjes, toren en schorpioenen waren de voornaamste dieren die je zou tegenkomen in het dorre gebied. Niet dat de merrie daar nou problemen mee had. Het was best logisch dat er niet vele diertjes rondliepen want de hitte had ze vast afgeschrokken. Ja de hitte steeg als een dikke, zilverachtige nevel van de goud gekleurde massa's op , zo dik dat de horizon leek te buigen onder het gewicht van de blauwe hemel en een enkele wegvliegende vogel golvende contouren leek te hebben. Als je hier pas net kwam had je het idee of je levend werd gekookt, en alhoewel ze het niet mee had met haar gitzwarte kleur , kon ze best tegen de alledaagse hitte hier. De hitte sloeg eerst wel als een mes door haar lichaam, maar wanneer ze er een paar uur had gelopen had ze er geen last meer van gehad. Wel had het een deel van haar kostbare energie weggenomen. Uit ervaring wist de merrie dat de woestijn een van de uiteenlopenste temperaturen van de wereld bezat. In de zomer kon het uitlopen tot zo'n 50 graden celsius overdag terwijl het er op een winternacht wel 0 graden con zijn. Op beide momenten was ze niet graag in het gebied, en net zoals de meeste paarden zou ze er dan wel wegblijven. De ranke fries staarde met haar lege ogen mat achter zich. De oneindigheid en onbekendheid van de woestijn had een aantrekkingskracht voor de merrie, zorgde dat ze er wel naartoe moest gaan om het te bekijken. Kilometers ver bleven haar sporen achter haar hangen. In tegenstelling tot het zand bij de zee was dit zand niet plakkerig maar fijn en zacht. Stoof het veel gemakkelijk op wanneer je erdoorheen liep en al vaak genoeg gedurende de tocht had ze even haar ogen moeten dichtknijpen op het zand niet tot haar ogen te laten doordringen. Ook paste de betekenis van de kleur van het gebied goed bij het gebied zelf. Bruin, de kleur van armoede en nederigheid en beige een neutrale kleur. Barbaars trok de merrie haar hoofd in de lucht, besloot door te gaan met haar tocht door het onbekende. Zou ze harteloos door het gebied scheuren en niet een keer omkijken naar het indrukwekkende natuur om haar heen. Haar enige doel was het vinden van iets wat men nog nooit gevonden had. Eigenlijk wist ze niet waar ze naar zocht, hoe het eruit zag of hoe het rook. Maar men had vast niet goed genoeg gezocht om alles van dit hier af te weten. Want als je hier was leek het op je in een andere dimensie was beland, werden de meeste verblind door de schoonheid van het opblinkende zand of voelde ze zich verstoord door de hitte die door je kop boorde. Maar dat was iets waar de friese merrie geen last van had. De woestijn was iets onbekends en het lot had het vast zo gemaakt dat het perfect was om er iets te dumpen wat niet ontdekt mocht worden. Haar manier van denken was zoveel anders dan andere. Doordacht. Vernuftig. Zo kon je haar brein wel beschrijven. Ongevoelig keek de merrie nu voor haar uit, straalde haar houding grootsheid uit en waren haar ogen strak en wreed voor zich uit gericht. Het was hoogtijd om door te gaan met haar zoektocht en ze rukte haar benen genadeloos ban de grond af. Meteen bewoog haar benen ritmisch mee in een rustige dag die niet al te veel van haar lichaam vergde. Haar lippen die tot een grimmige streep waren getrokken bewogen nu even krampachtig. Met deze hitte lopend door een woestijn waar je zover je om je heen keek alleen zand te vinden was , was zeker geen water te vinden. Alhoewel ze er wel naar snakte was het geen reden van haar pad af te wijken en op zoek te gaan naar iets drinkbaars, dat zou later wel komen.
Haar donkere ogen vielen op een silhouet van een ander paard. Een gedaante sloop over het mulle zand richting haar en naarmate het dichterbij kwam kon ze het shaduwbeeld beter herkennen. Toen de merrie haar zoveel was genaderd dat ze dingen kon aan onderscheiden keek ze het paard zelfbewust aan. Wat dit wezen hier te zoeken had was niet haar probleem en zo was het ook niet haar zaak hoe zij hier beland was. Op een sensationele manier krulde ze haar hals en schudde haar manen zodat wat er wat zand uit opstoof. `Zo zo´ sprak ze prestigieus `Alhoewel dit mij niks aangaat zou ik graag weten waarvoor jij deze woestijn betreden hebt´.

[&Celebrían]
Sorry voor mijn spellingsfoutjes Embarassed

2Whenever , wherever Empty Re: Whenever , wherever wo 20 jul - 9:20

Celebrían

Celebrían
VIP

Hij die niets ziend door het leven gaat, zal de gevaren niet kunnen ontwijken. Onverwachte dingen, kunnen zomaar op zijn pad komen. Zonder signaal, zonder waarschuwing, maar toch met een mededeling en doelgerichte functie. Nauwkeurig zal hij moeten handelen. Nadenken is een feit dat dan van hem gevraagd moet worden. Iets wat hij absoluut moet doen, om niet met open armen ontvangen te worden. Kritisch dingen bekijken, alle mogelijkheden afwegen. Zodat uiteindelijk enkel de juiste keuze over blijft. En die keuze, kan het lot zodanig beïnvloeden, dat al het levende op aarde zou kunnen worden verwoest. Of juist niet.
Het was niet iets om over na te denken. De Dood. Toch deed zij het vaak. Vaker dan gemiddeld. Misschien op het moment zelfs vaker dan vaak. Iedere stap die ze zette, zette zij met bedachtzaamheid. Elke handeling die ze verrichte, werd met precisie verricht. Er was over nagedacht. Telos. Ze had een doel. Een wens te vervullen. Haar zwarte ogen, donker en dieper dan de duisternis die heerste in ver weggestopte grotten, fonkelden groenachtig. Glinsterden, alsof er sterren in die grot te zien waren. Hoe vreemd het ook mocht klinken. Krak, een tak brak onder het gewicht van haar brede hoeven die, ondanks dat ze er lomp uitzagen, zeer nauw iemand konden raken. Het was een groot geschenk van de Dood, die grote voeten waarmee zij door het leven ging. De drukverdeling van haar lichaam kwam zo op een grote oppervlak te liggen waardoor haar gewrichten en pezen rondom de hoef minder te lijden hadden.
Een tak wuifde. Leek een signaal te geven. Het juiste moment was aangebroken. De rover had nu al enige tijd naar zijn prooi gestaard, wachtend op dat teken dat zojuist was gegeven. Geruisloos bewoog hij zijn staart, likte hij met zijn roze, dunne tong, langs zijn ruwe lippen en draaide hij zijn oren naar achteren. Hij zakte door zijn achterpoten, langzaam en beheerst zodat hij geen enkel geluid zou maken. Alsof het in de lucht geroken kon worden, schoot het hoofd van het hert omhoog, keek het schichtig om zich heen, zoekend naar gevaren die zeer zeker op de loer lagen. Geritsel van bladeren was voor enkele seconden hoorbaar in het stille bos. Een luide grom, het geluid van krakende botten.
Zand. Dat was wat haar het eerst opviel toen ze haar ogen wérkelijk rond liet glijden. Hitte was het volgende dat haar zintuiglijk stelsel benaderde. Op een zeer irritante wijze, moge dat vooral duidelijk zijn. Haar oren waren naar achteren gedraaid, maar namen geen geluiden waar. Haar ogen, die niet meer groen fonkelden, leken niet in het heden te kijken, maar ergens anders, in een andere wereld, dingen te zien. En dat was precies wat zij op dit moment deed. Haar geest en gedachten waren bij de Dood, haar vader en schepper. In een dimensie die niet genoemd kon worden, noch kon deze beschreven worden. Waarneembaar was deze enkel voor diegenen die het verdienden om hem waar te nemen. Vuur laaide op. Werd getemd door het water en in de goede richting getrokken door de wind. De wind die ervoor zorgde dat de rode vlammen zich verspreidden. Enkele demonen leken gevangen te zijn door de rode tongen die langs alles likten en alles opslokten. Maar enkele seconden later, kwamen de ‘gevangenen’ er levend uit gerend, brullend en schreeuwend, op zoek naar háár. Het was hun taak om haar aan te vallen. Het was een opdracht die aan hen geschonken was. En keer op keer lukte het hen om deze te vervullen. Niet alleen omdat zij wist dat ze haar zochten en wilden aanvallen, maar ook omdat de aanvallers slim waren en nooit vernietigd konden worden.
Plof. Vlak voor haar neus kwam een vogel naar beneden vallen. Alsof hij was afgeschoten door een jager. Maar dat was niet zo het geval. Ze vernauwde haar ogen, die nu vervaarlijk fonkelden. Haar staart sloeg een keer door de lucht, waarna ze diep snoof. Welke dwaas had haar doen ontwaken uit haar herinneringen? Haar blik schoot door de woestijn heen en niet veel later stond ze stil voor een zwarte merrie. Een grotere merrie dan zij was. Een zwartgekleurde merrie. Alsof ze een peuter was, werd zij aangesproken. Irritatie werd opgewekt, maar netjes beheerst. Terwijl ze het zwarte dier aankeek alsof ze een ernstige ziekte onder de leden had gehad en zij, Celebrían, de arts was om haar te onderzoeken. Een nieuwe diagnose te stellen. ’M’n beste zwartgekleurde soortgenoot, waarom denk jij dat ik aan jou ga vertellen waarom ik hier ben? Niet dat ik momenteel niet in staat ben om het te vertellen, want dat zou ik zeker kunnen doen als ik daar behoefte aan zou hebben.’ Hoewel haar stem zilverachtig klonk, was de blik in haar ogen kil. Was haar houding niet verdedigend en niet aanvallend, maar toch liet deze duidelijk weten dat zij niet over zich heen liet lopen. ’Dat jij deze vraag aan me stelt, geeft in feite aan dat jij hier het land zou willen overheersen, is het niet? Al kan ik je met alle zekerheid vertellen dat je wellicht iets aan je manier van begroeten zou kunnen sleutelen. Aangezien men het niet positief opvat als men op deze manier wordt aangevallen.’

Ik ga dus geen gewoonte maken van deze lange posten.
de volgende kan gerust de helft kleiner worden, denk ik.
normaal zit ik rond de 500 woorden, deze is bijna 900 woorden :')

Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum