Gitzwarte lokken werden aangevoerd door een onophoudelijke zuidenwind waardoor ze constant achter Ivida aan wervelden. Geuren van gras gepaard met de geur van vrijheid stroomde haar neusgaten binnen. Hoe walgelijk de lucht ook was, het was een van de dingen die je nodig had om te blijven leven en dus pompte de grafiet zwarte merrie het zuurstof haar lichaam binnen. Een frisse bries streek langs haar vacht, speelde met de puntjes van haar manen. Gretig bolde ze haar hals waardoor de werveling in haar hals nog duidelijk zichtbaar was. De merrie maakte een paar zijwaartse passen en bleef dansen op haar fraaie hoeven. Langzaam en sierlijk bewoog de merrie doelloos van links naar rechts. Haar zwarte staart en manen waaierden uit in de wind dier door haar eigen snelheid veroorzaakt werd. De merrie liep regelrecht in een streep van fel zonlicht en ze paradeerde er uitgelaten van energie doorheen. Plotseling schudde ze haar hoofd en haar zijdezachte voorpluk viel over haar donkere oog. De woeste furie van de merrie stond in haar ogen te lezen, was een karaktereigenschap die door haar lichaam heen gierde. Ividanara trok haar benen hoog op in beweging zette haar achterbenen recht onder haar lichaam zodat ze zich oprichtte. Een laagje zweet glansde op haar vacht in de ochtendgloren en spieren bolde onder haar vacht vandaan. Ongenaakbaar, temperamentvol en vurig. Drie persoonlijkheden die de merrie allemaal door haar aderen had stromen. En soms moest ze dan even deze energie kwijt en stoomde over de de grasvlakte's van de heuvels, blakend van energie. Woest gingen haar flanken op en neer tot ze tot stilstand kwam. Pompte ze even wat nodige zuurstof naar binnen en concentreerde zich dan weer op haar omgeving. Sommige paarden beschreven haar als gruwelijk. Enkel omdat haar ziel tot de duivel toebehoorde. Ze verafschuwde haar, waren bang door haar moorddadige lichaam te worden verpletterd. Maar in werkelijkheid was de merrie slim genoeg om niet op elk langs komend paard te springen. Tenminste, als hier geen reden toe was. Zo bloeddorstig was ze nou ook weer niet. Ivi lichtte haar hoofd en strekte haar ranke benen en snoof geirriteerd. De geur van een ander paard was onmiskenbaar, drong haar neusvleugels binnen en bleven daar hangen. Haar donkere ogen zochten naar een postuur van een paard. Harteloos , liefdeloos waren de enige gevoelens die haar ziel raakte.
[&Kearn]
[&Kearn]