Sherlock had zijn echte “hmpf wie zou dat toch geweest kunnen zijn” blik op zijn smoel toen hij dat dode lieveheerstbeestje zag liggen. Hij moest het gewoon weten want dan moest hij een advocaat huren voor dat arme beessie. Even bekeek hij de opties; een monster, een monster, een monster, een monster, een monster, een vlieg of nee, grapje, een monster. Kortom; een monster. Zijn grote bruine ogen werden groot van schrik en hij snoof hard om het vervolgens weer uit de blazen. Zijn bruin/witte mond klapte open van schrik en hij kon niets uit brengen. ’D… D… De wereld vergaat…’ Stotterde hij zachtjes terwijl hij nog altijd met grote ogen naar het lieveheerstbeestje keek. Zijn benen konden niet meer bewegen. ’M.. M.. Maar dat kan niet…’ Sprak hij daarna zacht uit. Gelijk vormde er een andere theorie in zijn hoofd. Hij kon ook gewoon door een mier gekild zijn? Langzaam ademde hij uit en glimlachte beverig. ’Laat maar, geen monsters, sorry beessie, je bent gewoon dood.’ Sprak hij doodnormaal. Opeens sprong hij hyper op, het stof kwam omhoog en kriebelde in zijn neus. ’HA… HA… HA… HAAAAAATSJÓÓÉÉ’…’ Nieste hij hard. Zijn nies galmde nog na en het stof was weg. Nadenkend keek hij naar het stof die weg waaide. Hoe zou het zo losgekomen zijn…?
[Don Diego]
[Don Diego]