De witte merrie liep door het bos heen. Haar donkere ogen gleden over de omgeving terwijl ze zocht naar iets. Ze wist niet naar wat. Ze rook en luisterde. Een grijns sierde haar lippen toen ze aan de rand van het bos kwam. In de verte zag je heuvels en andere gebieden. Deina keek rustig naar de verte en dacht na. Ze was benieuwd hoe het met haar trainveulen Kay ging. Hij had haar nog steeds niet geroepen en ze wilde wel weten hoe het ging met hem. Hij moest meerdere paarden leren kennen, vooral de slechte paarden. Hij moest ook respect tonen en dingen leren en vragen. Ze grijnsde bij die gedachte, maar veegde de grijns daarna weer weg. Ze sloeg kort en ongeduldig met haar staart tegen haar flanken. Heel even was ze er ook niet bij met haar gedachten. Steken die door haar iets dikkere buik schoten. Het stampte. Nu zag je nog niet dat ze drachtig was. Niemand had er enig idee van. Binnenkort zou ze de kudde bijeen roepen en de oorlog met de slechte hengst aankondigen. Een test zou komen waarbij elk paard zich mocht laten zien. Dan pas kon ze kiezen wie mee mocht gaan. Veel paarden mochten niet mee. Ongeveer twee of drie. Met zoveel paarden kwam de tegenpartij, dus het zou eerlijk worden. Het word geweldig. Deina zou hem afmaken. Dat was zeker. Ze schudde haar vacht uit en sloeg een luide hinnik naar de bonte jaarling. Ze drukte haar oren plat tegen haar schedel toen de geur van Kay dichterbij kwam. Hij was snel. Dat was al een goed teken. Snelheid en respect. Het belangrijkste. Deina draaide haar hoofd toen de geur dichterbij kwam. Haar donkere ogen gleden over de omgeving toen het bonte veulen in aantocht kwam, ver weg zag ze het. Ze grijnsde vals en keek weer strak naar voren. Alsof ze hem niet zag. Pas toen ze trillingen voelde op de grond zei ze het: "Hallo, Kay."
Kay ~ Flut ;3
Kay ~ Flut ;3