Het feit dat hij wéér was teruggekeerd bleef een raadsel voor de hengst, niks had hij hier te zoeken. Géén enkele vijand, en bijna geen bekende. Wat er met hun gebeurd was boeide hem niet, zal het niet doen ook. Nooit. Misschien was hij teruggekeerd omdat er géén, of bijna geen merrie's waren die aan je lip hingen, of hengsten. Cry for pride, dat zouden ze zéker moeten doen. Zouden ze trots willen zijn, in zíjn bijzijn dan moesten ze toch geacepteerd willen worden door hem. De engiste merrie die ooit zijn respect had gewonnen was Bailey, ze had hem bedrogen en terugkomen zal ze niet, nooit niet. Hij had van haar gehouden, al zal hij deze gevoelens in een hok stoppen, waar hij een groot slot op hing zodat ze nóoit zouden kunnen ontsnappen. Liefde was grote onzin, als je iemand liefhebt leer je om te haten. Liefde is de kern van alles, haat, bedrog en er waren meerdere dingen. De goedzakken 'haten' was nutteloos onderwerp, het heeft geen nut deze paarden te haten omdat ze goed zijn en tegelijkertijd samen staan met de slechte paarden. Een slecht paard kent geen onderscheid, goed of slecht beide zijn een vijand, hij kan goede paarden haten evenals slechte paarden. Vrienschap sluiten kan hij ook met beide, máár dat gaat ruim tien keer zo moeilijk. Hij heeft niks aan vrienschap en blijft er dus ook zo ver mogelijk van uit de buurt, hij had geen zin om gestuurd te worden door emotie's. Nooit.
[ & Deina ]
[ & Deina ]