Een bonte merrie briesde luid. Het geluid weergalmde door het zuiden. De heuvels waren stijl en groot. Oke, dit klopt niet. Je had grote heuvels, kleine heuvels, stijle heuvels. Elke heuvel verschilde en was anders. De merrie grinnikte zacht bij haar gedachten en liep rustig over een heuvel. De heuvel was klein en niet stijl. Haar bruine ogen gleden over de omgeving heen. Nu kende ze dit ook al. Het zag er best mooi uit. Groen gras, bomen om aan te knabbelen, leuke heuvels om over heen te galopperen met de wind in je haren. Heerlijk. De bonte merrie hinnikte luid, maar langs de andere kant zacht. Ze sprong in galop en galoppeerde vrolijk de heuvel af. Ze had het hier werkelijk naar haar zin. Ze schudde met haar hoofd en voelde de wind door haar manen heengaan. Haar oren stonden naar voren gespitst en haar staart hief ze hoog op. Ze remde iets af en galoppeerde een stijlere heuvel op. Ze stopte en gooide haar voorhand kort en niet hoog de lucht in. Ze sprong kort en bleef dan staan. Ze schudde met haar hoofd en keek nieuwsgierig om haar heen. Er was niemand. Jammer. Ze wou zoveel paarden leren kennen. Ze hield van vrienden en een kudde. Daar moest ze ook over nadenken. Welke kudde ze in zou gaan. Ze briesde eens luid en bleef rustig staan aan de top van de heuvel. Haar flanken bewogen mee met haar ademhaling en de merrie zweette licht. Haar neusgaten waren wijd opengesperd van de kleine inspanning. Ze sloeg met haar staart heen en weer en spitste haar oren naar voren toen een onbekende geur haar neus binnenvloog. Ze hief haar hoofd hoog op en hinnikte luid richting het paard dat in de verte te zien was.
Pearl ~
Pearl ~