Donkere ogen gleden naar de zwarte merrie in de verte. Hij had haar allang gezien en daarom benadert. Hij was niet bang. Nooit was hij bang. Ze noemden hem de freak, of de gek. Verschillende bijnamen had hij gekregen sinds hij zijn zus beschermde. Ach, ze was gewoon ziek. Ziek in haar hoofd. Hij was ook ziek, maar niet zo erg als haar. Ze was jong en speelde als een goedzak, maar Daper was zo vroeger ook. Hij was nu verandert in een leeghoofd. Geen emotie en geen blik. Hij was nog steeds diezelfde freak. Niemand zou hem nog zo noemen. Hij zou ze vermoorden. Hij snoof luid en liep steeds hoger de berg op. Zijn ogen nog steeds naar de hoogste top gericht waar de zwarte Fries stond. Een merrie, heel mooi. Niet dat hij zo hard in een merrie geïnteresseerd was, maar toch. Hij mocht overal zijn mening over geven. De hengst stapte verder en kwam eindelijk dichterbij haar. Hij stopte achter de merrie en keek naar haar. Zijn blik was leeg. Hij had geen emotie. Misschien soms. Ze vonden het ook raar dat hij het niet had, maar wat maakte het uit. Hij was gek in zijn hoofd. Hij was een soort psychopaat. Daper stapte naar voren en stopte opnieuw dichterbij de zwarte merrie. "Wat doet zo'n mooie merrie hier alleen?" Zijn stem gaf geen enige emotie vrij. Hij zou het ook nooit tonen. Zelfs niet voor een merrie. Hij snoof en sloeg met zijn hoef op de grond. "Niet dat ik het flirtend bedoel, want zo doe ik niet bepaald. Maar het is een doodnormale vraag vol waarheden en nieuwsgierigheid." Een kleine grijns sierde zijn lippen. Hij wachtte geduldig op een reactie van haar. Hij was benieuwd hoe ze reageerde. Vele slechte paarden deden slecht, ookal was je zelf slecht. Hij vond het belachelijk. Alleen goedzakken verdienden een dreigement. Of iemand die je kwaad maakte. Hij drukte zijn oren tegen zijn schedel en keek strak naar de merrie terwijl zijn donkere ogen haar blik vasthielden.