Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Climbing like I never climb before

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Gast

avatar
Gast

Tikketakketikketakke. In plaats van haar normale tippeltjesdraf-ritme hadden er zich nu zwaardere tikken bijgevoegd. Het klonk als een groot orkest in haar oren. Een ware symfonie uitgevonden door niemand minder dan de grootse haar, Dapple. Zusje van Daper. Ze voelde zich groots en trots. Misschien moest ze er meerdere paarden aan toevoegen, of kon ze een groot concert geven voor iedereen. Ze draaide haar fragiele hoofd om. Achter haar liepen twee hengsten. Ze waren vrienden van haar broer. Ze zuchtte kort. Het was vervelend. Soms was haar broer net iets te overbezorgd, en dat maakte haar gek. Ze hield heel veel van hem, maar ze wilde ook eens iets van de wereld zien. De laatste keer had ze nieuwe vrienden gemaakt in de derrie-poel. Haar broer noemde het moeras. Het waren diertjes verstopt in de derrie-poel, en die trokken haar naar beneden. Het voelde zo raar, steeds verder wegzakkend. Toen was haar broer haastig aangestormd en had haar eruit gehaald. Nu vonden die nieuwe vrienden haar vast niet meer aardig. En nu, terwijl ze weer de zachte deken der sneeuwheid aan het onderzoeken was, kwamen twee hengsten aan. Ja, die waren de vrienden van Daper. Het waren zo ongeveer haar bodyguards, al de hele tijd. Telkens: Dapple dit, Dapple dat. Als Dapple niet in de buurt is van Daper moeten die twee weer aan de slag. Had ze nooit eens vrije tijd? Maar ze moest niet klagen. Daper had verhalen verteld over andere veulens. Veulens zoals haar. Die niemand hadden om voor hen te zorgen. Die elke dag pesterijen van andere veulens moest aanhoren, scheldwoorden en andere dingen. Die nooit door iemand werden beschermd. Dat vond ze zielig. Dus ze vond van haarzelf dat ze niet moest klagen. Maar iets zei in haar: Zelfs normale veulens die een normaal en gelukkig leven hebben mogen soms alleen zijn. Het was meer een gevoel. Een gevoel van onvoldaanheid. Een gevoel van vastgehouden te worden, opgesloten te zitten in een kleine kooi met overdosis aan voer en water. Maar nooit zou ze in die kleine kooi de vrijheidslucht kunnen inademen. De harde stenen waren lang niet zo leuk als de sneeuwlaag van het sneeuwveld. Daar was een dikke wollen deken. Hier was alleen steen. Steen steen steen. Het tikte gelukkig meer. Ze stopte even met denken en luisterde naar haar net gecomponeerde symfonie. Er moest een deuntje bij, maar ze kon op niets komen. Deze plek was anders. Minder leuk. Ze keek naar de lucht. Donker, heel donkergrijs. Meteen voelde ze een druppeltje op haar neus dat in haar neusgat terecht kwam. Ze snoof om het water uit haar neus te halen. Ze snoof weer. Het kietelde. Dat zo'n stomme plek toch nog z'n leuke kanten had. Het verbaasde haar erg. Meerdere druppels begonnen te vallen en haar vacht werd nat. Ze stopte en probeerde de druppels van haar vacht te happen door rondjes te draaien, maar een van de vrienden tikte haar aan om te laten zeggen dat ze weer moest verder lopen. Haar hoeven deden pijn. Ze beklommen de berg volgens haar al uren. Als een weg die nooit ophield. Maar die hield wel op. Eindelijk waren ze op een soort van plateau, maar niet op de top. Ze kon er tenminste wel goed staan. De hengsten stopten ook met stappen. Dapple herkende meteen de schim van haar grotere broer.

"DIAPER!" riep ze vrolijk, terwijl ze op Daper haast af stuiterde. Ze keek naar boven, naar het gezicht van haar broer. "Waarom liet je die stomme hengsten mij hier halen? Ze lieten me niet eens pauze nemen!" Ze keek de hengsten minachtend aan, en ging toen naast Daper staan, in de hoop dat deze ze meteen de berg afknikkerde. Of tenminste iets deed in die richting.

[&'nd Daper :3]

Daper

Daper

Donkere ogen gleden over alles heen. Hij wachtte. Oren die draaiden naar alles kanten om alles op te vangen. Hij wachtte. Een staart die ongeduldig heen en weer sloeg. Hij wachtte nog steeds. Hij wachtte gewoon al enorm lang op deze dag. Elke keer was hij bezorgd dat er iets met zijn zusje gebeurd was. Hij wist hoe hij gepest was vroeger en dat wilde hij haar niet laten overkomen. Ze was het belangrijkste in zijn leven. Zijn leven was al amper iets waart, dus als ze belangrijk was. Dan snapte je het wel. De hengst haalde diep adem en ijsbeerde op de grote berg heen en weer. Waar bleven ze toch? Hij had gevraagd om met volle maan hier te zijn. Ze waren er nog steeds niet en na een aantal uur zou de zon al opkomen. Daper drukte zijn oren in zijn nek en hinnikte luid. Hij was het wachten beu. Hij wilde zijn zus, en wel nu! Hij snoof luid en sloeg met zijn hoef tegen de grond. Geuren drongen zijn neus binnen en verderop zag hij drie schimmen lopen. Ze kwamen in zijn richting. Hij merkte dat de kleinste schim soms moeite had met losse stenen. Dapple. Hij grijnsde breed en de paarden kwamen al snel dichterbij. Daper knikte naar de twee hengsten en hoorde meteen zijn zusje roepen. Ze riep luid en maakte meteen een fout. Die fout maakte ze altijd, elke dag, elk uur. Hij glimlachte naar zijn zusje en luisterde naar haar woorden. "Het spijt me, maar ik wilde je zo snel mogelijk hier hebben. Het is mijn schuld." Zijn stem was vriendelijk. Hij hield hier niet van, maar ze snapte nog steeds over slecht zijn. Hij vertelde er ook niet over. Hij zei alleen het verhaal van het gepest, dat moest ze weten. Dan snapte ze het leven iets beter. Hij wist dat ze elk moment goede vriendjes kon meenemen. Niemand mocht weten dat ze slecht was. Dan zouden ze haar niet willen kennen en was ze alleen. Daarom moest ook de hengst af en toe aardig doen. Daper zuchtte en keek naar zijn zus. "Heb je veel plezier gehad de laatste dagen in het oude gebied?" Hij knipoogde naar haar en knikte nog eens snel naar beide hengsten. Hij zag dat ze vertrokken en richtte zich weer op zijn zus.

Gast

avatar
Gast

"Het spijt me, maar ik wilde je zo snel mogelijk hier hebben. Het is mijn schuld." Met grote, half-verdrietige ogen keek Dapple haar broer aan. Straks was al het sneeuw verdwenen. De dikke wollige witte deken... Weg? Maar dan zou het sneeuwveld het koud krijgen zonder de dikke wollige deken. Aan de andere kant was ze wel nieuwsgierig wat er onder de sneeuw lag. Misschien waren er allemaal mooie bloemen. Of zaten er allemaal slangen onder... Plotseling had ze geen zin meer in het lopen op het sneeuwveld. Straks smolt de sneeuw onder haar hoeven en kwamen al die slangen op haar af. Enge gedachte. "Heb je veel plezier gehad de laatste dagen in het oude gebied?" Dapple keek achterom toen ze merkte dat ook haar broer achter haar keek. De twee hengsten die haar hadden meegenomen vertrokken weer. "De laatste dagen waren niet leuk. Toen moest ik afscheid nemen." Dat is waar ook. Het oude gebied stond vol met bomen die haar vrienden waren. Wat zouden die nu haar ontzettend missen. Haar broer had geen vrienden die bomen waren. Zijn vrienden waren groot, hadden wonden. Toen ze vroeg naar de wonden werd haar niets geantwoord. Ze bleven zwijgen, vielen nergens voor. Keken recht voor zich uit, alsof ze haar oppassers niet eens wilden zijn. Gemene vrienden. Ze vertrouwde Daper's vrienden niet. Ze waren veel te stil, waren gewond en ook nog eens ontzettend gespierd. Het waren haar bodyguards toch niet? Of toch wel... "Grote broer, waarom heb je zulke enge vrienden?" vroeg Dapple nieuwsgierig. Haar grote donkere ogen zochten oogcontact met haar broers ogen. Grote donkere bambi-ogen, noemden anderen die dan. Hertenogen. Hele grote ogen. Ogen van een hert. Ze had er wel eens eentje zien rondhuppelen tussen de bossen. Deze sprong in het rond, de bladeren laten opstuiven onder de hoeven. Ze wilde eens tegen een hert praten, maar toen ze in de buurt kwam terwijl deze graasde, hief deze zijn hoofd met het grote gewei, en sprong er als een haas weer vandoor. Het waren vluchtige dieren, maar ze waren wel groot. Net zoals paarden. Maar paarden waren niet zo vluchtig. Die bleven staan, tenzij er iets was dat groter zou zijn. Herten denken bij alles: Ervandoor. Ze denken dat overal gevaar dreigt. Dapple snapte dat niet. Zij was toch onschuldig? Haar broer had toch ook niets gedaan? Misschien waren het die stomme vrienden van haar broer. Die vonden het leuk om herten in elkaar te slaan. Ze zag de hele scène al voor zich van een klein hertje, op de grond liggend terwijl de twee grote gestaltes zich voorover bogen om de laatste genadeslag te geven. Ze vond het eng, en wilde er niet aan denken. Dus wachtte ze maar geduldig af op een antwoord van haar broer. Misschien vertelde hij wel de waarheid. Misschien ook niet. Ze zal er waarschijnlijk nooit achter komen. Of misschien toch wel.

[inspiloosheid -,-']

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum