De raaf weer als gebruikelijk tussen haar oren gaan zitten. De wolken verbande de zonnestralen. Maar toch was er een die zijn weg wist te vinden, door de dikke wolken laag. Waar wie weet hoeveel lagen boven zijn... Hij scheen op het water, dat fel weerkaatste, en schitterde. Een zo klein zonnestraaltje, kon een wereld van verschil zijn. Kon je opvrolijken. Denken dat je niet helemaal alleen verbannen bent, maar toch een weg had weten te vinden, en nu achtervolgd werd of zo iets. Achtervolgd… Net als de zwarte merrie, soms hoorde ze dingen. Alsof ze werd achtervolgd door iets.. Iets onmenselijks. Iets wat niet te omschrijven was. De merrie zwaaide even met haar staart. Zuchtte, en voelde wat nagels tussen haar oren prikken. Ze steigerde verschrikt. Haar elegante benen maalde in de lucht. Als je haar nou zo zou zien, zou het prachtig zijn. Beeldschoon. Ze volgde de raaf met haar ogen, die nu niet meer tussen haar oren zat, maar een stukje vloog, in grote rondjes om haar heen. Ze zuchtte, schudde haar hoofd. En een glimlach sierde haar mond. Haar oren bewogen alle kanten op, haar ogen zoals altijd emotieloos, haar staart gewoon hangend. En haar hoofd lichtjes de lucht in geheven. Fier en trots, als ze was. Welke geaardheid ze had? Geen een… Neutraal, goed, slecht, alles wel een beetje. Hing vooral aan het andere paard af. Maar ze had beloofd, gezworen dat ze geen kant zou kiezen, niet neutraal niet goed niet slecht. Het ene paard zou haar goed kennen, het andere weer neutraal of slecht. En een belofte brak je niet. Dat was gewoon zo. Haar zus was zo stom geweest om dat wel te doen. En daar zou ze voor boeten. Ze zou haar kudde in gevaar brengen en haarzelf. Alleen omdat ze zo stom was geweest om die belofte te breken. Maar in Equus Caballus, waar ze toen in zaten, en waar de zwarte merrie nu leider van was, brak je geen belofte. Dan zou je sterven, boeten.
Haar zus zou misschien dan niet sterven, ze zou wel boeten. Ravena, zal haar legers groter maken, sterker maken. Meer paarden zullen kunnen vechten. Ze had nu al een grote kudde. Van ongeveer honderd paarden. Vijftig daarvan, zaten in haar legertje. Een deel ervan zou ze er op uit sturen om een bezoekje aan haar zus te brengen. Haar leden, of wel onderdanen zoals Ravena ze noemde, zoals ze het in haar gebied noemen. Haar leden moesten doen wat Ravena ze zei om te doen. En ze werden gestraft als ze dat niet deden. Ja, in haar kudde ging het er heel anders aan toe, dan die lieve dingen hier. Ravena wou wedden, dat de leden hier niet werden vermoord, als ze een belofte braken. Of zo iets dergelijks. Daar durfde ze wel om te wedden ja. Het was lastig in de toestand van Ravena om een kudde te leiden. Aangezien ze niet kan praten, niet kan, wacht maar, ooit zou ze het kunnen. Maar dat was niet alles, ze kon minder goed zien, en horen. Ruiken daar in tegen, kon ze als de beste. Ze was de beste in ruiken. Maar goed ooit zou ze kunnen praten. Nu rook ze alles. Ze zwaaide even met haar staart, keek naar de raaf die rondjes over haar heen vloog. En met zijn schaduw steeds een stukje van haar lichaam bedekte. Ja, vele paarden wouden dit wel. Een eigen raaf, zo eentje die altijd bij je bleef, zo eentje die je nooit zou verlaten. Eentje die je trouw zal zijn. Ravena was een geweldige leider. Ze rook het als paarden te heftig bloedde, ze rook het als paarden zweette. Angst, dat was wel een van de geweldigste geuren. Hoewel Ravena aardig wat slechte trekjes had, was ze ook goed, en neutraal. Maar toch was ze net iets meer slecht. Maar goed, Ravena was erg goed met de natuur, ze rook van alles. Wanneer het ging regenen, wanneer het bijvoorbeeld ging stormen. Of wanneer het koud zou worden. Ze rook de frisse lucht, die heerlijke geur. En de wind door haar manen, dat was echt heerlijk. Ravena wist dus erg veel van de natuur af. En ze had ook nog een goed, en groot stel hersenen. Ze deed niet zomaar wat, nee, ze dacht altijd na voordat ze iets deed. Na voordat ze iets zei. Als ze dat kon. Ook kon Ravena twee talen, engels, en gewoon nederlands. Ze zuchtte, ooit zou ze kunnen praten. En haar training, die zou nu beginnen. Dat wist ze nu al. Ze dacht na, wat zeiden paarden altijd als begroeting? ‘Hoi’ ‘Hallo’ ‘Goedendag’ ‘Heey’ Goedendag vond ze wel mooi klinken, lekker mysterieus, niet neutraal, niet goed, niet slecht. Lekker Ravena… Ze brieste even zacht, nam diep adem en probeerde. Ze opende haar mond, probeerde iets, er kwam niet veel verstaanbaars uit, maar wel iets dat verdacht veel op een G leek. Dat ging dus al de goede kant op. Ze moest alleen nog veel meer oefenen mocht ze echt kunnen praten, laat staan iets verstaan baars zeggen. Ze probeerde het nogmaals, en nog maal, en nog maal. Uiteindelijk nam ze diep adem, en probeerde het voor de laatste keer. De letter G. mrwwm Kwam er zachtjes uit haar mond, en nu merkte ze ook wat voor een prachtig stem geluid ze heeft. Zuiver en puur, maar ook melodieus en mysterieus. Gewoon beeldschoon. Ze zwaaide met haar staart, en ging bezig met de letter O. Als ze die had zal ze de letter G en O aan elkaar doen, en dan zou het echt prachtig zijn. Ze probeerde en probeerde, de wolken veranderde van asgrijs naar prachtig wit. Al enkele kleine regenbuitjes hadden plaats gevonden. En nog steeds was ze aan het proberen. Een raar geluidje wist ze er nu uit te krijgen, maar dat was achter elkaar, nu meteen achter elkaar als GO, niet als G O. Ze brieste zacht. Hoe zou het toch komen dat ze niet kon praten? Hoe o hoe? Ze schudde haar hoofd, dacht na, maar kwam niet op het antwoord. En dan had je nog de roos, bij haar oren, en de veer net achter haar oren, in haar manen gestoken. Ja, Ravena was zeker een speciaal paard. En dan leidde ze ook nog eens een kudde. Ze zuchtte. ’’Go.’’ Zei ze opeens… Ravena keek verrast op, haar oren sprongen even naar voren, ze steigerde. En schudde sierlijk en elegant haar hals. Dit was goed nieuws. Haar oren gingen weer neutraal staan. Maar haar staart daarin tegen ging iets meer omhoog, trots en elegant. Haar ranke benen, maakte uitgestrekte passen. Haar gespierde hals iets meer omhoog, om goed rond te kijken. En onder haar ranke lijf zag je haar spieren rollen. Ze glimlachte tevreden. Ze bleef maar proberen, en proberen. En tot haar vreugd, kwam er voor de nacht nog een woord uit. ''Goedendag.'' Klonk haar charmante, pure, melodieuze stem. Het was nog niet perfect. Ze sprak de eerste D, met een J. Maar dat zou wel komen. Veel blijven oefenen. En als je iets graag wou dan lukte dat ook. Dat had ze wel geleerd. Ze wou blijven leven, toen ze nog een veulen was, en haar gezichtsveld begon te minderen. Nu zag ze nog aardig goed, en ze had laten we zeggen een sterkte van -1 en drie kwart. Dat was niet zo slecht. Haar oren, waren ook ongeveer dat om het zo te noemen. Haar reukvermogen was wel echt perfect. Ze rook van alles.
Ze wou geen vrienden. Ze wou geen vriendenkring. Alleen Amenia had een plekje in haar leven. Van vrienden kreeg je alleen maar meer verdriet. En dat was precies het gene waar Ravena even geen behoefte aan had... Eigenlijk had ze dat nooit maar goed... Wie had dat nou wel? Ja, van die rare knots gekke slechtzakjes. Zoals Fawn, die rare leider van Valkyrie. Het gerucht was dat ze knots gek was. Wat Ravena zo soms nog wel eens betwijfelde. Ze zou die Fawn wel eens met haar eigen ogen willen zien. Eens zien, wat die 'Fawn' allemaal te zeggen had. Of ze echt zo knettergek was, als ze zeiden. Ooit zou de tijd daar zijn. Maar misschien ook niet. Het hele leven was een mysterie, Ravena vroeg zich zo enorm af, of er ooit iets zeker zou zijn. Of je ooit iets of iemand voor 100% kon vertrouwen. Of je het leven ooit kon vertrouwen. Wie weet? Langzaam werd een geur duidelijk. Het ging dit keer aardig snel. Zal haar reuk vermogen zijn verminderd? Vast niet. Ze snoof nog even de frisse geur op van de rivier. De wild kletterende rivier. Daarna schudde ze haar hoofd. En stapte zelfverzekerd naar de hengst. Ze bleef maar oogcontact houden. Je ogen afwenden was een teken van zwakte in haar wereld. Haar borst was voor zover dat kon, vooruit gestoken. En schudde eens fier met haar hals. Waardoor haar manen door elkaar werden geschud. Daarna stopte ze voor de hengst. Haar ogen priemde in die van hem. Eens zien hoelang hij het zou vol houden. En haar zou kunnen blijven aankijken. ''Wel wel wel.. Wie hebben we hier?'' Vroeg ze met haar charmante, pure, zuivere, melodieuze stem. Sommige werden er gelijk door betoverd.
~Rammstein~