Everything has been said before
There’s nothing left to say anymore
Blah, blah, blah, got your lovey-dovey sad-and-lonely
Stick your Stupid Slogan in
Everybody sing along
There’s nothing left to say anymore
Blah, blah, blah, got your lovey-dovey sad-and-lonely
Stick your Stupid Slogan in
Everybody sing along
Omhoog springende sneeuw. Dreunende hoeven, snuivende ademhaling. Glinsterende tanden, synchroon bewegende benen, bollende spieren. Een gerafelde vacht plus bijbehorende gehavende ravenzwarte manen waar de wind aan rukte en trok. Zijn ogen gleden langzaam over de vlaktes wit. Everything has been said before. Hij gooide zijn hoofd opzij en snoof. Got your lovey-dovey sad-and-lonely.. Hij grauwde geïrriteerd en drukte zijn hoeven nog iets harder –en gewelddadiger- neer in de sneeuw, perste de fijne substantie samen tot harde klonters. Hoe hij een hékel had aan lovey-dovey. Een verschrikkelijke hekel.
Salvedir was in zo’n oncontroleerbare bui waarin hij niets deed dan bloeddorstig voor zich uit staren en met zijn tanden knarsen als een dracula op oorlogspad. Er hoefde maar één verkeerde gedachte in zijn hersenen terug te kaatsen en rond te galmen door de hallen der filosofie, of Sal was op een tourtje DH-in-three-different-shades-of-red. Momenteel was een veulen zo vriendelijk geweest om zoveel onnozele uitspraken te doen dat hij met een waarschuwende knauw op weg was gegaan, het veulen achter zich latend –levend, welteverstaan, met slechts een schrammetje. Je kon veel van Sal zeggen maar veulens ernstig verwonden of vermoorden was een no-go voor de roodbruine hengst. Veulens echt aanvallen op volle kracht was lager dan laag, vond de hengst. Daar deed hij dan ook niet aan mee, al hoefden de snukkeltjes geen liefde of vriendelijkheid van hem te verwachten. Alleen die ene uit zijn kudde viel mee –niet dat hij dat zou toegeven, van je lang zal ze leven niet.
Schuim stond rond zijn mond en belandde op zijn hals toen hij met een ongecontroleerde beweging van zijn neus naar zijn hals ging om te happen naar een jeukend plekje op zijn vacht, en zijn oren gingen geïrriteerd plat liggen toen hij iets te, echum, entoushiast deze handelingen uitvoerde en enkele bloeddruppeltjes opwelden waar een stukje vacht weg was gescheurd.
Dit soort explosies kwamen nu eenmaal voor door een ophoping van oude frustraties en de kleine van het heden die zich hier bovenop stapelden bij de grote hengst. Eens in de zoveel tijd had hij het gewoon nodig om als een soort dolle stier ergens rond te razen en wat energie eruit te gooien, en daar had hij slechts een klein excuusje voor nodig.
Zijn ogen draaiden langzaam opzij. Een mug in de verte. Zijn ogen lichtten vaagjes op. “Bzzt, bzzt, where are you little bugger?” Fluisterde hij met schorre, onheilspellende stem, niet echt op de wereld op dit moment, eerder ergens halverwege een halfduister plekje ergens in zijn mind.
Wacht eens even. Hij vernauwde zijn ogen. Wat..Was..DIT? Het was geen verpiepte mug, het was gewoon een paard. Een páárd notabene.
Nee, in Dreamhorses is dat misschien niet zo’n bijzonder verschijnsel, maar toch, onze grote rooie teddybear had zich werkelijkwaar verkneukelt om het doodmeppen van een mug. En dat klinkt no life, en op dit moment is hij ook redelijk no life, want wie weet hoe lang hij al op zijn tourtje rond crost? Hij snoof langdurig, overdacht kort zijn mogelijkheden. Hij zou dit paard als een mug kunnen behandelen…Teheheheh.
Of…Hij kon afwachten en iets onvoorspelbaars waarvan hij zelf nog niet wist wat het was gaan doen. Hij besloot het laatste te kiezen en terwijl hij nog steeds op zijn hondsdolle stier tempo verder raasde, begon hij muggie-die-geen-mug-blijkt-te-zijn te naderen. Schip-Ahoy, luitjes, Salvedir op twaalf uur in zicht~!
[Nar 8D]