Eén, Twee, Drie, Vier. Kalmte, ritme. Dan zou het moeten lukken. Nar liep met bibberige pasjes over het ijs heen. Zo nu en dan keek ze over de richel heen en zag dan een angstaanjagende diepte. Ze vroeg zich dan ook sterk af wie dit in vredesnaam bedacht had dit op deze manier te doen. Het was echt totaal niet praktisch, weet je? Nar wierp nog een keer een blik in de veel te diepe kloof, inham, hoe je het maar wilde noemen en stapte voorzichtig, voetje voor voetje, verder. Nar voelde haar kleine lijf verstijven toen ze kleine, sneeuwwitte ijsblokjes naar beneden hoorde vallen. Ze spande haar spieren aan en maakte zich klaar te gaan rennen, mocht dat nodig zijn. Als het lot je liet zien dat als je bleef lopen je hoe dan ook dood ging, wilde Nar wel een gokje wagen. Zo niet, dan bleef ze liever voorzichtig over het smalle strookje heen lopen.
Vijf, Zes, Zeven... Ongeveer zoveel pasjes verder, schatte het diertje. Nar brieste zacht en liep met een behoedzaamheid waar je u tegen zei verder over het richeltje heen. Ze vervloekte nu haar schedel, die haar in de weg zat met het kijken. Het was niet zo erg dat hij normaal net die ene centimeter van haar zicht weg nam, maar nu irriteerde het haar enórm. Doordat ze amper kon draaien omdat ze dan hoogstwaarschijnlijk met een gigantische snelheid naar beneden donderde, was het handig geweest dat ze haar kop kon draaien. Nar nam een grote hap lucht toen ze over het meest smalle stukje heen balanceerde. Voorzichtig. Concentratie. Kop erbij. Nar merkte dat haar hoeven bijna onder haar trilden. Met een focus waar menig camera jaloers op zou zijn zette ze haar hoef neer.
Nar liet de lucht ontsnappen toen ze op het plateautje aan de overkant stond. Finally! Ze draaide zich om naar de richel, kon het niet laten haar tong uit te steken naar het gevaarte en sjokte daarna verder. Ze was ongetwijfeld doorgelopen als ze niet een paardengeur had opgevangen. Nar kon niet plaatsen waar hij vandaan kwam.
'Wie is daar?' vroeg ze op een scherpe toon terwijl ze haar oren spitste.
Acht, negen, tien, wie niet weg is, is gezien...
[Accu! =D]
Vijf, Zes, Zeven... Ongeveer zoveel pasjes verder, schatte het diertje. Nar brieste zacht en liep met een behoedzaamheid waar je u tegen zei verder over het richeltje heen. Ze vervloekte nu haar schedel, die haar in de weg zat met het kijken. Het was niet zo erg dat hij normaal net die ene centimeter van haar zicht weg nam, maar nu irriteerde het haar enórm. Doordat ze amper kon draaien omdat ze dan hoogstwaarschijnlijk met een gigantische snelheid naar beneden donderde, was het handig geweest dat ze haar kop kon draaien. Nar nam een grote hap lucht toen ze over het meest smalle stukje heen balanceerde. Voorzichtig. Concentratie. Kop erbij. Nar merkte dat haar hoeven bijna onder haar trilden. Met een focus waar menig camera jaloers op zou zijn zette ze haar hoef neer.
Nar liet de lucht ontsnappen toen ze op het plateautje aan de overkant stond. Finally! Ze draaide zich om naar de richel, kon het niet laten haar tong uit te steken naar het gevaarte en sjokte daarna verder. Ze was ongetwijfeld doorgelopen als ze niet een paardengeur had opgevangen. Nar kon niet plaatsen waar hij vandaan kwam.
'Wie is daar?' vroeg ze op een scherpe toon terwijl ze haar oren spitste.
Acht, negen, tien, wie niet weg is, is gezien...
[Accu! =D]