Voor de ijsgrotten lied een zwarte hengst een nauwkeurige uitdrukking achter. Zijn ongetemde manen lieten zich over zijn hals heen zwerven. Hij had zijn hoofd opgeheft. Hij was uitgeput door het uitsloven van zijn snelheid en zijn kracht. Hij wist dat hij niet de beste was, maar wat zou het goed voelen als dat wel zo was.. Een kwade gedachte lied hem toe nemen. Waarom, waarom? Moest hij dit denken. Hij wou dit niet. Maar iets dwong hem om dit te denken. Het kwam door zijn vader. Een hevige snoof lieten allemaal kou dampen uit zijn neus te voorschijn komen. 'Hou toch op!' bevelde hij zich zelf. Zijn zwarte glanzende hoeven zette de stappen neer in de ijsgrot. Zijn ijsblauwe ogen lieten zich volgen door de donkerheid. Hij verzette noch een paar passen zodat hij met zijn hele lichaam in de ijsgrot zat. Hij legde zijn achterbeen over zijn andere achterbeen zodat, hij gemakkelijk kon draaien als hij zijn voorbenen verplaatste. Hij lied zijn voorbenen draaien waardoor hij naar buiten kon kijken. Velen stormen waren op gang gekomen. Gelukkig zat hij hier... Weg van al de stormen. En zijn vader. Hij zuchtte diep, en sloot vervolgens zijn ijsblauwe ogen. Er tolde allemaal gedachten door zijn hoofd heen. Blije maar ook droefige. Waarom, kon hij niet even stoppen met denken? Een seconde maar? Deze gedachte liep hem optespoken. Hij was veelste gestrest over de kleinste dingetjes. Vervolgens opende hij zijn ogen, en hij schrok. In de verte zag hij een schim.. Een schim van een paard. ~Als de tekst niet duidelijk is mag je het selecteren dan woordt het iets duidelijker |
Laatst aangepast door Hawthorne op vr 30 dec - 22:13; in totaal 1 keer bewerkt