“Deze witte Arabier is vijf jaar geleden geboren in het verre Egypte. Avonduur lag haar al vanaf ze kon draven. Samen met een hengst van haar leeftijd uit dezelfde kudde, beleefde ze de gekste dingen. Toen waren de gekke tijden voorbij, en waren ze volwassen. Uiteindelijk was het zij, die de weddenschap aanging, een weddenschap die hen uit elkaar dreef. Zij ging noordwaarts, hij ging naar het zuiden.
“Ik doe het”. ‘Wat?’ “Ik neem je weddenschap aan”. ‘Welke?’. “Ik wed dat ik het verste kom”. ‘O. Die’. Stilte. “Ja die. Ik trek naar het noorden, jij naar het zuiden”. ‘Wie zeg dat ik nog wil?’. “Ik zie aan je dat je wilt”. ‘Goed. Ik ga naar het zuiden, en jij naar het noorden’. “Op de winnaar”. En toen vertrokken ze. Zij naar het noorden, hij naar het zuiden.
En zo is ze hier gekomen. In de dagen, weken, maanden, misschien zelfs een jaar, is ze haar doel langzaam uit het oog verloren. Haar gevoel voor avonduur helpt haar te overleven, maar haar ijdelheid kan sommige paarden irritatie opwekken. Ze is volledig wit, maar blauwe lijnen weerhouden buitenstaanders te denken dat haar manen van sneeuw zijn. Op haar neus zijn blauwe sproeten sinds hun afscheid getekend. Haar ogen hebben de kleur van de zon, die in haar geboorteland elke dag scheen. Wanneer ze zich vullen met tranen, lijkt de zon in het verre, verre thuisland mee te wenen.
Ze staat open voor nieuwe contacten, maar stiekem hoopt ze de hengst waarmee ze een groot deel van haar jeugd heeft doorgebracht ooit weer te zien. Haar karakter is spontaan, maar als je ook maar iets negatiefs over haar uiterlijk zegt, zal je de wind van voren krijgen. Ze voelt niets voor leidershap en zal er dan ook geen problemen mee hebben als paarden van haar verwachte hen te volgen. Zolang ze maar vertrouwen in je heeft. Wanneer iemand haar ervan heeft overtuigd eerlijk van hart te zijn, zal ze voor diegene bereid zijn om door het vuur te gaan.”
Jaja, ik ga eindelijk de belofte waarmaken: Ik ga, nu jullie weer een beeld van Aislin hebben, weer actief worden!
“Ik doe het”. ‘Wat?’ “Ik neem je weddenschap aan”. ‘Welke?’. “Ik wed dat ik het verste kom”. ‘O. Die’. Stilte. “Ja die. Ik trek naar het noorden, jij naar het zuiden”. ‘Wie zeg dat ik nog wil?’. “Ik zie aan je dat je wilt”. ‘Goed. Ik ga naar het zuiden, en jij naar het noorden’. “Op de winnaar”. En toen vertrokken ze. Zij naar het noorden, hij naar het zuiden.
En zo is ze hier gekomen. In de dagen, weken, maanden, misschien zelfs een jaar, is ze haar doel langzaam uit het oog verloren. Haar gevoel voor avonduur helpt haar te overleven, maar haar ijdelheid kan sommige paarden irritatie opwekken. Ze is volledig wit, maar blauwe lijnen weerhouden buitenstaanders te denken dat haar manen van sneeuw zijn. Op haar neus zijn blauwe sproeten sinds hun afscheid getekend. Haar ogen hebben de kleur van de zon, die in haar geboorteland elke dag scheen. Wanneer ze zich vullen met tranen, lijkt de zon in het verre, verre thuisland mee te wenen.
Ze staat open voor nieuwe contacten, maar stiekem hoopt ze de hengst waarmee ze een groot deel van haar jeugd heeft doorgebracht ooit weer te zien. Haar karakter is spontaan, maar als je ook maar iets negatiefs over haar uiterlijk zegt, zal je de wind van voren krijgen. Ze voelt niets voor leidershap en zal er dan ook geen problemen mee hebben als paarden van haar verwachte hen te volgen. Zolang ze maar vertrouwen in je heeft. Wanneer iemand haar ervan heeft overtuigd eerlijk van hart te zijn, zal ze voor diegene bereid zijn om door het vuur te gaan.”
Jaja, ik ga eindelijk de belofte waarmaken: Ik ga, nu jullie weer een beeld van Aislin hebben, weer actief worden!