De jonge merrie werd al snel wakker. Het was saai en koud. Haar donkere ogen werden geopend en rustig staarde ze om haar heen. Ze haatte dit moment. Geen één paard was te zien of te ruiken. De jonge merrie rolde met haar ogen en keek weer voor haar uit. In de ochtend was het nog saaier dan in de avond. Het was veel te rustig en vele paarden lagen nog te slapen. Anderen dan weer niet en deze liepen overal rond. Overal was niet perse hier. Er waren niet veel paarden die op dit gebied durfde te komen. Zij wel. Ze wist wat dit hier kon aanrichten, maar nee ze was niet bang. De jonge merrie snoof luid en stond vlak voor de hoge ijsbergen van de gletsjer. Je zag in de verte ook grote openingen waar je in kon vallen. Zeker 200m diep konden ze wel zijn en als je daarin viel was je dood. Ze grijnsde breed bij die gedachte en klom. Haar kleine hoeven begonnen meteen te schuiven. Ze snoof en probeerde haar hoeven voor wat stenen te plaatsen zodat ze niet snel schoof. Dat hielp wel, maar door de stenen begonnen er kleine sneetjes in haar kroonrand te komen. Ze voelde het snijden, maar verroerde haar niet. Haar donkere ogen waren strak naar boven gericht en haar oren lagen tegen haar schedel aangedrukt. Het jonge veulen snoof luid en nam een kleine sprong om achter een steen aan te komen. De steen echter stond los en meteen zakte ze samen met de stenen naar beneden. Ze vloekte luid en zette haar weer recht. Ze voelde haar benen over het scherpe ijs scharen. Ze zette haar in een soort galop en sprong naar boven met alle macht en kracht die ze bezat. Haar neusgaten waren wijd open gesperd en haar dikke vacht was nat van zweet. Ze had vast en zeker de moeilijkste plaats uitgekozen. Ach, nu kon ze tonen wat ze wel kon. Ze snoof en sprong met een laatste stuk kracht naar boven toe. Hijgend kwam ze na dat kwartier boven aan op de gletsjer. Haar donkere ogen gleden trots over de omgeving heen. Een valse grijns sierde haar lippen. Ze was heel goed aan het groeien. Ze werd al bijna een jaar en dan zou alles voorbij gaan vliegen. Dat hoopte ze toch. Ze had geen zin om nog langer als idioot zwak veulen gezien te worden. Want ze was niet zwak. Voor haar leeftijd was ze best gespierd en sterk. Het veulen schudde de gedachte weg terwijl ze over het ijs begon te stappen. Ze stopte even bij een grote opening en voorzichtig keek ze naar beneden. Ze grijnsde en opeens hoorde ze een huil. De merrie draaide haar om en zag opeens een grote wolf staan. Hij likte zijn lippen af en bekeek het veulen. Anaïs snoof luid en draaide haar om. Ze begon expres rondom de wolf te cirkelen en haar donkere ogen waren op hem gericht. De wolf deed niet veel, maar hij stond klaar voor de aanval. Anaïs sloeg met haar hoeven stevig op de grond om te tonen dat ze ook klaar was. Meteen sprong de wolf naar voren en vloog op de jonge merrie af. Zijn klauwen zette hij in haar borst en zijn tanden in haar hals. Anaïs voelde zijn zware lijf aan haar hangen, maar ze was niet bang. Ze gooide haar lichaam hoog de lucht in en viel achterover. Op dat moment schrok de wolf en voelde hij samen met haar het harde ijs. Hij jankte kort, maar zijzelf verroerde geen vin van pijn. Ze had soms een lage pijngrens. Zo was ze geboren. De merrie krabbelde overeind en steigerde boven de wolf. Haar hoeven maaiden door de lucht en raakten hem op een paar plaatsen. De wolf grauwde en sprong op haar rug. Hij zette zijn tanden in haar schoft en beet goed door. De merrie draaide een paar rondjes en begon hard te bokken. Het was moeilijk om hem van haar af te krijgen, maar ze gaf niet op. Nee, ze was geen wolvenvoer. Niet nu. Anaïs ging door en voelde na de tijd de wolf verzwakken. Ze gooide haar opnieuw op de grond, dat deze keer toch pijn begon te doen. De wolf rolde van haar af en zodra dat gebeurde krabbelde de merrie nogmaals overeind. Ze steigerde en sloeg met haar hoeven op de buik van de wolf. Deze jankte hard en ging ervandoor. Ze snoof en keek hem na. Bloed gleed over haar hals en schoft naar beneden. Ze schudde haar vacht uit en bleef staan waar ze stond. Ze rustte dan ook uit. Meteen sloeg de jonge merrie een overwinnings hinnik. Ze was er best trots op. Hij was wel niet vermoord, maar ze was gewonnen. Het veulen zwiepte met haar staart heen en weer en keek om haar heen. Ondertussen was er een nieuwe geur haar neus binnengedrongen. Ze was niet zeker of het bekend of onbekend was. Een kleine zucht verliet haar keel terwijl ze voor haar uitstaarde. Hijgend en moe. Haar donkere ogen gleden af en toe eens over de omgeving heen. Wachtend tot er iemand langs zou komen.
1 paard & lange posts aub ;3
1 paard & lange posts aub ;3