Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

One day #

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1One day # Empty One day # za 25 feb - 8:56

Anaïs

Anaïs

Het begon bij de ochtend van januari. Welke dag het was moest je haar niet vragen. Daar deed ze niet aan mee. De winter was nog steeds volop aan de gang en zou niet meteen stoppen. Een dikke laag sneeuw lag overal behalve op een paar plaatsen, maar bijna niemand kwam op die plek. Zo had je de warme vulkaan van de Ash valley of de plaats waar ze nu was. Oud en bekend. Het was nog niet enorm lang een gebied dat bij Dreamhorses hoorde. Zo ontdekte je iets en nadien kwam iedereen er, maar dit was een buitengewone plek. Goedzakken durfden niet meteen in de buurt te komen. Bang voor de ontploffingen. Het was een mooi wit gebied met spuwers. Zo noemde zij het. Het water van de bron was enorm warm en daarom spoot het om een aantal seconden de lucht in. Geen enkele laag sneeuw was tussen de geisers te vinden ondanks de warmte. Sneeuw begon stevig te kraken onder de hoeven van de jonge merrie. Ze was dan ook duidelijk op weg naar deze plek. De gedachten van de merrie gleden helemaal weg naar de nieuwe kudde waar ze bij hoorde. Ze was nu een volgeling van de grote zwarte hengst. Hij had zijn kudde buiten de grenzen gelegd en het was een echte Friezen kudde. Ze was dan ook een vreemdeling geweest, maar haar grootvader had een goede indruk weten te maken op de hengst. Zo had hij haar dan ook aangenomen. Handig was het om zo'n bekende familie te hebben. Ze had nu een soort tweede naam gekozen om niet op te vallen. Ze hoefden niet te weten wie ze echt was. Daarom had ze de naam April gekozen en haar moeder had ze niet hoeven noemen, handiger kon gewoon niet. De donkere ogen van de jonge merrie gleden een keer over de omgeving. Bijna was ze aan de geisers. De sneeuw was ze echt al beu. Een zachte grom verliet de keel van de merrie terwijl ze weer verderliep. Haar ene oor stond naar voren om alle geluiden op te pikken. Ze was dan misschien slecht en sterk, roofdieren konden nog steeds gevaarlijk zijn. Luid gesnuif was te horen en damp kwam uit haar neus. Het was warmer dan de omgeving waardoor ze liep. Haar gedachten gleden nog een keer weg. Deze keer naar de toekomst. Er was iets spannend dat er nog zou gebeuren in haar leven. Haar moeder. De witte merrie die elke dag de bitch begon uit te hangen. De merrie die haar leven verpestte door hengsten uit te kiezen en haar te gaan dwingen. Net toen ze nog een veulen was. Nu was ze verdoemd. Anaïs was de merrie beu net zoals vele andere paarden. Nog een goed lang jaar trainen en de grote hengst volgen en dan was het zover. Dan zou het gaan gebeuren. Haar terugkomst zou gevierd worden met de dood van de merrie. Ze wilde haar bloed proeven. Een valse grijns sierde haar lippen bij die heerlijke gedachte. Ze wilde het nu wel, maar nee. Ze was te jong en ze had echt nog geen zin om aan een kudde vast te hangen. Nu was het tijd voor vrijheid en trainen. De merrie schudde met haar hoofd en veegde de grijns alweer van haar gezicht af. Haar donkere ogen bekeken de omgeving nog eens. Geluiden van de geisers hoorde je al van ver weg. Ook de warmte voelde je al. Haar hoeven verlieten de dikke laag sneeuw en liepen al snel over een deel harde grond. Grote openingen waren in de grond gemaakt door de geisers die nog steeds om de paar seconden leken te ontploffen. De merrie zigzagde tussen de openingen en voelde af en toe wat druppels water op haar wintervacht. Ze negeerde de harde geluiden van het omhoog springende water en richtte haar volledig op iets anders. Niets speciaal natuurlijk, maar ze zocht een plek om te rusten. Drie dagen had ze gereisd om terug hier te komen. Ze had geen zin meer om verder te gaan. Ze stopte met lopen en schudde haar vacht uit. Haar donkere ogen gleden van links naar rechts. Het was hier stil buiten de geluiden van het water dan. Soms was het echt stil, té stil als het van haar afhing. De merrie snoof de geuren op, maar alles wat ze rook was zwak. Het was allang weg. Wat maakte het uit. Ze had niet altijd evenveel zin om een paard tegen te komen. Praten deed ze niet op momenten als dit. Haar dikke staart sloeg heen en weer en raakte af en toe haar flank. Haar spieren liet ze alweer ontspannen en rustig keek ze naar de omhoog spuitende geisers. Damp was overal te zien en zorgde ervoor dat ze voor vreemdelingen onzichtbaar was. Alleen haar geur zou je kunnen ruiken. Ze grijnsde licht bij die gedachte. Zo kon ze wel een prooi vinden en gebruiken, maar nu had ze er geen zin in. Dit was iets om later te gebruiken. Hier kon ze haar moeder naartoe lokken om dan aan te vallen. Perfect. Ze had alles al helemaal gepland. Haar verjaardag, als ze drie zou worden, werd super. Die dag zou niet meer stuk kunnen. Als het aan haar lag zou ze de merrie nu grijpen, nu roepen en aanvallen. Toch was het niet de bedoeling. Jammer, maar helaas. Geduld had je nodig in je leven. Anaïs sloeg met haar hoef stevig op de harde grond terwijl haar oren heen en weer draaiden. Geluiden kwamen dichterbij, maar bijzonder was het niet. De merrie draaide haar hoofd en drukte haar oren stevig in haar nek terwijl gekraak van de sneeuw steeds dichterbij kwam. Haar spieren werden gespannen en haar ogen draaiden opzij. Een sneeuwluipaard stond voor haar neus. De merrie snoof luid en schraapte met haar hoef tegen de grond. Ze ontblootte haar tanden net zoals het dier en sprong naar voren. Ze hinnikte luid, woest en duivels naar de luipaard die meteen achteruit sprong. Het dier grauwde eens en sprong op haar af. De jonge merrie draaide haar achterhand naar hem en trapte voluit. Raak. Ze draaide nogmaals en gooide deze keer haar voorhand de lucht in. De luipaard deinsde kort achteruit, maar zodra ze weer geland was sprong hij op haar af. Hij zette zijn tanden in haar schoft en zijn klauwen schaarden over haar hals. De merrie sprong omhoog en gooide de luipaard de lucht in. Hij had zich toch niet zo goed vastgehouden. Het dier vloog door de lucht en landde op de harde grond. Een geiser sprong omhoog naast het dier en liet hem schrikken. Anaïs nam haar kans en sprong op de luipaard. Haar hoeven zorgden ervoor dat zijn schedel kraakte. Een hard vies geluid was te horen. Het dier spartelde nog wild, maar zijn schedel was gebroken. Langzaamaan begon het dier zijn bewustzijn te verliezen. Anaïs sloeg met haar hoeven tegen zijn lijf en maakte hem af. Ze zou geen prooi zijn. De merrie staarde naar het levenloze dier en snoof woest. Haar spieren ontspanden na een paar minuten dat ze staarde naar het beest. Ze haatte dit soort aanvallen. Al was het nu een roofdier minder. Nog eens snoof ze van woestheid waarna ze om haar heen keek. Nog steeds was er geen ander paard in de buurt. Bijna niemand leek hier te komen, maar ze had er geen problemen mee. Anaïs schudde haar vacht uit en voelde druppels bloed. Een tweetal wonden waren op haar zij aangebracht en bloedden lichtjes. Het viel mee. Ze keek er kort naar, maar negeerde het alweer. Wonden maakten je hard en het deerde haar niet wat ze had of hoeveel bloed ze verloor. Het kon haar echt niets schelen. De merrie was zelfs niet bang om te sterven aan verwondingen, aan pijn of aan ziekten. Nee, zo was het leven en zo leefde ze. Je bepaalde soms zelf je leven, maar vaak ook niet. Vele paarden klaagden wel eens om hun leven, maar in haar gedachten moest je maar zelfmoord plegen als je leven niet naar je zin was. Anaïs grijnsde licht toen ze dacht aan een paard dat zielig van een berg zou springen. Alsjeblieft zeg. Ze rolde met haar ogen en liep een rondje om het levenloze lijk van de sneeuwluipaard. De merrie schudde met haar hoofd en grijnsde breed. Dit zou eigenlijk nog beter zijn als ze het beest mee zou sleuren tot het territorium. Laten zien wat ze werkelijk kon. Ze had zichzelf nog niet perfect bewezen rondom de hengst. Al had ze geen zin om het grote dier mee te sleuren, drie dagen lang, tot ze bij hem was. Ze zou teveel roofdieren lokken en dan kon ze een hele hoop naar hem brengen. Ze grijnsde licht, maar zodra er een onbekende geur haar neus binnendrong, veegde ze deze weer weg. Haar ene oor richtte ze naar voren om het geluid op te kunnen vangen, maar ze hoorde nog geen krakende sneeuw. Het paard was nog ver weg, maar er was veel wind in haar richting. Zo rook ze het paard van ver. De merrie sloeg met haar staart heen en weer terwijl ze rustig begon te wachten tot het paard dichterbij kwam.

1.539 woorden ~

2One day # Empty Re: One day # za 25 feb - 22:58

Zephyr

Zephyr

Stilte, dat was toch iets aardigs? Waar was het leven? Waar was die tekens? Duisternis had Zephyr omarmt. De vrij jonge hengst had zich in duisternis gescholen. Ook Zephyr was er nog niet aan toe voor leiderschap. Hij verlangde wel naar macht. Heersen over de wereld en die zooi. Maar Zephyr wist dat het zijn tijd nog niet was. Tot die tijd hield hij zich vaak gescholen. Hij verscheen alleen als hij nodig was.Hij hield zijn ogen en oren open. Zephyr leert veel van zijn duistere vader. Cobrazarao, iedereen vertelde wel 100de verhalen over vroeger. Hoe Cobrazarao eerst was. En dat hij vroeger niets in eigendom had. Zephyr was zeer onder de indruk van zijn vader. Zephyr was rijk geboren. Hij heeft alles al gekregen. Dat was echter saai. Zo had hij geen doel. Maar aan de andere kant. Zephyr had mooie plannen voor in de toekomst. Zephyr zijn duistere ogen weerkaatste even het maanlicht. Even, of iets langer sloot hij zijn ogen. Hij zocht naar rust. Voor hem was dat onmogelijk. Waarom zou hij eigenlijk zijn tijd verspillen aan slapen en dromen? Maar soms, soms leidde zijn dromen naar geheimen of ideeën die in het echte leven nog nuttig konden zijn. Zephyr grendelde zijn ogen voor een lange tijd vast. Bloed droop van alle kanten af. Zijn lange zwarte manen hingen plakkerig aan zijn hals.

Zephyr kreeg flitsende dromen. Hij stond in een groene heide. De zon scheen ondraaglijk fel. Zephyr hield zich in de zwakke schaduwen van enkele bomen. Zijn donkere grijze ogen loerden naar een groot groep paarden. Merries stonden vredig te grazen en hun pasgeboren veulens onderzochten de wereld. Er stond een alfa merrie in het midden. Af en toe keek ze op en graasde toen weer verder. Een mooie beige merrie, met witte benen en bles. En zwarte manen. Ze was best een mooie merrie. Ze toonde duidelijk dat ze trots was. Ze staarde met een gelukkige grijns om zich heen. Zephyr bleef naar haar staren. Uiteindelijk keek hij om zich heen. Waar is die alfa hengst? Zephyr zijn mondhoeken krulden van plezier toen hij zag dat de meeste hengsten weg waren. Ze waren waarschijnlijk iets verder getrokken om te onderzoeken of hun leefomgeving veilig was. Alles verliep goed. Zephyr keek achter zich. Fries paarden stonden ongeduldig te dribbelen. Zephyr deed plots een teken. De paarden gaven een signaal door aan elkaar. De merries keken verbaast op toen ze dit hoorde. Alles was doodstil. Ze wisten maar al te goed dat iets niet klopte. Plots schoot Zephyr uit de bosjes. Met de andere krijgers achter zich. De merries hinnikten van schrik en probeerde hun veulens bij zich te houden en deden een vluchtpoging. Bloed vloeide, geschreeuw van pijn en onverdraaglijk verdriet werd die dag gezongen. Levens, onschuldige levens werden ontnomen. Bloed vloog in de lucht. De grond werd bevuild met moord en ellende. Jonge diertjes, die zich niet konden verdedigen werden zonder genade gedood. Beetje bij beetje verdwenen ze. Levenloos op de grond. Zephyr stond doodstil. Zijn ogen gleden alle kanten op. Lichamen omsingelde hem. Veulens lagen verspreid op de grond. Merries schreeuwden van verdriet en smeekten om gespaard te zijn. Maar dat werden ze niet. The Blood Horses doden, zonder genade. Ze zijn gevuld met haat, verlangend naar moord en overwinning. Uiteindelijk bleef er één paard over. Argina, de alfa merrie. The Blood Horses omsingelde haar en kijken toe wat Zephyr zal doen. Maar ze wisten wat hun grote leider in staat was. Ze keek Zephyr aan. Ze toonde geen angst. Ook Zephyr keek haar aan zonder emotie. Argina had tranen op haar gezicht. Haar geliefden waren vermoord. Haar kudde, waar ze zo van hield. "Zephyr, waarom ben je zo wreed? Is dit echt wat jij wilt? Waarom doe je ons dit aan." Zephyr keek weg. Nog steeds toonde hij geen emotie. Zo veel vragen. Die niet makkelijk te beantwoorden was. " Waarom? Omdat ik zo eenmaal ben. Waarom zou ik het niet doen? Dit is wat mij in leven houd. Voor mij beteken jullie niets. En ja, dit is wat ik wil. Ik wil niets liever." Argina keek hem verbijsterd aan. "Het zei zo." Antwoordde ze. Ze sloot haar ogen. Zephyr ontblote zijn tanden en doorboorde haar nek. "Het goede zal zege vieren. Ook al zijn jullie in de meerderheid. Slechtheid zal op een dag alleen in de schaduwen kruipen als insecten." Weerklonk haar zachte stem. Zephyr zijn ogen ruste op die van haar. Bloed liep uit haar keel. Het gleed langs haar hals naar beneden. Uit haar mond en neusgaten vloeide er bloed uit. Zephyr keek toe hoe het leven uit haar ogen verdween. Opeens weerklonk een hels gehinnik. Zephyr zijn ogen gleden naar de heuvel. één van The Blood Horses paarden waarschuwde hem. De alfa en zijn krijgers waren terug gekeerd. Zeroes, de partner van Argina en alfa staarde verbijster naar haar. Hij was woest. Hij zag hoe Zephyr haar vast gegrepen had. "Argina!!" Schreeuwde hij gekwetst. Zephyr liet haar los. Haar lichaam viel met een bonk op de grond. Zephyr keek met een valse grijns naar de hengst. De andere hengsten keken hartverscheurend om zich heen. Hun nakomelingen en partners lagen verspreid in de omgeving. Zephyr likte het bloed van zijn mond. Ineens liet hij zijn hoofd zakken en scheurde de borst van Argina open. Hij rukte haar hart uit haar borst. Bloed sijpelde uit het hart. Zeroes snoof woest. Hij werd compleet gek. Vergiftigt en verblind door haar. Zephyr steigerde in de lucht en gooide het hart in het gezicht van Zeroes om hem wakker te maken. "Kom op, stop met zo depressief te zijn en vecht!" De hengst schoot woest in de aanval. Zephyr bleef grijzend staan. En gaf een oorlogskreet aan. The Blood Horses schoten in de aanval. Opeens vlogen Zeroes zijn ogen wijd open. Aan de andere kant van een steile heuvel verschenen nog meer Blood Horses. Ze keken duister op hem neer. Duizenden paarden schoten in de aanval. De grote paarden lieten de aarde beven. Duisternis heerste. Een zwarte zee van paarden verpletterde de vijand. Natuurlijk deed Zephyr mee aan het feestje. Zeroes koos Zephyr uit als tegenstander. Zephyr had hier en daar flinke klappen gekregen. Maar het deed hem niet veel. Toen Zeroes steigerde steigerde Zephyr mee. Hij beet de been van Zeroes totdat die gebroken was. De hengst schreeuwde de pijn uit en lande op zijn rug. Zeroes werd meteen vermoord.
Zephyr zijn ogen vlogen wijd open. Moorden, dat was eigenlijk toch iets verschrikkelijks. Maar voor Zephyr was dit pas leven. Hij had een groot gebied veroverd. Zephyr keek duister om zich heen. Goed, neutraal en slecht. Iedereen koos wel een kant. Behalve die neutraal gedoe. Die kozen geen kant. Ze waren goed en slecht. Echter hadden ze vast wel een Goede of slechtere kant. Zephyr wist dat Cobrazarao een nieuw paard had aangenomen. Geen zuiver wezen. Maar ze hadden plannen. Zephyr zal een nieuwe soort kudden ontwerpen. Alle rassen mochten zich voegen bij duisternis. Cobrazarao vond het zonde dat ze alleen friezen hadden. Terwijl andere rassen ook hun voordelen hadden. Dus vandaar, de nieuwe kudde. Zephyr weet nog niet wanneer hij er werk van zal maken. Eerst moesten ze meer volgelingen hebben. Zephyr wilde eigenlijk wel weten wie ze was. Hij wist dat ze een merrie was. Zephyr besloot verder te gaan. Hij was dat lummelen beu. Zephyr trok naar de geisers. Hij deed het rustig aan. Zijn ogen gleden duister naar alle kanten op. Geen idee waar hij echter naar zocht. Alles was wit. Zephyr leek echter van dit weer te houden. Alles was in een diepe slaap. Leven was hier amper te vinden. Hier en daar spoten de geisers de lucht in. Hun heette water liet het sneeuw smelten. Hij kon zich aardig verbranden. Maar ach, wat had hij nu te verliezen? Niets. Hij vreesde niet voor die pijn. Hij vreesde voor niets of niemand. Al kon dat wezen hem vermoorden. Zephyr keek neutraal om zich heen toen hij hoefstappen hoorde. Hij kneep zijn ogen fijn en kreeg een bruin achtig paard in het oog. Door die vocht zag hij haar niet zo geweldig goed. Er hing zo'n mist achtige doek rond de geisers. Zephyr zijn sterke reukzin ontving The Blood Horses geur. Hmm, dit was dus de nieuweling. Zephyr zag haar maar vaagjes. Dus was het moeilijk om haar te herkennen of zo. Deze merrie was waarschijnlijk niet zomaar iemand. Cobrazarao zou nooit zonder enig reden een vreemdeling aannemen. Zijn ogen keken duister naar haar. " Je naam?" Weerklonk zijn valse stem. Hij had haar naam nog niet te horen gekregen. Hij kreeg maar een vaag informatie over deze zogenaamde merrie.

3One day # Empty Re: One day # za 25 feb - 23:58

Anaïs

Anaïs

Alweer de stilte. Het idee hier rondom haar hield haar stil. Haar donkere ogen die over de omgeving gleden. Haar ene oor naar voren en de andere naar achteren. Alle geluiden zou ze horen. Ze kon alles zien want ze was nog eens extra alert. Toch was het stil. Té stil als je het haar vroeg. De geisers waren het enige dat om de paar seconden hun eens lieten gaan, maar zonder die geisers was het gevaarlijk stil. Luid gesnuif was te horen en alle mist bleef rondom de merrie hangen. Haar hoeven boorde ze stevig in de harde grond, maar diep kwam ze niet. Het was enorm hard. Alsof het bevroren leek te zijn, maar dat kon dan niet. De grond was te warm om bevroren te zijn. Het was toch steenhard. Zo slim was ze nog niet om te weten wat het was. Steen met daaronder een warme bron die elke seconde moest ontsnappen. Moest adem halen. Een lichte grijns sierde haar lippen. Ademhalen. Ja, dat kon dat ene wezen niet meer. Haar blik gleed meteen naar het dode beest naast haar hoeven. Ze cirkelde eromheen en haar ogen gleden over het lichaam. Zijn pels was onbeschadigd. Zijn hoofd hing vol bloed en botten staken naar buiten. Alles was kapot daarbinnen. Botten waren gekraakt en staken alle kanten uit. Zijn hersenen verbrijzeld. Bloed lag overal, maar toch was zijn lijf gespaard gebleven. Handig als je zo iemand met een paar slagen kunt doden. Toch zou ze die handeling niet vaak gaan gebruiken. Ze wilde het geschreeuw horen van bange paarden. Een schreeuw van pijn en angst. Daarna de dieren laten lijden voor zolang ze het overleefden. Dat was eigenlijk nog wel eens een idee. Ze kon een leuk spelletje gaan spelen met de goedzakken. Het spelletje lijd of sterf. Hoelang zouden ze kunnen overleven met de pijn? Hoelang kunnen ze nog leven met al dat bloedverlies? Dat kon ze testen. Een, twee, drie. Elke tel een nieuwe trap of beet. Elke tel een nieuw bot dat gekraakt werd. Of een orgaan dat helemaal verbrijzeld werd. Heerlijk, een schreeuw van pijn. Ze snoof en sloot haar ogen terwijl ze leek te verdwenen in een fantasie. Een merrie onder haar hoeven dat leek te schreeuwen om hulp, maar niemand durfde. Niemand die durfde reageren, bang voor wat er zou gebeuren met ze. Een goede daad van hen die toch met pijn werd beëindigd. Anaïs cirkelde rondom het levenloze lichaam van haar fantasie. In de werkelijkheid rondom het luipaard, maar ze was aan het dromen. Een heerlijke droom was het. Deze mocht werkelijkheid worden natuurlijk. Een merrie. Bij elke tel werd er een bot gebroken. Elke tel, elke schreeuw. Krak, krak. Organen die werden geplet onder haar scherpe hoeven. Bloed overal. Nergens was een plaats waar je geen bloed zag. De merrie snoof en maakte de genadeslag. KRAK. Een levenloos lichaam. Net zoals de werkelijkheid, waarin ze weer terug kwam. Haar donkere ogen gleden over het lichaam van het dier. Ze zou niet elke dag kunnen moorden. Ze mocht nog niet op een missie gaan samen met de andere kuddeleden van Blood Horses. Ze vonden haar nog steeds een grote vreemdeling. Ze grijnsde bij die gedachte. Vreemdeling. Ze zouden haar nog leren kennen als het perfecte lid. Machtig en moordend door het leven gaan. Ze draaide haar oren opzij en een geur drong haar neus binnen. Voor haar was de geur dan ook goed bekend. Zephyr. Hij was dan toch gekomen om de nieuwe vreemdeling te leren kennen. Ze snoof nogmaals zijn geur op en sloeg met haar staart heen en weer. Ze nam weer plaats op haar eigen plek, naast het dode beest. Haar donkere ogen staarden strak voor haar uit terwijl ze door de mist leek te kijken. De geur kwam dichterbij en een grote hengst kwam naar haar toe. Ach, groot kon je het niet noemen. Zijzelf was ook enorm groot dus voor haar was hij een normaal paard. Ze had haar ene oor nog steeds naar voren gericht terwijl haar donkere ogen in zijn blik boorden. De grijns verdween en rustig luisterde naar zijn vraag. Zijn stem was vals. "De naam is April." Haar stem, vals en duister, maar ook mooi. Hard, duivels, vals. Alles leek je te horen, maar het was niet mis voor haar. Haar blik was strak op de hengst gericht terwijl haar houding ook een tikkeltje respect toonde. Ze was niet iemand die té veel respect toonde. Ze was een kalme merrie, maar toonde toch wel eens een beetje respect. Stilte heerste alweer, maar problemen had ze er niet mee. Ze had geluk dat haar lichaam en stem veranderd waren. Haar lichaam was steviger en haar manen langer. Haar vacht donkerder dan vroeger en haar aftekening bedekt. Haar geur was dan ook helemaal verborgen onder de geur van de grote hengst. Een grom gleed door haar gedachten terwijl ze aan het ritueel dacht. Ze was er nog steeds niet goed gezind voor. Zijn lichaam die schuurde tegen de hare. Ze kon het nog steeds voelen. De merrie schudde de gedachte weg en richtte haar weer op de andere hengst. "Jij bent Zephyr, of heb ik dat verkeerd?" Haar stem even slecht en duivels. Haar blik nog steeds op de zijne gericht. Haar houding met respect. Haar staart sloeg om de twee minuten een keer tegen haar flanken. Haar oor op de hengst gericht. Wachtend.

4One day # Empty Re: One day # ma 27 feb - 4:11

Zephyr

Zephyr

Zephyr zijn duistere ogen staarden niet die van haar. Hij zag haar vaag. Ook zij toonde geen tekens van vriendelijkheid. Zephyr zijn vacht werd vochtig door de omgeving. Al het vuil werd langzaam weg gewassen. Al dat oud en vers bloed en zand. Het werd allemaal weg gewassen. Het deed echter eens deugt dat al die etter en doodde huid werd weggespoeld. Zephyr zijn lange zwarte staart hing tot aan de grond. Uiteindelijk weerklonk deze merrie stem. Het had meerdere ondertonen. Maar deze gespeelde stemmen deden hem niet opkijken. "De naam is April." Zephyr zijn ogen bleven op April gericht. Hij had zo het vervelend gevoel dat ze haar ergens van herkende. Misschien was het één van zijn verbeeldingen. Zephyr naderde dichterbij. Hoe dichterbij hij kwam. Hoe beter hij haar zag. Uiteindelijk stond hij dicht genoeg bij haar om haar nu compleet te kunnen bekijken. Zephyr dacht diep na. April... Zephyr kneep zijn ogen fijn. Hij zou zweren dat hij haar herkend. Maar vanwaar? Dat weet hij niet. Misschien had ze wat trekken van Azacar. Dat zal het wel zijn zeker. "Jij bent Zephyr, of heb ik dat verkeerd?" Zephyr keek haar neutraal aan. Wat een slim beest. "Dat heb je goed gezien April." Weerklonk zijn stem onaangenaam zuur. Zephyr zijn neusvleugels stonden wijd opengesperde. Om haar geur op te vangen. Maar het enige wat hij ontving was de sterke geur van zijn vader. Zijn ogen onderzochten haar. Hij zag de kentekens. Ze behoorde toe aan Cobrazarao. Er speelde een gruwelijke glimlach op zijn mondhoeken. "Ach April, stel je niet zo aan. Jij hebt echter geluk. Alle Blood Horses paarden hebben aan beiden ogen littekens en aan de borst. Waar hun hart rust. Jij hebt maar een gaatje in je oor." Weerklonk zijn luide stem. Ach ja, ze behoorde nog niet honderd procent bij The Blood Horses. De kentekens waren sinds kort de nieuwe regel. Iedereen heeft het doorstaan. Als de veulens 3 jaar werden. Dan werden ze getest. En als ze het waard waren kregen ze de kentekens. Zo niet, dat betekende hun einde. Op de borst van Zephyr ruste een grote snede. Ook zijn ogen hadden twee grote sneden in gekapt. Met dat aanraking betreft. Dat was vrij normaal. Vele leiders deden dat. Hoe kwam je anders aan die kudde geur? Ze had bijna dezelfde grote als Zephyr. Voor de rest was ze een mooie jonge merrie. Ze zal wel iets hebben. Zijn vader neemt niet zomaar iemand aan. Er droop wat bloed uit zijn mond. Zephyr zijn oog viel op het dode dier. En keek daarna weer naar April. Onder de indruk was hij niet. Vele paarden hadden moorden gepleegd. Vaak simpele dieren. Zephyr ook. Omdat er tegenwoordig geen waardige paarden meer rondliepen. Wat natuurlijk zo'n zonde was. "Jij bent dus de nieuweling? Mijn vader zal je wel nuttig hebben gevonden." Weerklonk zijn rauwe stem. Er spoot vlak naast Zephyr een geiser. Die ontzettend veel lawaai maakte. Het leek wel een sissende slang. Die je wilde bijten met zijn giftige tanden. Zephyr keek echter niet op en verroerde zelfs niet. Het warme water gleed weg over Zephyr zijn lichaam. Gelukkig was het lauw achtig. Omdat die eerst in de ijskoude lucht had gezweefd. Zijn donker grijze ogen keken even kil op zei. Eigenlijk was het best wel fascinerend dat er bloedheet water uit de aarde spoot. De omgeving rond de geiser was ijskoud. In The Blood Horses was het ook winter. Het was daar altijd wel een zuur geval. Vaak was het bewolkt. En er zat altijd wel een ijskoude wind in het gebied rond te blazen. Het eten was taai en niet zo verrukkelijk als hier in Dream Horses. Waarschijnlijk had de grond te veel bloed geproefd en is het verzuurd geraakt. Ach, de paarden werden sterker en taaier. Zij konden beter overleven dan paarden die het juist goed hadden. Voor Zephyr maakte het niet zo veel uit hoe het eten smaakte. Hij at alles. Hoe verschrikkelijk het ook proefde. Hij at daar veel planten met dorens. Maar die stekende planten hielden hem niet tegen. Hij verteerde ze met gemak. Zijn mond was nu heel sterk ontwikkeld en kon er nu wel tegen dat er snijdende voorwerpen verbrijzeld moesten worden. Zephyr was een uitstekende overlever en wist zich prima te redden in welk gebied dan ook. Hij kon weken zonder eten. het was wel geen prettig gevoel als je buik steeds zeurde. Maar daar schonk hij totaal geen aandacht aan.

5One day # Empty Re: One day # ma 27 feb - 7:30

Anaïs

Anaïs

Zacht gesnuif was te horen vanaf de jonge merrie. Haar donker ogen gleden over de grote hengst heen, al was hij niet veel groter dan haar. De hengst luisterde naar haar woorden en nam wat stevig stappen dichterbij. De hengst verscheen uit de mist langs haar zijde, maar zij verscheen langs zijn zijde uit de mist. Haar lichaam werd nu helemaal aan hem getoond. Hopelijk was ze het waardig om bekeken te worden. Een lichte grijns sierde haar lippen toen hij de woorden uitsprak dat ze het goed gezien had. Rustig knikte ze. Tja, ze was nu eenmaal slim. Dat zeiden ze steeds vaker en toch interesseerde het haar niet veel wat ze over haar dachten. Ze dacht alleen maar aan: oke dan ben ik maar slim. But whatever. Haar ene oor draaide kort opzij toen ze iets leek te horen, maar dat was vast haar verbeelding. Veel meer roofdieren zouden niet meer komen nu dat beest dood was. Of kwamen ze juist op zijn geur en bloed af om wraak op haar te nemen. Niet dat het haar wat uitmaakte. Ze mochten allemaal komen en dan zou ze hen één voor één te grazen nemen. De hengst snoof haar geur eens op terwijl hij gruwelijk begon te glimlachen. Hij leek haar ook nog door te hebben wat ze ervan dacht. Die geur en aanraking van zijn vader. Zacht snoof ze omdat ze duidelijk niet kon lachen dat hij ermee lachtte. Want diep vanbinnen deed hij dat. Hij vertelde haar dat ze haar niet zo moest aanstellen. Ze had echter geluk omdat vele paarden enorme littekens hadden overgehouden. De merrie rolde met haar ogen toen hij het over het gaatje had. "Oh? Denk je dat ik het daarover had? Nee, ik had het over die vreselijke aanraking. Zou jij het zo fijn gevonden hebben? He?" Licht uitdagend klonk haar stem, maar ook nog steeds vals. Haar donkere ogen gleden over zijn gespierde lijf terwijl ze uitdagend een rondje om hem heenliep. Haar staart sloeg kort van links naar rechts en de merrie kwam dichter. Ze liep langs hem heen zonder hem nét niet aan te raken. Ze snoof en stopte grijnzend voor zijn neus. Ach, deze spelletjes waren vaker leuk en dat verdween niet. Buiten de moorden kon je nog meer lol maken, op je eigen manier dan. Anaïs schudde met haar hoofd en keek hem rustig aan. Toch bleef die uitdagende blik in haar ogen, ver weg. Hij leek haar nog een keer goed te bekijken terwijl hij vertelde dat ze blijkbaar de nieuweling was en nuttig was volgens zijn vader. Ze knikte. "Klopt. Ik ben een verre achterklein dochter van de grote Azacar. Hij leek de hengst goed te kennen. Ik heb nog steeds een beetje Fries bloed in me. En ik kan nuttig zijn ja. Voor wat dan ook. Ik zal niet snel achteruit deinzen. Ik ben voor niets bang." Haar stem was mysterieuzer dan eerst. Uitdaging bleef in haar blik, maar nog steeds bleef ze vals en duivels. Dat verdween niet zo snel. Meer gebeurde er niet meer tussen beide paarden. Een geiser schoot vlak naast de hengst de lucht in. Druppels vlogen op de hengst zijn vacht. Haar donkere ogen gleden nogmaals over hem heen, maar toen het weer enorm stil was richtte ze deze op de hengst zelf.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum