Een klein dier met een grote brede snavel, bek of hoe je het ook wilt noemen kwam op haar af gewaggeld. Hij liep wijdbeens en enigszins waggelend kwam hij voort. Verbazingwekkend snel naar de methode te zien waarop hij liep. Met één opgetrokken wenkbrauw inspecteerde ze het dier nauwkeurig. Hij had een soort van gigantische eenden snavel, een brede staart en deed haar denken aan een gemuteerde eendenvogel uit haar fantasie. Hij leek er immers fascinerend veel op, en misschien was hij het ook echt? Aan de manier te zien waarop hij op haar af kwam, alsof hij zich aangetrokken voelde moest ze onwillekeurig toch aan Amenia denken, zoals zij de eerste keer op haar af gekomen was. Ze sloot haar ogen en zuchtte eens diep, terugdenkend aan Amenia, zoals ze sinds haar dood, één week geleden wel vaker deed. Eigenlijk iedere dag minstens twee keer. Ze voelde zich ongewoon kaal zonder de prachtige zwarte raaf aan haar zijde of tussen haar oren. Ze voelde zich eenzaam en zelfs licht machteloos. Ze opende haar ogen en merkte dat het vogelbekdier voor haar gestopt was. Één wenkbrauw gleed langzaam omhoog terwijl ze het dier dit keer van dichtbij bestuurde. Hij had de snuit van een eend, maar dan groter, hij had het lijf van een mol maar de staart van een bever. Het dier was aardig klein gebouwd en hieruit vernam ze dat het een vrouwtje was. Ze trok, voor zover dat kon, haar schouders op en maakte aanstalten om verder te gaan wat ze ook een pas of vijf deed. Grote passen wellicht, waarna ze één blik naar achter keek. Uit die ene blik van één fractie van een seconde merkte ze op dat het dier haar gevolgd was, en na een blik naar ander zag ze het beest naast haar. Het deed haar denken aan Amenia, het dier voelde zich blijkbaar aangetrokken tot haar. Ravena’s lippen sierde plots een kleine glimlach een zeldzame glimlach. Die na ongeveer tien seconden weer verdween. Ze zakte door haar knieën en ging op de grond liggen op haar zij. Terwijl ze het gemuteerde eendenvogel ding strak in de gaten hield. Benieuwd wat hij zou doen als ze lag. Wat hij toen deed was wel het laatste wat ze verwacht had. Hij klom op haar rug en ging daar tevreden zitten. Ravena trok één wenkbrauw omhoog, en stond licht twijfelachtig op. Maar het dier bleef koppig liggen, hij woog amper een kilo, zij verbeterde ze zichzelf. Ze stapte door aardig voorzichtig, en aan de water rand zakte ze weer door haar knieën. Het dier gleed soepel van haar rug en ging in het water liggen. Mocht ze dit dier als vriend nemen zou ze haar niet iedere dag kunnen zien. Maar wat zou het ook? Ze moest gewoon genoeg water hebben om in te zwemmen. Ze keek het dier na terwijl het heen en weer zwom. Het was alsof het Ravena in de gaten wou houden voor het geval dat ze weg zou gaan.
,,Is het niet raar dat jij jezelf tot mij aangetrokken voelt?’’
Vroeg Ravena plots aan het dier. Ze schudde haar hoofd ze moest nu niet tegen het dier gaan praten, dat was complete onzin.
,,Ik noem je Amenia de tweede.’’
Zei ze voor ze er erg in had. Ze schudde haar hoofd, nee ze mocht nu niet om het dier gaan geven, het dier dat leek alsof ze al jaren optrok met Ravena. Amenia de tweede ging dicht bij Ravena in het water liggen en bleef haar aankijken. ‘Nou wat denk je ervan?’ Leek die blik te zeggen.
~V isual
MWUAHAHAHA~
,,Is het niet raar dat jij jezelf tot mij aangetrokken voelt?’’
Vroeg Ravena plots aan het dier. Ze schudde haar hoofd ze moest nu niet tegen het dier gaan praten, dat was complete onzin.
,,Ik noem je Amenia de tweede.’’
Zei ze voor ze er erg in had. Ze schudde haar hoofd, nee ze mocht nu niet om het dier gaan geven, het dier dat leek alsof ze al jaren optrok met Ravena. Amenia de tweede ging dicht bij Ravena in het water liggen en bleef haar aankijken. ‘Nou wat denk je ervan?’ Leek die blik te zeggen.
~V isual
MWUAHAHAHA~