Starend naar de blauwe lucht, gevuld met witte wolken in verschillende vormen, brachten een viertal hoeven zich voort door het gebied. Het zwarte, magere lichaam van de hengst liet zich door zijn voeten ergens naar toe brengen, een plek waar het rust en stilte zou vinden. Een vredige plek, hoopte hij. Hoewel hij nog nooit een echt paradijs op aarde gevonden had, geloofde hij toch dat er ergens in dit gebied een plek was waar hij zijn ogen kon sluiten en kon weg dromen bij het geluid van de natuur. Langzaam stond hij stil toen zijn voeten de rand van een meer bereikte. Het zachte geruis van het water gaf hem rust, hoewel het kletterende geluid van het water dat tegen de kant sloeg, toch niet zo heel vredig klonk. De hengst liet zich weer terug voeren naar een van de vele bomen van het Zilveren Meer, en liet langzaam zijn lichaam op de grond vallen. Hij moest slaap vinden, zijn zwakke lichaam had al dagen niet geslapen, waardoor het voor hem onmogelijk maakte nog verder te lopen uit dit Zilveren gebied. Langzaam sloot de zwarte hengst zijn ogen en kwam terecht in een lichte slaap.
Een blunderde lach galmde door het gebied en de kleine, zwarte hengst duwde zich nog dichter tegen zijn moeder aan. ´Dit?’ Antwoorde de hengst vol afkeer. ‘Dit is niet mijn zoon!’ De grote hengst sprak het woord ‘Zoon’ uit alsof het een ziekte was, en waarvoor hij beschuldigd werd voor alle doden. Hoewel, als de doden zijn schuld waren, zou deze hengst daar totaal geen problemen mee gehad hebben. ‘Dit is een ezel. Dit beest zou ik zelfs Libre niet gunnen!’ De hengst duwde zijn neus richting een palomino hengst, die enkele meters verderop stond te gorgelen. Het was duidelijk een ironische opmerking, de zwarte hengst meende het serieus. ‘Roman!’ vervloekte de merrie hem. ‘Dit is jou zoon!’ Ze sprak het uit alsof de hengst zo juist was vergeten wat zijn lieveling smaak toffee was en ze het hem aanbood. ‘Haal dit beest bij me weg, je verdoet m’n tijd’ en met de woorden keerde de hengst zich om. “Lieverd’’ sprak de merrie tegen hem. ‘Ik wil dat je naar Valéry gaat, alsjeblieft?’ Het zwarte hengstje wist maar al te goed wie Valéry was, zijn tante zorgde voor hem als een tweede moeder. Het hengstje knikte, maar wou het liefst veilig bij zijn moeder blijven. ‘Waarom mama? Wat ga je doen?’ Zijn moeder schudde haar hoofd en duwde hem weg. Hij begreep de hint en begon aan zijn pad op weg naar zijn tante, toen hij plotseling een schreeuw hoorde. ‘ROMAN!’ klonk de stem van de merrie. Black draaide zich om, nogmaals kijken naar zijn moeder. Daar begon het weer, ditmaal zou het haar nog steeds niet lukken de hengst te overtuigen.
Het was vreselijk om terug te denken aan zijn jeugd. De jaren dat vader zijn moeder zo slecht behandelde, de moeder die hij nu niet meer had. Langzaam schudde hij zijn hoofd en deed zijn ogen open. Binnen enkele seconden stonden zijn hoeven weer onder hem, brachten zijn met zweet bedekte lichaam verder het gebied in. Een plotseling geluid liet hem achter zich kijken, maar er was niets te zien. De hengst liep weer verder, maar nogmaals hoorde hij het zelfde geluid. Toen hij vervolgens achter zich keek, verscheen er een witte merrie glimlachend achter hem. Hij schudde zijn hoofd, een verbeelding. ’’Hoi!’’ klonk plotseling een stem naast hem. Het lichaam van de hengst schoot opzij en vervolgens weer terug op zijn plek. ’’Hallo?’ antwoorde de hengst onzeker. De merrie begon vervolgens aan een stuk door te ratelen, over allerlei onderwerpen die hem niet interesseerde. ’’Wacht? Wat zei je?’’ vroeg hij toen er een bekende naam voorbij kwam. ’’Valéry was nacht gekust. ‘’ herhaalde de merrie. ’’Wie is Valéry? klonk de vraag van de hengst, die plotseling stil stond. ’’Oh’’ liet de merrie hem weten, opkijkend van zijn plotselinge interesse. ’Ze was een goeie vriendin van mij, tot ze opzoek ging naar haar dochter en ik haar uit het oog verloor’’ De merrie liet haar verdriet van het verlies in haar stem klinken en Painted knikte mee. Wetend dat hij niet verder moest praten over het onderwerp, om de merrie niet depressiever te maken dan ze nu was, liep hij weer verder. En zo praatte de merrie ook verder.
Hoewel Valéry ’s geratel, aan het einde van de dag, bij hem een lust op wekte zijn kop tegen een boom te slaan, vond hij haar toch best aardig en vond het niet zo heel erg om een moment alleen te zijn. Toen ze uiteindelijk weer bij het meer aankwamen vertelde de merrie hem dat ze afscheid moeste nemen. ’’Bedankt. Bedankt voor alles’’ sprak de hengst. Maar de merrie gaf geen antwoord, stapte het water in en verdween. Verdween? Painted keek om zich heen, raakte in paniek. Was ze nou? Langzaam liet hij zichzelf het water in glijden, zocht met zijn voeten over de bodem maar vond niks. Hij controleerde de overkant, maar zag niks. Een wind vlaag schoot langs zijn gezicht, terwijl hij luisterde naar de stemmen die de wind mee had gebracht. ’’Luister naar je hart mijn zoon, daar zal ik er altijd voor je zijn.’ De hengst schudde zijn hoofd bij het horen van de stem van zijn moeder, en nu herinnerde hij zich Valéry weer. Ze was geen oude vriendin van hem, maar zijn moeder. Met tranen over zijn wangen liet hij zich aan de kant vallen.
[Voor de verhaallijn Verguenza. ]
Een blunderde lach galmde door het gebied en de kleine, zwarte hengst duwde zich nog dichter tegen zijn moeder aan. ´Dit?’ Antwoorde de hengst vol afkeer. ‘Dit is niet mijn zoon!’ De grote hengst sprak het woord ‘Zoon’ uit alsof het een ziekte was, en waarvoor hij beschuldigd werd voor alle doden. Hoewel, als de doden zijn schuld waren, zou deze hengst daar totaal geen problemen mee gehad hebben. ‘Dit is een ezel. Dit beest zou ik zelfs Libre niet gunnen!’ De hengst duwde zijn neus richting een palomino hengst, die enkele meters verderop stond te gorgelen. Het was duidelijk een ironische opmerking, de zwarte hengst meende het serieus. ‘Roman!’ vervloekte de merrie hem. ‘Dit is jou zoon!’ Ze sprak het uit alsof de hengst zo juist was vergeten wat zijn lieveling smaak toffee was en ze het hem aanbood. ‘Haal dit beest bij me weg, je verdoet m’n tijd’ en met de woorden keerde de hengst zich om. “Lieverd’’ sprak de merrie tegen hem. ‘Ik wil dat je naar Valéry gaat, alsjeblieft?’ Het zwarte hengstje wist maar al te goed wie Valéry was, zijn tante zorgde voor hem als een tweede moeder. Het hengstje knikte, maar wou het liefst veilig bij zijn moeder blijven. ‘Waarom mama? Wat ga je doen?’ Zijn moeder schudde haar hoofd en duwde hem weg. Hij begreep de hint en begon aan zijn pad op weg naar zijn tante, toen hij plotseling een schreeuw hoorde. ‘ROMAN!’ klonk de stem van de merrie. Black draaide zich om, nogmaals kijken naar zijn moeder. Daar begon het weer, ditmaal zou het haar nog steeds niet lukken de hengst te overtuigen.
Het was vreselijk om terug te denken aan zijn jeugd. De jaren dat vader zijn moeder zo slecht behandelde, de moeder die hij nu niet meer had. Langzaam schudde hij zijn hoofd en deed zijn ogen open. Binnen enkele seconden stonden zijn hoeven weer onder hem, brachten zijn met zweet bedekte lichaam verder het gebied in. Een plotseling geluid liet hem achter zich kijken, maar er was niets te zien. De hengst liep weer verder, maar nogmaals hoorde hij het zelfde geluid. Toen hij vervolgens achter zich keek, verscheen er een witte merrie glimlachend achter hem. Hij schudde zijn hoofd, een verbeelding. ’’Hoi!’’ klonk plotseling een stem naast hem. Het lichaam van de hengst schoot opzij en vervolgens weer terug op zijn plek. ’’Hallo?’ antwoorde de hengst onzeker. De merrie begon vervolgens aan een stuk door te ratelen, over allerlei onderwerpen die hem niet interesseerde. ’’Wacht? Wat zei je?’’ vroeg hij toen er een bekende naam voorbij kwam. ’’Valéry was nacht gekust. ‘’ herhaalde de merrie. ’’Wie is Valéry? klonk de vraag van de hengst, die plotseling stil stond. ’’Oh’’ liet de merrie hem weten, opkijkend van zijn plotselinge interesse. ’Ze was een goeie vriendin van mij, tot ze opzoek ging naar haar dochter en ik haar uit het oog verloor’’ De merrie liet haar verdriet van het verlies in haar stem klinken en Painted knikte mee. Wetend dat hij niet verder moest praten over het onderwerp, om de merrie niet depressiever te maken dan ze nu was, liep hij weer verder. En zo praatte de merrie ook verder.
Hoewel Valéry ’s geratel, aan het einde van de dag, bij hem een lust op wekte zijn kop tegen een boom te slaan, vond hij haar toch best aardig en vond het niet zo heel erg om een moment alleen te zijn. Toen ze uiteindelijk weer bij het meer aankwamen vertelde de merrie hem dat ze afscheid moeste nemen. ’’Bedankt. Bedankt voor alles’’ sprak de hengst. Maar de merrie gaf geen antwoord, stapte het water in en verdween. Verdween? Painted keek om zich heen, raakte in paniek. Was ze nou? Langzaam liet hij zichzelf het water in glijden, zocht met zijn voeten over de bodem maar vond niks. Hij controleerde de overkant, maar zag niks. Een wind vlaag schoot langs zijn gezicht, terwijl hij luisterde naar de stemmen die de wind mee had gebracht. ’’Luister naar je hart mijn zoon, daar zal ik er altijd voor je zijn.’ De hengst schudde zijn hoofd bij het horen van de stem van zijn moeder, en nu herinnerde hij zich Valéry weer. Ze was geen oude vriendin van hem, maar zijn moeder. Met tranen over zijn wangen liet hij zich aan de kant vallen.
[Voor de verhaallijn Verguenza. ]
Laatst aangepast door Painted Black op do 17 mei - 7:47; in totaal 1 keer bewerkt