Haar slanke zwarte hoeven kwamen zachtjes neer op de grond. Ze had een zwevende pas en bewoog sierlijk. Als een echte arabische volbloed danste ze door het gebied heen. Het leek alsof je in een sprookjes rond wandelde als je in het zilveren meer rond wandelde. Alles was zo perfect. En het was er stil en vredig. De donkere merrie sloot even haar ogen en haalde diep adem. Ze stak haar neus in de lucht. De wind speelde zachtjes met haar manen en staart. Ze opende haar ogen weer en wandelde verder. Ze ging even met haar tong over haar lippen. Ze had een soort knaagden gevoel. Ze wist niet wat het was, misschien was het honger of dorst. Maar ze schudde zachtjes haar hoofd. Het was een ander gevoel. Een soort eenzaamheid. Misschien had ze nood aan wat gezelschap. Ze wist het eigenlijk allemaal niet zo goed. Alleen was maar alleen maar met een ander paard erbij moest je spreken. En ze was niet echt in de stemming om te spreken. Haar humeur was nogal bagger vandaag. Ze was half woedend en half vrolijk. Het hing dus echt af van je begroeting hoe ze zou reageren.
Een prachtige rode appel kwam in haar gezichtsveld. Ze keek er met een schuin hoofdje naar. Ze zwiepte eens met haar staart van links naar rechts. Ze duwde haar voorhoeven af en vloog de lucht in. Met haar tanden kreeg ze de appel te pakken. Door haar gewicht kwam de appel los van de boom. Ze lande met een lichtte plof op de grond en grijnsde tevreden. Toch had ze haar slanke oren naar achteren gedraaid. Ze at de appel op en sap drupte van haar kin af. Ze likte haar kin af en wandelde verder. Ze ging over in een sierlijk drafje. Ze keek plotseling om toen ze een geluid hoorde. Ze stopte en keek om haar heen. Ze wachtte af tot het geluid naar haar toe zou komen.
Een prachtige rode appel kwam in haar gezichtsveld. Ze keek er met een schuin hoofdje naar. Ze zwiepte eens met haar staart van links naar rechts. Ze duwde haar voorhoeven af en vloog de lucht in. Met haar tanden kreeg ze de appel te pakken. Door haar gewicht kwam de appel los van de boom. Ze lande met een lichtte plof op de grond en grijnsde tevreden. Toch had ze haar slanke oren naar achteren gedraaid. Ze at de appel op en sap drupte van haar kin af. Ze likte haar kin af en wandelde verder. Ze ging over in een sierlijk drafje. Ze keek plotseling om toen ze een geluid hoorde. Ze stopte en keek om haar heen. Ze wachtte af tot het geluid naar haar toe zou komen.