Ik weet het ,ik weet het, Het is wel erg kortt'. Naja BOEIEND (aa')
Langzaam liep Noefke langs de rivier. Haar manen wapperde zachtjes op de wind. Ze brieste. Ze gooide haar hoofd in de lucht en bekeek de omgeving eens goed. Ze drentelde wat op haar plaats en had een enorme zin om ineens keihard te gaan galopperen. Oké die drang had ze wel vaker, maar toch.
Als een ontploffende bom schoot ze weg. Ze ging in volle galop langs en soms door de rivier. Het water spatte daarbij meters de lucht in. Haar lompe passen maakte het een grappig gezicht. Ze galoppeerde verder en was nu ondertussen doorweekt. Ze stopte abrupt en bekeek de omgeving met haar hoofdje geheven. Een hinnik weerklonk uit haar keel en echode door het landschap. Ze draaide zich om op haar achterbenen en drentelde weer even heen en weer. Ze begon toen te grazen. Haar lange zwarte manen met af en toe een plukje rood vielen voor haar felblauwe ogen. Ze zag even niks dus schudde ze met haar hoofd. Weer een hinnik die ontsnapte uit haar keel.
Ze rook iets… een geur! Ze keek van links naar rechts maar zag nog niets. Ze draafde weer een stukje en Noefke begon de vormen van een paard te herkennen. Ze brieste en liep op de vorm af. Even keek ze achter zich en toen weer direct naar voren. Ze spitste haar oortjes. Noefke brieste weer en wachtte op het paardje
Langzaam liep Noefke langs de rivier. Haar manen wapperde zachtjes op de wind. Ze brieste. Ze gooide haar hoofd in de lucht en bekeek de omgeving eens goed. Ze drentelde wat op haar plaats en had een enorme zin om ineens keihard te gaan galopperen. Oké die drang had ze wel vaker, maar toch.
Als een ontploffende bom schoot ze weg. Ze ging in volle galop langs en soms door de rivier. Het water spatte daarbij meters de lucht in. Haar lompe passen maakte het een grappig gezicht. Ze galoppeerde verder en was nu ondertussen doorweekt. Ze stopte abrupt en bekeek de omgeving met haar hoofdje geheven. Een hinnik weerklonk uit haar keel en echode door het landschap. Ze draaide zich om op haar achterbenen en drentelde weer even heen en weer. Ze begon toen te grazen. Haar lange zwarte manen met af en toe een plukje rood vielen voor haar felblauwe ogen. Ze zag even niks dus schudde ze met haar hoofd. Weer een hinnik die ontsnapte uit haar keel.
Ze rook iets… een geur! Ze keek van links naar rechts maar zag nog niets. Ze draafde weer een stukje en Noefke begon de vormen van een paard te herkennen. Ze brieste en liep op de vorm af. Even keek ze achter zich en toen weer direct naar voren. Ze spitste haar oortjes. Noefke brieste weer en wachtte op het paardje