Fire Flame and Mistral Only
Een licht gekleurde hengst liep door het wilgenwoud. Zijn lange manen streken zachtjes over zijn schouders. De hengst brieste zacht. Fire Flame keek naar de zon die bijna achter de horizon zakte. Hij was op ongeveer een kwart van het woud en besloot een draf in te zetten. Met krachtige passen liep hij over de drassige maar net niet natte bodem. Hij brieste weer en hinnikte vrolijk. Hij was de laatste tijd zeer vrolijk en negeerde iedereen die chagrijnig was of zo over wilde komen. Vrolijkheid was een must in zijn leven.
In de hengst zijn manen zat een klein rood bloemetje gewikkeld, evenals een kleine blauwe bloem en een boterbloempje. Dat was iets van hem. Hij hield van de kleuren die zijn manen deden opleven. In zijn staart hingen wat takjes, die probeerde hij eruit te krijgen door een paar keer heen en weer te zwiepen met zijn lange blonde staart. hij gaf het maar op. Hij besefte ineens dat hij aangekomen was bij het meer. Hij liep langzaam verder, hij liep het water in en zijn staart dreef als een vrolijk lint achter hem aan. Alles aan hem maakte je vrolijk, zijn karakter, zijn uiterlijk, alles. Hij was dan ook een hengst met een wat raar, maar vrolijk, karakter en deed alles om dat zo te houden. De hengst brieste vrolijk en stond nu tot zijn knieën in het water.
Een licht gekleurde hengst liep door het wilgenwoud. Zijn lange manen streken zachtjes over zijn schouders. De hengst brieste zacht. Fire Flame keek naar de zon die bijna achter de horizon zakte. Hij was op ongeveer een kwart van het woud en besloot een draf in te zetten. Met krachtige passen liep hij over de drassige maar net niet natte bodem. Hij brieste weer en hinnikte vrolijk. Hij was de laatste tijd zeer vrolijk en negeerde iedereen die chagrijnig was of zo over wilde komen. Vrolijkheid was een must in zijn leven.
In de hengst zijn manen zat een klein rood bloemetje gewikkeld, evenals een kleine blauwe bloem en een boterbloempje. Dat was iets van hem. Hij hield van de kleuren die zijn manen deden opleven. In zijn staart hingen wat takjes, die probeerde hij eruit te krijgen door een paar keer heen en weer te zwiepen met zijn lange blonde staart. hij gaf het maar op. Hij besefte ineens dat hij aangekomen was bij het meer. Hij liep langzaam verder, hij liep het water in en zijn staart dreef als een vrolijk lint achter hem aan. Alles aan hem maakte je vrolijk, zijn karakter, zijn uiterlijk, alles. Hij was dan ook een hengst met een wat raar, maar vrolijk, karakter en deed alles om dat zo te houden. De hengst brieste vrolijk en stond nu tot zijn knieën in het water.