De golven van de zee spoelden op het strand en dreven weer terug naar de zee. In de verte was het breken van de golven duidelijk hoorbaar. Schuim van het breken van de golven en de aanraking met zand dreef op het water dat rustig heen en weer trok. De hoef afdrukken van een paard werden langzaam weggetrokken door de zee waardoor ze snel verdwenen. Onder de hoeven van een donkere merrie leek het water kort te worden uitgewrongen, maar dit werd al snel weer opgenomen wanneer een golf dezelfde plek overspoelde. Het ritmisch lopen van vier paarden benen en een heen en weer bewegende staart was bijna niet hoorbaar door de zee die zichzelf in beweging hield. De bruine ogen van de merrie keken over de zee wanneer haar benen haar lichaam stilhielden. Ze hief haar neus in de lucht om ze zoute zeelucht op te nemen in haar lichaam. Haar ogen sloten zich kort wanneer ze uitademde en daarna haar 'wandeling' vervolgde. Het koude zeewater voelde aangenaam aan haar pijnlijke benen.
Deze merrie, Abyss genaamd, had een koffie kleurige vacht. Een donkere vacht dus, welke kort werd opgelicht door vier witte, hoge sokken en een bles die iets weg had van een ster met een lange uitloper die over haar neus liep. Deze werd echter kort onderbroken voordat de smalle bles verder liep over haar neus. Het meest opvallende aan haar was nog wel de rood, blonde manen welke fier in de lucht waaide in het ritme die de wind bepaalde. Ze had een lange reis afgelegd over bergen, rivieren, valleien en sneeuwvlaktes voordat ze hier kon komen. Het was niet raar dat ze ervoor had gekozen om hier wat langer te blijven. Ze hield gewoon van de zoute zeelucht die haar longen vulde. Abyss was misschien maar twee en een half jaar oud, maar ze had al veel ervaring opgedaan door de reis die ze maakte om hier te komen. Ze was op zoek naar gezelschap, andere paarden het liefst, zodat ze niet meer alleen was. Ze had er eigenlijk alles voor over om maar een paard te zien, en juist daarom had ze wel eens een droom gehad, over een kudde paarden die haar gezelschap hielden terwijl het koud was. Het werd er warm door. Maar toen ze wakker werd, zag ze al dat het de zon was die haar donkere vacht verwarmde.
Abyss duwde haar neus even in het verkoelende water en sprong opzij wanneer een hoge golf op het strand brak en verder spoelde. Ze snoof even luid en keek verbaasd naar een krab die voor haar hoeven snel terug kroop naar de zee. Ze schudde haar hoofd even en volgde het krabbetje dravend, maar sprong al snel weer achteruit wanneer nog een golf haar kant op kwam. Ze schudde haar hoofd weer en draaide haar lichaam toen om zodat ze verder kon lopen. Ze draaide haar oortjes in alle richtingen, hopend en wachtend op een geluid. Een geluid dat aan zou tonen dat andere paarden hier ook waren. Een ander paard dat haar uit haar eenzaamheid zou kunnen verlossen. Ze was al zo lang alleen geweest, dat het leek alsof ze veel was gestruikeld en neer was gevallen. Haar ogen gleden naar de zee, de blauwe zee en daarna naar de lucht. Ze waren beide bijna gelijk aan kleur. En juist dat feit, fascineerde haar.