Sjok sjok sjok, ging het langzaam in zijn hoofd. Het sloftempo dat meneer had aangenomen leek meer op dat van een oude manege knol die al jaren hetzelfde rondje liep dan op een hengst in de bloei van zijn leven. Navayo moest toegeven. Als oude knol was je redelijk goed af bij de tweevoeters. Je kreeg op tijd en stond je voedsel. Mocht de weides op en genoot van hier en daar wat lekkers als je je hoofd liet hangen voor de kleine tweevoetertjes. Navayo noemde hen liever gewoon dwergjes. Die dwergjes waren valse wezens. Eerst gingen ze je lief aaien en daarna trokken ze aan je oren of hingen ze in je neus. Sommigen prikten ook wel eens met hun kleine tentakels in je ogen. Brrr, hij moest niets hebben van die mormels. Veel paarden konden er zo vertederd mee om gaan. Ze lieten alles toe. Ze mochten in de mond trekken, je schoppen verkopen en zelfs met een ding slaan. Bij hem zouden ze het niet eens moeten proberen. Ze moesten hem niet eens aan raken of ze hadden een prachtige blauwe plek als cadeau.
Navayo was wel in meerdere dingen een ramp. Niet alleen in omgang met tweevoeters. Ook in de liefde was hij waardeloos. Niet dat hij nog nooit gevoelens had gevoeld voor een merrie die gevoelens had voor hem. Hij wist gewoon nooit hoe hij het moest aan pakken. Hij leek als het ware onbewust afstand te neme, elke keer opnieuw. Hij wist eigenlijk gewoon niet hoe hij genegeheid moest tonen. Als hij een neusje zou krijgen zou hij onschuldig grijnzen en als hij zijn schouders op zou kunnen halen zou hij dat ook nog eens doen. Waarom zou hij aan iemand anders gaan plakken? Ze hadden hun hele leven toch al zonder hem gekunnen? Hij begreep het concept van samen horen gewoon niet perfect. Hij was geen romanticus. Eerder een beste vriend dan je lover. Navayo was geweldig als vriend. Je kon alles bij hem kwijt, was het een groot probleem of klein, hij zou altijd luisteren. Als je hem pas leerde kennen zou je dat niet zeggen van hem maar naarmate je hem leerde kennen merkte je dat hij wel degelijk om dingen kon geven. Het meeste gaf hij nog steeds om kleine Tip. Een welsh merrietje dat zijn beste maatje was, tot ze stierf. Daar wou hij niet meer over na denken. Tip was dood en hij moest verder. Zij was een van de redenen waarom hij minder om dingen gaf als vroeger. Ach, hij moest haar dankbaar zijn, ze had hem geleerd dat het leven verder ging, met of zonder iemand. Nafje was dan ook helemaal geen opgever.
1,2,3,4 1,2,3,4 telde hij langzaam in zijn hoofd telkens als hij een van zijn hoeven neer zette. Hij hield er een regelmatig ritme aan over nu hij naar een drafje was gegaan. Zijn lichte ramsneus bewoog lichtjes van links naar rechts mee in het tempo. Soms was het zalig om eens op je gemakje wat rond te draven en te sjokken zonder dat er andere paarden aan je hoofd kwamen zagen. Gewoon gedachtes op nul zetten en… euhw wacht eens even? Iets verstoorde zijn zalige rust. Voor lange tijd had hij niemand gezien bij de eindeloze heuvels. Nu zag hij een witte schim in de verte.
“Oh well, great, A stranger” Mompelde Navayo zachtjes met zijn iets of wat hese stem. Zijn valk kleurige vacht leek fel goud te zijn nu de zon er op scheen. Zijn gidzwarte manen staken af tegen zijn lichaam. Hij zwiepte eens met zijn pekzwarte staart en ging stil staan. Nafje had de gewoonte engelse woorden en zinnen door zijn Nederlandse grammatica te gooien. Soms ook wel eens een woordje frans maar dat was zelden.
[en ree'tje]
Navayo was wel in meerdere dingen een ramp. Niet alleen in omgang met tweevoeters. Ook in de liefde was hij waardeloos. Niet dat hij nog nooit gevoelens had gevoeld voor een merrie die gevoelens had voor hem. Hij wist gewoon nooit hoe hij het moest aan pakken. Hij leek als het ware onbewust afstand te neme, elke keer opnieuw. Hij wist eigenlijk gewoon niet hoe hij genegeheid moest tonen. Als hij een neusje zou krijgen zou hij onschuldig grijnzen en als hij zijn schouders op zou kunnen halen zou hij dat ook nog eens doen. Waarom zou hij aan iemand anders gaan plakken? Ze hadden hun hele leven toch al zonder hem gekunnen? Hij begreep het concept van samen horen gewoon niet perfect. Hij was geen romanticus. Eerder een beste vriend dan je lover. Navayo was geweldig als vriend. Je kon alles bij hem kwijt, was het een groot probleem of klein, hij zou altijd luisteren. Als je hem pas leerde kennen zou je dat niet zeggen van hem maar naarmate je hem leerde kennen merkte je dat hij wel degelijk om dingen kon geven. Het meeste gaf hij nog steeds om kleine Tip. Een welsh merrietje dat zijn beste maatje was, tot ze stierf. Daar wou hij niet meer over na denken. Tip was dood en hij moest verder. Zij was een van de redenen waarom hij minder om dingen gaf als vroeger. Ach, hij moest haar dankbaar zijn, ze had hem geleerd dat het leven verder ging, met of zonder iemand. Nafje was dan ook helemaal geen opgever.
1,2,3,4 1,2,3,4 telde hij langzaam in zijn hoofd telkens als hij een van zijn hoeven neer zette. Hij hield er een regelmatig ritme aan over nu hij naar een drafje was gegaan. Zijn lichte ramsneus bewoog lichtjes van links naar rechts mee in het tempo. Soms was het zalig om eens op je gemakje wat rond te draven en te sjokken zonder dat er andere paarden aan je hoofd kwamen zagen. Gewoon gedachtes op nul zetten en… euhw wacht eens even? Iets verstoorde zijn zalige rust. Voor lange tijd had hij niemand gezien bij de eindeloze heuvels. Nu zag hij een witte schim in de verte.
“Oh well, great, A stranger” Mompelde Navayo zachtjes met zijn iets of wat hese stem. Zijn valk kleurige vacht leek fel goud te zijn nu de zon er op scheen. Zijn gidzwarte manen staken af tegen zijn lichaam. Hij zwiepte eens met zijn pekzwarte staart en ging stil staan. Nafje had de gewoonte engelse woorden en zinnen door zijn Nederlandse grammatica te gooien. Soms ook wel eens een woordje frans maar dat was zelden.
[en ree'tje]