Author's note: Toevallig zat ik wat in mijn documenten te bladeren en kwam ik deze tegen. Dit eerste stuk heb ik ongeveer driekwart jaar terug geschreven. Het gaat over Rosalie Hale, ook wel bekend van de Twilight serie. Zelf heeft ze niet zo'n enorme grote rol in de boeken en films, maar toch sprak haar karakter mij enorm aan en was ze mijn favoriet. Vandaar dat ik het leuk vind dit verhaal met jullie te delen, die ik af en toe zal updaten. Het stukje is niet heel goed of geweldig, maar toch wil ik er op de een of andere manier mee verder. Tips, kritiek en meningen zijn maar al te graag welkom!
VERHAAL: ROSALIE LILLIAN HALE
______
Hoofdstuk 1
21 / 12 / 2008
Hallo Dagboek,
Gadverdamme, wat is dit ongelovelijk cliché. Het liefste zou ik de paar woorden die ik zonet heb opgeschreven meteen willen doorkrassen. Helaas kan dit niet en moet ik me maar zien in te houden. Had ik het maar niet moeten beloven aan Em. Het zou me moeten helpen alles van me af te schrijven, zodat ik mijn gedachtes, emoties en gebeurtenissen kwijt kon. Ach, ik doe het maar gewoon. Hoe afschuwelijk en belachelijk ik dit eigenlijk ook vind.
Laten we bij het begin beginnen. Mijn naam is Rosalie. Rosalie Lillian Hale. Ik ben geboren in 1915 en ben nu zeventien - voor altijd zeventien. Ik heb een aantal bijnamen, variërend van 'Rose' tot 'Kitty'. Wat maakt het ook uit. Verder heb ik goudblond haar, insgelijks gekleurde ogen op het moment en ben ik 175 centimeter lang. Ik ben oogverblindend. Het klinkt raar om te zeggen, maar het is gewoon zo. Ik ben beeldschoon. Dat ben ik altijd geweest - ook in mijn mensenleven. Oké, laat ik hier maar over ophouden voordat ik in staat ben mijn pen met een lichte druk te vermorzelen.
Vanaf beneden klinkt pianomuziek die je door de harde klanken door het hele huis hoort weergalmen. Ik kan het geluid meteen aan een persoon koppelen. Edward is de enige die zijn vingers zo vliegensvlug en beeldschoon over de toetsen kan laten glijden. Voorlopig hoef ik even geen woord met hem te wisselen. Het is niet zo dat ik plotseling een hekel aan hem heb, maar geërgerd ben ik zeker. Waar had hij het vandaag in vredesnaam over?
Het nieuwe meisje Bella - die mij nu op de één of andere manier doet irriteren - lijkt een invloed te hebben op mijn broer. Ze maakte hem gek. Haar geur was ondragelijk, scheen zo te zijn. Ik walg alweer bij het idee alleen al. Wat bezielt hem? Vooral: Wat bezielt dat meisje? Edward is helemaal overstuur. Hij had immers bijna een mens vermoord. Alleen maar omdat zij persé naar onze school moest en haar bloed 'zong' voor Edward. Wat dan ook: Ik vind het een rare situatie. Vooral een vervelende situatie, het werkt me namelijk op mijn zenuwen. Zoals ik al gedacht had heeft mijn familie zich hier al op voorbereid. Ze konden zonder de gave van Edward te hebben al voorspellen dat ik zo zou reageren.
Gelukkig had ik Emmett. Nu ik zijn naam zo op papier schrijf voel ik me gelukkig. Hij is de enige die mij zover krijgt me niet druk te maken over dit soort dingen. Eigenlijk doe ik dit wel, maar het gevoel is minder sterk dan dat het anders geweest zou zijn. Die Em. Net voordat ik naar boven ben gegaan was hij naar me toegekomen. Hij zag aan me dat er een van mijn typische aanval aan zat te komen. Hij kwam op het juiste moment naar me toe en bracht me naar mijn kamer. Met zijn sussende woorden wist hij me al gauw te kalmeren terwijl we allebei op het grote bed gingen zitten. Ik knikte, zuchtte en antwoorde wanneer het nodig was en de arm die hij om mij heen sloeg deed me goed. Kon het echt zo zijn dat je na zo lang nog steeds rilt bij elke aanraking? Niets liever wilt? In ieder geval, anders dan Emmett wil ik niet. Nooit. Toen begon hij over een zogenaamd dagboek. Door mijn belovende woorden zit ik nu hier. Verplicht aan het schrijven. Het zou wel helpen, Em gaf me deze raad vast niets voor niets.
Je zou denken dat vampiers wel wat beters te doen hebben. Wel aan wat anders zouden denken en totaal geen tijd overhebben door alle dingen die ze moeten doen. Maar dit is totaal niet zo. Als ik Emmett en mijn familie niet had was ik er nu vast niet meer geweest. Dan had ik wel een manier gevonden om mezelf te vermoorden, ook al was dit zo goed als onmogelijk. Zou Emmett ook een dagboek hebben? Zou hij alles opschrijven? Ook dingen over mij? Hij kwam niets voor niets op zo een idee. Hmm... Iets om hem over te vragen. Ik weet zeker dat hij op het moment ergens vlakbij zit. Vanaf hier kan ik zijn ademhaling horen - iets wat eigenlijk totaal onnodig is met een vampierlichaam - iets wat me meteen rustig maakt.
Buiten is het donker, maar dit maakt verder niets uit. Ik zie ongelovelijk scherp. De groeven in het zwarte raamkozijn, de kleine kreukeltjes in de broek van Emmett die over een stoel hangt en nog veel meer dingen die een sterveling niet op zou merken. Net nu ik opnieuw over Emmett nadenk hoor ik zijn ademhaling lichtjes versnellen. Hij loopt; de voetstappen weergalmen duidelijk in het huis en overstemmen de lichte klanken van de piano. Zo kan ik de hele dag wel zitten. Luisterend naar zijn adem, zijn stem en zijn voetstappen. Maar er waren andere dingen die ik dagelijks moest doen. Morgen weer naar school, terwijl ik nu de hele nacht mijn tijd in moest delen. Dat heb je als je niet kunt slapen. Ik weet natuurlijk wel wat te verzinnen. Emmett ook. Laat ik maar niet over morgen nadenken. Ik wil niet nadenken over die bruinharige meid. Nu ik er trouwens over nadenk... Eigenlijk voel ik me bijhoorlijk gekalmeert.
VERHAAL: ROSALIE LILLIAN HALE
______
Hoofdstuk 1
21 / 12 / 2008
Hallo Dagboek,
Gadverdamme, wat is dit ongelovelijk cliché. Het liefste zou ik de paar woorden die ik zonet heb opgeschreven meteen willen doorkrassen. Helaas kan dit niet en moet ik me maar zien in te houden. Had ik het maar niet moeten beloven aan Em. Het zou me moeten helpen alles van me af te schrijven, zodat ik mijn gedachtes, emoties en gebeurtenissen kwijt kon. Ach, ik doe het maar gewoon. Hoe afschuwelijk en belachelijk ik dit eigenlijk ook vind.
Laten we bij het begin beginnen. Mijn naam is Rosalie. Rosalie Lillian Hale. Ik ben geboren in 1915 en ben nu zeventien - voor altijd zeventien. Ik heb een aantal bijnamen, variërend van 'Rose' tot 'Kitty'. Wat maakt het ook uit. Verder heb ik goudblond haar, insgelijks gekleurde ogen op het moment en ben ik 175 centimeter lang. Ik ben oogverblindend. Het klinkt raar om te zeggen, maar het is gewoon zo. Ik ben beeldschoon. Dat ben ik altijd geweest - ook in mijn mensenleven. Oké, laat ik hier maar over ophouden voordat ik in staat ben mijn pen met een lichte druk te vermorzelen.
Vanaf beneden klinkt pianomuziek die je door de harde klanken door het hele huis hoort weergalmen. Ik kan het geluid meteen aan een persoon koppelen. Edward is de enige die zijn vingers zo vliegensvlug en beeldschoon over de toetsen kan laten glijden. Voorlopig hoef ik even geen woord met hem te wisselen. Het is niet zo dat ik plotseling een hekel aan hem heb, maar geërgerd ben ik zeker. Waar had hij het vandaag in vredesnaam over?
Het nieuwe meisje Bella - die mij nu op de één of andere manier doet irriteren - lijkt een invloed te hebben op mijn broer. Ze maakte hem gek. Haar geur was ondragelijk, scheen zo te zijn. Ik walg alweer bij het idee alleen al. Wat bezielt hem? Vooral: Wat bezielt dat meisje? Edward is helemaal overstuur. Hij had immers bijna een mens vermoord. Alleen maar omdat zij persé naar onze school moest en haar bloed 'zong' voor Edward. Wat dan ook: Ik vind het een rare situatie. Vooral een vervelende situatie, het werkt me namelijk op mijn zenuwen. Zoals ik al gedacht had heeft mijn familie zich hier al op voorbereid. Ze konden zonder de gave van Edward te hebben al voorspellen dat ik zo zou reageren.
Gelukkig had ik Emmett. Nu ik zijn naam zo op papier schrijf voel ik me gelukkig. Hij is de enige die mij zover krijgt me niet druk te maken over dit soort dingen. Eigenlijk doe ik dit wel, maar het gevoel is minder sterk dan dat het anders geweest zou zijn. Die Em. Net voordat ik naar boven ben gegaan was hij naar me toegekomen. Hij zag aan me dat er een van mijn typische aanval aan zat te komen. Hij kwam op het juiste moment naar me toe en bracht me naar mijn kamer. Met zijn sussende woorden wist hij me al gauw te kalmeren terwijl we allebei op het grote bed gingen zitten. Ik knikte, zuchtte en antwoorde wanneer het nodig was en de arm die hij om mij heen sloeg deed me goed. Kon het echt zo zijn dat je na zo lang nog steeds rilt bij elke aanraking? Niets liever wilt? In ieder geval, anders dan Emmett wil ik niet. Nooit. Toen begon hij over een zogenaamd dagboek. Door mijn belovende woorden zit ik nu hier. Verplicht aan het schrijven. Het zou wel helpen, Em gaf me deze raad vast niets voor niets.
Je zou denken dat vampiers wel wat beters te doen hebben. Wel aan wat anders zouden denken en totaal geen tijd overhebben door alle dingen die ze moeten doen. Maar dit is totaal niet zo. Als ik Emmett en mijn familie niet had was ik er nu vast niet meer geweest. Dan had ik wel een manier gevonden om mezelf te vermoorden, ook al was dit zo goed als onmogelijk. Zou Emmett ook een dagboek hebben? Zou hij alles opschrijven? Ook dingen over mij? Hij kwam niets voor niets op zo een idee. Hmm... Iets om hem over te vragen. Ik weet zeker dat hij op het moment ergens vlakbij zit. Vanaf hier kan ik zijn ademhaling horen - iets wat eigenlijk totaal onnodig is met een vampierlichaam - iets wat me meteen rustig maakt.
Buiten is het donker, maar dit maakt verder niets uit. Ik zie ongelovelijk scherp. De groeven in het zwarte raamkozijn, de kleine kreukeltjes in de broek van Emmett die over een stoel hangt en nog veel meer dingen die een sterveling niet op zou merken. Net nu ik opnieuw over Emmett nadenk hoor ik zijn ademhaling lichtjes versnellen. Hij loopt; de voetstappen weergalmen duidelijk in het huis en overstemmen de lichte klanken van de piano. Zo kan ik de hele dag wel zitten. Luisterend naar zijn adem, zijn stem en zijn voetstappen. Maar er waren andere dingen die ik dagelijks moest doen. Morgen weer naar school, terwijl ik nu de hele nacht mijn tijd in moest delen. Dat heb je als je niet kunt slapen. Ik weet natuurlijk wel wat te verzinnen. Emmett ook. Laat ik maar niet over morgen nadenken. Ik wil niet nadenken over die bruinharige meid. Nu ik er trouwens over nadenk... Eigenlijk voel ik me bijhoorlijk gekalmeert.