Naam: Everlong
Ras: Welsh
Geslacht: Nee, ik leef nog :'). *
Hengst *
Leeftijd: Ik besta al zo'n zes jaar.
Extra/Details:Heeft een aantal lange littekens op zijn hals en hoofd..
Uiterlijk
Everlong
is bruin. Hij heeft net zo bruine manen en staart. Hij heeft verder een witte bles. Hij heeft warm bruine ogen.
Innerlijk
Everlong is een beetje een aparte hengst. Qua gevoelens uiten schommelt het
heel erg, de ene keer verteld hij honderduit over zijn problemen of
gevoelens en het andere moment moet je het zowat uit hem slaan. Hij
is geen makkelijke, hij is eigenwijs en doet alles op zijn manier. In
zijn hoofd is er geen enkel andere mogelijkheid, dan die hij in zijn
hoofd had. Als iets niet lukt stopt hij en bekijkt het op een andere
manier of gaat hij net zo lang door totdat het wel lukt. Hij is
onzeker, maar als hij een idee heeft of een mening dan heb je heel
lang nodig om dit idee te veranderen in zijn hoofd. Hij vertrouwd
andere ook absoluut niet snel, je kan zeggen dat hij verwilderd is.
Hij wilt graag nieuwe contacten maken, maar durft dit niet helemaal
of legt alles verkeerd uit.
Geschiedenis
Hallo,
ik ben Everlong. Ik ben zes jaar oud. Vroeger toen ik nog een veulen
was leefde ik in een kudde. Ja, Everlong leefde in een kudde. Ik was
niet zo maar een lid, ik was het veulen van de kudde leider. En
automatisch de opvolgende leider. Ik wilde geen leider worden. Het
leek me een veel te grote verantwoordelijkheid. Ik zou het niet
kunnen, echt niet! Ik bleef dit roepen, maar niemand gaf er gehoor
aan. En tot mijn verbazing werd ik alsnog leider! Ik had niet
verwacht dat ze me alsnog zouden kiezen tot hun leider, maar mijn
pa's wil was wet. En helaas werd ik dus ook leider van de kudde
Imperia. Ik was over mijn toeren. Ik was woedend, op mijn vader dat
hij me alsnog tot leider maakte. Ik wilde geen paarden kwaad doen
toen der tijd en ik had het idee dat niks met de kudde goed verliep.
Maar ja, aan alles komt een eind. Mijn moeder koppelde mij aan een
redelijk mooie andere Welsh merrie. De merrie heette Jazzlin.
Tuurlijk, altijd leuk een nieuwe vriendin. Maar ik was nog steeds
niet bepaald vrolijk over het idee dat ik én een kudde moest leiden
en tegelijkertijd een relatie met Jazzlin opbouwen. Nee, dat zou hem
niet worden. Maar mijn moeder dwong het me zowat. En dus werd ik
'verliefd' op Jazzlin. Ik was niet echt verliefd op haar, maar
moeders wil is wet en zo dus ook haar wens; kleinkinderen krijgen. Ik
heb een gecompliceerde familie. Ja en zo kregen Jazzlin en ik ons
eerste veulen. Uiteindelijk was ik dolgelukkig met dit pracht wezen
en mijn pracht kudde. Na een maand of twee was ik wel weer
bijgedraaid en zo kwam er een goede draai in de kudde. Ja, het leek
allemaal vanzelf sprekend te gaan. Hinniken beantwoorden, paarden
helpen, activiteiten organiseren. Het ging allemaal goed wonder boven
wonder! En zo kwam de dag dat mijn prachtveulen de kudde op zou
moeten volgen. Infinira, zo heette ze, volgde mijn leiderschap met
gemak op. Ik was niet dood, nee zeer zeker niet, ik en Jazzlin hadden
nog een prachtig leven voor ons. Wij tweetjes. We verlieten de kudde,
het was een enorm stomme en levens grijpende keuze geweest. Ik had
het veilige oord nooit moeten verruilen voor iets wat zo koud en
pijnlijk is geweest. Infinira was een geweldige leidster, maar buiten
het territorium van de kudde was het minder goed te doen. Er leefde
koude boze wezens. Het was er vreselijk. Zo verloor ik mijn inmiddels
geliefde Jazzlin . Ik verafschuwde mijzelf over het uit het oog
verliezen van de merrie. Ik was een slecht wezen dat moest sterven en
leiden in de diepste krochten van de hel. Ik haatte mezelf. Ik heb
mezelf uitgehongerd, verwond. Alles om het verafschuwde uit mij te
krijgen. Die wolf, die ervoor zorgde dat ik haar kwijt ben
geraakt, heb ik vermoord op de meest afschuwelijke en afgrijselijkste
manier die je maar kan bedenken. Ik wil er liever verder niet over
praten. Nog steeds ben ik boos op mezelf voor wat ik dat wezen heb
aangedaan. En ook wat ik mezelf heb aangedaan. Ik heb een vreselijk
lelijke reeks aan littekens over mijn hele lichaam. Ik verafschuw
mezelf nog steeds, maar ik ben nu minder moorddadig dan eerst. Alles
en iedereen die me in de weg liep of zat, was dood. Ja, dat was een
enorm slechte gewoonte, maar wat wil je ook met zo'n verrot verleden?
Ja, ik heb een wolf vermoord, ja ik paarden gemarteld en zo laten
sterven, ja ik was slecht. Wás slecht. Ik heb, nee iemand heeft, me
zo ver gekregen dat ik toch terug gestapt ben naar hetgeen waar ik
mee ben geboren. Het goed voort drijven en het slechte verdrijven.
Precies zoals mijn vader dat wilde. En mijn moeder natuurlijk. Nu ik
het erover heb vraag ik me wel een beetje af waar ze nu zijn? Of ze
nog leven? En hoe het met mijn veulen is? Infinira? Ook wel Nira? Zou
ze nog leven? Hoe zou het met de kudde paarden zijn? Niet dat die me
echt veel meer kunnen schelen.
-
Nog niet volledig af -