Nieuw. Alles was nieuw hier. De zomer was weer aangebroken en de zon stond zoals gewoonlijk hoog aan de lucht. Geen enkele wolk was te zien zodat de lucht zich hemelsblauw kon kleuren. Dan brandde de zon nog wat harder dan normaal. Het was stikheet en een verfrissing kon je dan wel gebruiken. Rustige hoefstappen waren te horen in het bos vlakbij de rivier. Het water stroomde luid en was van ver weg te horen. Water botste tegen scherpe rotsen aan en spetste overal naartoe. Een zwarte hengst baande zich een weg tussen de bomen door. Van de schaduw liep hij naar de felle zon toe. Zijn vacht werd fel en glimde in de zon. Lange zwarte manen waren te zien en lagen in een mooie plaats op de nek. Een lange staart zwiepte heen en weer om vliegen weg te kunnen jagen. Bruine ogen gleden over de omgeving die voor hem nieuw waren. Dit had hij nog niet gezien. Oren draaiden heen en weer om alle geluiden op te vangen die hier waren. Een kleine grijns sierde de lippen van de 6 jarige hengst genaamd Thaw. Hij was nieuw. Hij was zonet aangekomen in het gebied Dreamhorses. De zon brandde nog steeds en hij stapte naar het water toe. Hij liet zijn hals zakken en nam een aantal slokken van het water. Dat gaf al een hele verfrissing. De hengst keek om zich heen en stapte zonder angst het water in. Hij voelde de stroming rond zijn benen gaan. Deze probeerde hem mee te sleuren, maar hij was te sterk ervoor. Hij was ook redelijk groot en gespierd. De hengst schudde met zijn manen en liet zijn neus in het water glijden. Hij had een witte streep op zijn neus en een kleine kol op zijn voorhoofd, maar die werd vaak bedekt door zijn manentop. Aan zijn achterbenen had hij kleine sokjes rond zijn kogels. Meer had hij niet. Hij snoof de geuren op en schudde zijn hoofd even. De geuren waren te fel. Bloemen, planten en vers gras. Dat was niets voor hem. Hij rolde met zijn ogen toen hij vogels hoorde fluiten. Konden die beesten niet zwijgen? Hij hief zijn hoofd hoog op en bleef in het water staan. Zijn staart bewoog mee met de zachte bries. Veel wind was er niet want het moest warm blijven. Daarom heette het zomer. Thaw sloeg zijn staart heen en weer, geïrriteerd door de vliegen. Ze konden niet van je wegblijven. Je zweette en ze kwamen meteen op je af. Altijd en elke dag. Zelfs in de herfst had je er nog wel last van. Ze mochten allemaal dood. Ze waren voor niets of niemand nodig. Thaw gromde zacht en sloeg nog een keer extra. Ga toch weg! Hij keek om zich heen en wachtte even af. Hij drukte zijn oren licht naar achteren toe en een onbekende geur drong zijn neus binnen. De volbloed hengst had geen zin in gezelschap nu. Ze mochten allemaal oprotten als hij kon kiezen. Het lukte natuurlijk niet. Al zou hij het wel laten merken dat hij geen paarden in de buurt wou. Merrie's waren altijd welkom, soms dan. Niet elke merrie was het waard om verleid te worden in zijn ogen. Thaw sloeg met zijn hoef in het water en wachtte af op de onbekende die in zijn richting leek te komen.
Ravena ~
Ravena ~