Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Painting it all with your colorful songs

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Kát

Kát

De merrie kwam vanuit de vallei, met groene heuvels en groene lucht en belandde in de woestijn. Droog, gigantisch, eenzaam.
Ze had een langzame draf en stofwolken stoven de blauwe lucht in. De zon brandde op haar bruine vacht, de wind liet haar lange, sierlijke manen dansen en haar blauwe ogen doorzochten het gebied.
Haar draf ging over in een stevige galop, om al haar woede even kwijt te raken. Ze had gehoord dat Corazón hier was en het maakte haar woest.
Corazón durfde wel, hier te komen na alles wat er gebeurd was.

SoulSpirit remde af, schudde met haar manen en stopte met lopen. Ze rook iets, een dier in ieder geval, misschien wel eens paard. Haar neusgaten werden groot en ze snoof de onbekende geur op. Een brede grijns verscheen op haar gezicht en ze bleef staan waar ze stond. Haar hinnik galmde over de lege vlakte; 'Laat je zien!'
De wind rukte aan haar manen en staart en stof wolken stoven rond haar op. Haar geduld was eindeloos, ze zou hier wel een dag kunnen staan, wachten op gezelschap.
Misschien een nieuwe vriend, misschien een nieuwe vijand..

Superslecht, sorry ;$
Thaw only

Thaw

Thaw

Warmte en felle zon. Een paar witte wolken aan de hemel. Geen enkele schaduw te vinden want hij belandde in de woestijn. De hengst gromde luid en voelde de warmte op zijn zwarte vacht branden. Fijn. Hij moest weer zwart gekleurd zijn. Zwart trok de zon nog een stukje harder aan. Hij rolde geërgerd met zijn bruine ogen en stapte stevig door. Hij wist niet wat hem bezielde om naar hier te komen. Ach. Hij overleefde veel en had zojuist nog een goede drink actie gehouden bij de rivier. Hij was alweer opgedroogd van het zwemmen. Alhoewel, echt zwemmen was het niet. Hij was groot genoeg om erin te staan. Het water raakte zijn knieën en verder niets. Hij schudde met zijn dikke manen en sloeg met zijn staart. Zelfs op deze plaatsen vond je vliegen. Hij sloeg met zijn hoeven in het zand en langzaam stapte hij verder en dieper de woestijn in. Hij vond dit toch geen geweldig gebied. Hij kon tegen veel, maar dit werd te erg. Hij drukte zijn oren geïrriteerd tegen zijn schedel en stopte even. Zijn bruine ogen gleden over de omgeving waar nog niets te zien was. Hij had wel eens gehoord van een oasis. Je denkt wat te zien, maar het is niet echt. Hij grijnsde even. Hoeveel paarden zouden erin trappen? Hij in elk geval niet. Hij snoof de geuren op, maar erg veel viel er niet te ruiken aan de woestijn. Hij schudde met zijn hoofd en stapte weer verder. De zon leek hem te achtervolgen en bleef fel branden. Gelukkig had hij geen roze neus. Die zou al snel verbrand geweest zijn. De hengst draaide één oor naar opzij en een geur drong terwijl ook nog eens zijn neus binnen. Zozo. Er bevond zich nog een paard in dit dodelijke gebied. Hij snoof luid en hoorde de hinnik. Het betekende dat hij zich moest laten zien. Hij schudde met een valse grijns zijn hoofd. Waarom zou hij luisteren? En zeker naar een merrie. Zo was hij niet. Alhoewel. Hij had wel eens gehoord van de kudde hier in de buurt en die werd geleiden door een merrie. Ach wat. Hij kon nog altijd kijken wat hij zou doen. Erbij gaan of niet, maar naar deze merrie luisterde hij zeker niet. Hij was helemaal niet bang voor haar. Voor niemand. Thaw snoof en bleef staan zonder dichterbij te gaan. Nee, hij luisterde niet naar de merrie. Hij bleef staan waar hij wilde. Hij grijnsde even en wachtte geduldig af. Zijn staart sloeg af en toe heen en weer om vliegen weg te jagen. Af en toe kwam er een bries die wat zand met zich meevoerde. Zijn manen lagen in de war, maar dat maakte niet veel uit. Dat was normaal voor hem. Zijn bruine ogen waren strak naar voren gericht terwijl hij bleef wachten. Hij ging niet naar de merrie toe. Ze moest maar naar hem komen als ze hem perse wilde zien.

Kát

Kát

Ze snoof de geur nog een keer duidelijk op en voelde een grom van haar lippen ontsnappen, haar blauwe ogen rolden in hun kassen en straalden een bepaalde woede uit. De woede kwam niet alleen van haar zusje, maar ook van de hengst die dacht dat hij beter was. Beter dan SoulSpirit! Een spottend lachje kon ze duidelijk niet tegenhouden en ze grijnsde toen ze het lachje nog na hoorde galmen.
Haar hoef schraapte kort over de droge ondergrond en stofwolkjes stegen opnieuw de lucht weer in. Waarom zou zij de moeite doen iemand te ontmoeten als die gene niet eens durfde om naar haar toe te komen?
Wild schudde ze een keer met haar lange manen en steigerde tegelijkertijd, woest schoppen met haar voorbenen. ‘Kom dan! Als je durft!’ Hinnikte ze schril met haar het spottende ondertoontje dat ze had gekregen vanaf het moment dat ze alleen was gelaten.
De droge grond trilde toen ze met haar hoeven het weer raakte, ze kuchte kort door het vieze stof en snoof luid.
Als hij nu niet zou komen, wist ze het ook niet meer.

Thaw

Thaw

Duidelijk geërgerd rolde hij met zijn ogen. Hij bleef kalm staan en keek even naar de omgeving. Het was enorm heet hier en hij begon licht te zweten. Zijn staart sloeg heen en weer en sloeg raak naar een aantal vliegen. Rot nou toch op. Hij hief zijn hoofd opnieuw op en een nieuwe hinnik, ditmaal wat schril, was te horen. Ze riep hem duidelijk en wilde dat hij kwam. Hij zuchtte even toen hij ook snapte dat ze dacht dat hij niet durfde. Hij haatte dit soort types. Hij was heus niet bang en durfde wel. Hij was gewoon geen hond die zomaar luisterde als ze hem riepen. Zeker niet als je riep op deze manier. De hengst draaide kalm om en zette wat extra stappen weg zodat zijn geur minder sterk werd. Dat ze maar dacht dat hij de andere kant uit liep. Dan kwam ze misschien eindelijk wel. Thaw draaide met zijn oren en wachtte nieuwsgierig af op de merrie. Hij rook haar geur iets minder hard en bleef staan. Zo moest het wel lukken. Hij schraapte kort met zijn hoef door het zand en keek om zich heen. Zijn bruine ogen gleden over de omgeving. Het was hier erg rustig. Er waren niet veel vogels buiten een paar gieren die zochten naar een prooi. Er waren hier wel veel slangen. Hij grijnsde even. Oh hij wou die merrie wel eens met een ratelslang zien. Hij schudde met zijn dikke manen om wat wind te maken zodat het iets frisser werd. Thaw snoof de geuren op, maar er was nog niet veel verandering in. Hij rolde met zijn ogen. Waar bleef dat beest toch? Als ze niet snel hier was zou hij weer verdergaan. Voor een merrie bleef hij niet in de warme woestijn staan zweten. De hengst ontspande even en luisterde naar de gieren die rond wat kale bomen aan het vliegen waren. Ze krijsten omdat ze honger hadden, maar hij hielp ze niet. En hem mochten ze zeker niet opeten. De merrie misschien. Hij grijnsde vals bij die gedachte en zijn bruine ogen glommen gemeen. Hij veegde de grijns weer van zijn snuit weg en bleef wachten. Het zou maar een paar minuten duren in zijn ogen. Merrie's konden een geur niet zomaar negeren, dat wist hij goed genoeg. Hij was wel slimmer dan anderen dacht. Hij had veel meegemaakt en kende paarden door en door. Hij sloeg een keer hard met zijn staart en drukte zijn oren lichtelijk naar achteren.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum