Er is verrekte veel te zeggen, en om te liegen nog meer.
Nieuw was Magnolia zeker niet in Dreamhorses maar wennen moest ze wel even. Ze was er even tussen uitgenepen toen het haar allemaal te veel werd.
Met zachte, rustige stapjes baande ze zich een weg door de dikke struiken en de gemene, scherpe takjes van de hoge bomen.
Het bos was rustig maar alsnog kon je haar hoeven haast niet horen op de licht drassige mos en grasgrond. Eens kort zwiepte ze met haar lange, zwarte staart om de haren los te krijgen uit de minuscule stekeltjes die zich hadden genesteld op de heerlijk ruikende rozenstengels.
Iets in het bos leek haar te roepen, iets dat stil was, iets de sluw en gemeen was. Iets dat net als haar was. Tussen de struiken verdween een dikke, harige rode staart met een witte punt aan het einde. Stil en voorzichtig volgde Magnolia het dier wat verdacht op een vos leek.
Eerst leek ze niet te twijfelen, maar ergens had ze toch het gevoel dat het noch een vos noch een wolf was. Zonder angst voor de prikkende stekels van de dikke struik pakte ze de bladeren beet en trok de plant met één ruk uit de bosgrond.
Erachter schuilde een dier wat Manenwolf werd genoemd, het was het meest verwant aan de vos maar werd toch wolf genoemd. Waarschijnlijk vanwege zijn opmerkelijk- al was het meer onwezenlijk- lange stelten waar hij met gemak snel op kon rennen.
De vos liet geen greintje van angst zien, noch een greintje van verbazing. Slim dier, ze mocht het nu al.
‘Zeg eens dier, wat is je naam en wat doe je hier? Voor zover mij was verteld kwam jou interessante soort alleen in Pampa’s in Zuid-Amerika.’ Magnolia fronste even.
Ze was een slim dier, al was al die mooie wijsheid- oh, wat hield ze van wijsheid, ze was een echte filosoof- doorgegeven door de ouderen van haar stam.
In haar hoofd lachte ze even cynisch, ze haatte om te veel na te denken, maar ergens vond ze ook zo nu en dan niet heel erg. Vreemd was ze wel, dat kon je inderdaad makkelijk zeggen van haar.
De vos kwam langzaam overeind en strekte zijn lange poten en fragile rug even rustig uit, na dat lachte hij even.
‘Dan is je dat zeker verkeerd verteld, ik kom inderdaad op de Pampa’s voor, maar ook in droge bossen. Dus, dit was nog een aardig goede keuze, als zeg ik het zelf.
Maar dat geheel terzijde, mijn naam is Zorro en ik kom uit het Spaanstalige deel van Zuid-Amerika. Ik ben hier omdat het grootste deel van mijn familie is uitgeroeid.
Ik moest weg daar, anders was ik zelf ook dood geweest.’
Het laatste zei hij met een verdrietige ondertoon, en Magnolia snapte dat erg goed. Je familie mag misschien niet altijd de beste zijn, maar het is toch echt wel je familie!
Het was nu Zorro die Magnolia een vraag stelde, en de merrie luisterde geïnteresseerd. ‘Tot nu zag ik alle paarden zich vol vreten met die prachtige, groene, verse gras. Waarom eet jij daar niks van, zo lang het nog kan?’ Zorro keek nieuwsgierig naar de blozend- roze gekleurde ogen van de jonge merrie.
Daar hoefde Magnolia zeker niet lang over na te denken, en ze antwoorde met een brede grimas op haar zachte lippen; ‘Acht, Ik eet net zo min gras als dat ik leven kan zonder de lucht. Ik eet vlees mijn vriend, en niet zomaar vlees. Paardenvlees.’ Haar grimas was niet weg te vegen maar, de jonge vos-wolf- hond dinges leek half niet zo verbaasd te zijn als alle paarden die dat tot nu toe had verteld.
‘Niet verbaasd?’ Vroeg Magnolia met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Ik vind het altijd zo leuk als mensen verbaasd zijn, wil je dat niet even voor me doen?’
Kort lachte Magnolia, en de vos-wolf- hond dinges lachte met haar mee. Ze mocht Zorro wel, hij was net als haar. Vreemd, eigenaardig, en alle synoniemen die daar voor te vinden waren.
Zonder ook maar even na te denken of Zorro haar volgen zou stapte Magnolia verder het bos in. Opnieuw moest ze bomen, takken en struiken ontwijken om geen stekels in haar vacht te krijgen.
Opnieuw voelde ze dat gevoel als iemand dichtbij was, het gevoel liet haar niet sneller of langzamer stappen, draven of galopperen maar het was gewoon een alarmbelletje dat haar zeer handig van pas kwam.
Heel ontspannen en rustig draafde Zorro achter Magnolia aan en diep binnen in zich was ze daar blij mee. Hoe badass je ook was, een badass vriend was altijd leuk.
Ik eet net zo min gras als dat ik leven kan zonder lucht
OOC;
Navayo& En van mij betreft wie het maar wil ^^
Nieuw was Magnolia zeker niet in Dreamhorses maar wennen moest ze wel even. Ze was er even tussen uitgenepen toen het haar allemaal te veel werd.
Met zachte, rustige stapjes baande ze zich een weg door de dikke struiken en de gemene, scherpe takjes van de hoge bomen.
Het bos was rustig maar alsnog kon je haar hoeven haast niet horen op de licht drassige mos en grasgrond. Eens kort zwiepte ze met haar lange, zwarte staart om de haren los te krijgen uit de minuscule stekeltjes die zich hadden genesteld op de heerlijk ruikende rozenstengels.
Iets in het bos leek haar te roepen, iets dat stil was, iets de sluw en gemeen was. Iets dat net als haar was. Tussen de struiken verdween een dikke, harige rode staart met een witte punt aan het einde. Stil en voorzichtig volgde Magnolia het dier wat verdacht op een vos leek.
Eerst leek ze niet te twijfelen, maar ergens had ze toch het gevoel dat het noch een vos noch een wolf was. Zonder angst voor de prikkende stekels van de dikke struik pakte ze de bladeren beet en trok de plant met één ruk uit de bosgrond.
Erachter schuilde een dier wat Manenwolf werd genoemd, het was het meest verwant aan de vos maar werd toch wolf genoemd. Waarschijnlijk vanwege zijn opmerkelijk- al was het meer onwezenlijk- lange stelten waar hij met gemak snel op kon rennen.
De vos liet geen greintje van angst zien, noch een greintje van verbazing. Slim dier, ze mocht het nu al.
‘Zeg eens dier, wat is je naam en wat doe je hier? Voor zover mij was verteld kwam jou interessante soort alleen in Pampa’s in Zuid-Amerika.’ Magnolia fronste even.
Ze was een slim dier, al was al die mooie wijsheid- oh, wat hield ze van wijsheid, ze was een echte filosoof- doorgegeven door de ouderen van haar stam.
In haar hoofd lachte ze even cynisch, ze haatte om te veel na te denken, maar ergens vond ze ook zo nu en dan niet heel erg. Vreemd was ze wel, dat kon je inderdaad makkelijk zeggen van haar.
De vos kwam langzaam overeind en strekte zijn lange poten en fragile rug even rustig uit, na dat lachte hij even.
‘Dan is je dat zeker verkeerd verteld, ik kom inderdaad op de Pampa’s voor, maar ook in droge bossen. Dus, dit was nog een aardig goede keuze, als zeg ik het zelf.
Maar dat geheel terzijde, mijn naam is Zorro en ik kom uit het Spaanstalige deel van Zuid-Amerika. Ik ben hier omdat het grootste deel van mijn familie is uitgeroeid.
Ik moest weg daar, anders was ik zelf ook dood geweest.’
Het laatste zei hij met een verdrietige ondertoon, en Magnolia snapte dat erg goed. Je familie mag misschien niet altijd de beste zijn, maar het is toch echt wel je familie!
Het was nu Zorro die Magnolia een vraag stelde, en de merrie luisterde geïnteresseerd. ‘Tot nu zag ik alle paarden zich vol vreten met die prachtige, groene, verse gras. Waarom eet jij daar niks van, zo lang het nog kan?’ Zorro keek nieuwsgierig naar de blozend- roze gekleurde ogen van de jonge merrie.
Daar hoefde Magnolia zeker niet lang over na te denken, en ze antwoorde met een brede grimas op haar zachte lippen; ‘Acht, Ik eet net zo min gras als dat ik leven kan zonder de lucht. Ik eet vlees mijn vriend, en niet zomaar vlees. Paardenvlees.’ Haar grimas was niet weg te vegen maar, de jonge vos-wolf- hond dinges leek half niet zo verbaasd te zijn als alle paarden die dat tot nu toe had verteld.
‘Niet verbaasd?’ Vroeg Magnolia met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Ik vind het altijd zo leuk als mensen verbaasd zijn, wil je dat niet even voor me doen?’
Kort lachte Magnolia, en de vos-wolf- hond dinges lachte met haar mee. Ze mocht Zorro wel, hij was net als haar. Vreemd, eigenaardig, en alle synoniemen die daar voor te vinden waren.
Zonder ook maar even na te denken of Zorro haar volgen zou stapte Magnolia verder het bos in. Opnieuw moest ze bomen, takken en struiken ontwijken om geen stekels in haar vacht te krijgen.
Opnieuw voelde ze dat gevoel als iemand dichtbij was, het gevoel liet haar niet sneller of langzamer stappen, draven of galopperen maar het was gewoon een alarmbelletje dat haar zeer handig van pas kwam.
Heel ontspannen en rustig draafde Zorro achter Magnolia aan en diep binnen in zich was ze daar blij mee. Hoe badass je ook was, een badass vriend was altijd leuk.
Ik eet net zo min gras als dat ik leven kan zonder lucht
OOC;
Navayo& En van mij betreft wie het maar wil ^^