Een bruin veulen baande zich in een rustige draf een weg tussen de sombere naaldbomen door. De kleine bruine oortjes draaiden rustig rond om elk geluid uit de omgeving op te kunnen vangen. Xeiró had geen zin verrast te worden door een paard, goed of slecht gezind.
Het bruine veulen wilde deze beslissing alleen kunnen maken, in alle rust, zonder dat er op hem neer werd gekeken of een Sparkle een gesprek met hem aan zou proberen te knopen. Het waren toch wel Sparkles? Het hengstenveulen bleef een moment staan om na te kunnen denken. Ja, als hij juist geïnformeerd was, heette de goede kudde hier in DreamHorses Quiet Sparkle, en werden de leden Sparkles genoemd. Niet een kudde waar hij iets mee wilde beginnen. Nee, dan de Horcrux. De slechte kudde hier in DreamHorses. Daar wilde hij dan wel weer iets mee beginnen.
Een zucht verliet de lippen van het bruine geval. Als ze maar veulens aannamen... Straks riep hij voor de Horcrux, kwam de alpha, die, als hij het zich goed herinnerde Aaliyah heette, en keurde ze hem af omdat hij nog een veulen was. Werd er tegen hem gezegd dat hij een jaar later wel terug kon komen. Hoe vernederend zou dat zijn. Nee, dat zou het hengstje zichzelf niet vergeven.
Een zwakke stem ergens achterin zijn hoofd liet hem weer halt houden en alles eens goed overdenken. Moest hij het wel doen? In zijn eentje had Xeiró al genoeg overleefd. Hij had alleen rondgezworven, een paar maanden lang. Nu nog steeds trouwens. Hij zuchtte diep. Zijn ouders hadden hem een maand of vier bij zich gehouden en alles geleerd wat ze dachten dat hij nodig zou hebben. Daarna hadden ze hem achtergelaten, onder de beloften dat ze echt wel terug zouden komen. En toen waren ze eerst rustig weggedraafd, waarna ze ineens in een snelle galop vandoor waren gegaan. En het bruine hengstje had de twee nooit meer terug gezien. Hij wist niet eens de namen van zijn ouders meer. Alleen hoe ze eruit zagen. Maar daar dacht hij zo min mogelijk aan.
Het bruine hengstje dacht weer terug aan de beslissing die hij moest gaan maken, en zette zich weer in beweging. Hij begon weer in een rustige draf tussen de smalle stammen door te zigzaggen. Alleen leven had hem goed gedaan, had hem veel geleerd. Hij was op zichzelf aangewezen geweest en had zo veel geleerd. Maar, in tegenstelling tot alleen leven, kon hij in een kudde leren vechten, zichzelf en anderen verdedigen, en, belangrijker nog, anderen ombrengen. Ja, het zou hem voldoening schenken om met zijn verworven vaardigheden vijanden uit te schakelen, mochten ze in een oorlog terecht komen.
Een enigzins sluwe grijns vormde zich om zijn lippen. Zijn beslissing was gemaakt. Hij zou roepen, absoluut. Een last viel van zijn schouders nu hij die beslissing genomen had. De kleine hengst draafde rustig de berg op, tot hij een grotere plek had gevonden dan het pad waar hij over heen draafde. Xeiró bleef staan, en nam een rustige houding aan. De hengst haalde diep adem. Een heldere hinnik verliet zijn keel en weergalmde tegen de rotswanden.
[& Aaliyah]
Het bruine veulen wilde deze beslissing alleen kunnen maken, in alle rust, zonder dat er op hem neer werd gekeken of een Sparkle een gesprek met hem aan zou proberen te knopen. Het waren toch wel Sparkles? Het hengstenveulen bleef een moment staan om na te kunnen denken. Ja, als hij juist geïnformeerd was, heette de goede kudde hier in DreamHorses Quiet Sparkle, en werden de leden Sparkles genoemd. Niet een kudde waar hij iets mee wilde beginnen. Nee, dan de Horcrux. De slechte kudde hier in DreamHorses. Daar wilde hij dan wel weer iets mee beginnen.
Een zucht verliet de lippen van het bruine geval. Als ze maar veulens aannamen... Straks riep hij voor de Horcrux, kwam de alpha, die, als hij het zich goed herinnerde Aaliyah heette, en keurde ze hem af omdat hij nog een veulen was. Werd er tegen hem gezegd dat hij een jaar later wel terug kon komen. Hoe vernederend zou dat zijn. Nee, dat zou het hengstje zichzelf niet vergeven.
Een zwakke stem ergens achterin zijn hoofd liet hem weer halt houden en alles eens goed overdenken. Moest hij het wel doen? In zijn eentje had Xeiró al genoeg overleefd. Hij had alleen rondgezworven, een paar maanden lang. Nu nog steeds trouwens. Hij zuchtte diep. Zijn ouders hadden hem een maand of vier bij zich gehouden en alles geleerd wat ze dachten dat hij nodig zou hebben. Daarna hadden ze hem achtergelaten, onder de beloften dat ze echt wel terug zouden komen. En toen waren ze eerst rustig weggedraafd, waarna ze ineens in een snelle galop vandoor waren gegaan. En het bruine hengstje had de twee nooit meer terug gezien. Hij wist niet eens de namen van zijn ouders meer. Alleen hoe ze eruit zagen. Maar daar dacht hij zo min mogelijk aan.
Het bruine hengstje dacht weer terug aan de beslissing die hij moest gaan maken, en zette zich weer in beweging. Hij begon weer in een rustige draf tussen de smalle stammen door te zigzaggen. Alleen leven had hem goed gedaan, had hem veel geleerd. Hij was op zichzelf aangewezen geweest en had zo veel geleerd. Maar, in tegenstelling tot alleen leven, kon hij in een kudde leren vechten, zichzelf en anderen verdedigen, en, belangrijker nog, anderen ombrengen. Ja, het zou hem voldoening schenken om met zijn verworven vaardigheden vijanden uit te schakelen, mochten ze in een oorlog terecht komen.
Een enigzins sluwe grijns vormde zich om zijn lippen. Zijn beslissing was gemaakt. Hij zou roepen, absoluut. Een last viel van zijn schouders nu hij die beslissing genomen had. De kleine hengst draafde rustig de berg op, tot hij een grotere plek had gevonden dan het pad waar hij over heen draafde. Xeiró bleef staan, en nam een rustige houding aan. De hengst haalde diep adem. Een heldere hinnik verliet zijn keel en weergalmde tegen de rotswanden.
[& Aaliyah]