'Thank you for nothing
Cause there's nothing left to lose
Thank you for feeding us years of lies
Thank you for the wars you left us to fight
Thank you for the world you ruined overnight
But we'll be fine
Yeah we'll be fine'
De kleine bruine hengst snoof de geuren om hem heen diep in, en had daar direct spijt van. De overheersende geur van bloemen bezorgde hem koppijn en had hem braakneigingen bezorgd als dat mogelijk was geweest. Laat het nou net zo zijn dat paarden niet konden braken. 'Thank you for nothing,' mompelde het bruine geval, de uitspraak gericht aan zijn verdwenen ouders. 'Cause there's nothing left to lose,' Kwam er kwaad achteraan. Waar had hij dit aan verdiend? Hij had toch braaf gedaan wat hem verteld werd? Blijkbaar was het niet genoeg geweest. Dat was het nooit.
Zou hij eigenlijk broers of zussen hebben? Xeiró had geen zin om er zijn hoofd over te breken. Goed mogelijk, zijn ouders zouden het vast als een taak hebben gezien om zo veel mogelijk sterke, jonge, slechte paarden voort te brengen om de wereld door hen over te laten nemen ofzo. Zou goed kunnen.
Met een zucht kwam de bijna-jaarling weer terug op aarde. Dit was niet de plek waar hij direct wilde zijn. Het stonk hier als de hel, en de felle kleuren deden pijn aan zijn ogen. Hij was deze kleuren niet gewend, hij verkoos de fletse en donkere kleuren van de meer koude en donkere plaatsen in DreamHorses. Binnenkort zat hij hopelijk in de Horcrux, als alles goed verliep. Een plan had hij niet, hij moest gewoon beter leren vechten, voor zichzelf opkomen en dat soort dingen. Dreigender kunnen klinken. Meer zijn echte 'ik' naar buiten halen, de donkere 'ik', niet de vrolijk-maar-serieuze 'ik' die hij nu leek te zijn. 'But we'll be fine,' mompelde hij op een donkere toon. Ja, hij kon zichzelf wel redden en dat was niet dankzij zijn ouders. Nee, alles behalve dat. Dat ze maar nooit terug zouden komen en zouden rotten in een bloemrijke hel.
Het bruine paardje snoof verontwaardigd bij de gedachten aan wat zijn ouders hem hadden aangedaan. Als hij ze ooit tegen zou komen zouden ze boeten. Maar zo ver was het nog niet, nóg niet. Maar hij keek reikhalzend uit naar het moment.
Een geur prikte in zijn neus, bleef daar hangen en drong alle andere geuren naar de achtergrond, waar hij heel blij mee was. Maar, het paard rook onbekend en de hengst bleef met een ruk stilstaan. Daar, in de bloemen, te ver om hem of haar goed te kunnen zien, stond een ander paard. Een veulen nog, zo te zien.
- Sorry, flutje.
Thank You - MKTO
Cause there's nothing left to lose
Thank you for feeding us years of lies
Thank you for the wars you left us to fight
Thank you for the world you ruined overnight
But we'll be fine
Yeah we'll be fine'
De kleine bruine hengst snoof de geuren om hem heen diep in, en had daar direct spijt van. De overheersende geur van bloemen bezorgde hem koppijn en had hem braakneigingen bezorgd als dat mogelijk was geweest. Laat het nou net zo zijn dat paarden niet konden braken. 'Thank you for nothing,' mompelde het bruine geval, de uitspraak gericht aan zijn verdwenen ouders. 'Cause there's nothing left to lose,' Kwam er kwaad achteraan. Waar had hij dit aan verdiend? Hij had toch braaf gedaan wat hem verteld werd? Blijkbaar was het niet genoeg geweest. Dat was het nooit.
Zou hij eigenlijk broers of zussen hebben? Xeiró had geen zin om er zijn hoofd over te breken. Goed mogelijk, zijn ouders zouden het vast als een taak hebben gezien om zo veel mogelijk sterke, jonge, slechte paarden voort te brengen om de wereld door hen over te laten nemen ofzo. Zou goed kunnen.
Met een zucht kwam de bijna-jaarling weer terug op aarde. Dit was niet de plek waar hij direct wilde zijn. Het stonk hier als de hel, en de felle kleuren deden pijn aan zijn ogen. Hij was deze kleuren niet gewend, hij verkoos de fletse en donkere kleuren van de meer koude en donkere plaatsen in DreamHorses. Binnenkort zat hij hopelijk in de Horcrux, als alles goed verliep. Een plan had hij niet, hij moest gewoon beter leren vechten, voor zichzelf opkomen en dat soort dingen. Dreigender kunnen klinken. Meer zijn echte 'ik' naar buiten halen, de donkere 'ik', niet de vrolijk-maar-serieuze 'ik' die hij nu leek te zijn. 'But we'll be fine,' mompelde hij op een donkere toon. Ja, hij kon zichzelf wel redden en dat was niet dankzij zijn ouders. Nee, alles behalve dat. Dat ze maar nooit terug zouden komen en zouden rotten in een bloemrijke hel.
Het bruine paardje snoof verontwaardigd bij de gedachten aan wat zijn ouders hem hadden aangedaan. Als hij ze ooit tegen zou komen zouden ze boeten. Maar zo ver was het nog niet, nóg niet. Maar hij keek reikhalzend uit naar het moment.
Een geur prikte in zijn neus, bleef daar hangen en drong alle andere geuren naar de achtergrond, waar hij heel blij mee was. Maar, het paard rook onbekend en de hengst bleef met een ruk stilstaan. Daar, in de bloemen, te ver om hem of haar goed te kunnen zien, stond een ander paard. Een veulen nog, zo te zien.
- Sorry, flutje.
Thank You - MKTO