Tough
Het ijs gaf geen krimp terwijl hij zijn zware gewicht erop zetten, zijn hoef stampte drie keer op het ijs, maar nog steeds gaf het geen krimp. `Hmm,' Hij vertrouwde het ijs voor geen meter, wist dat je door de sneeuw niet goed kon zien waar de zwakke punten van het ijs waren en dat de zware sneeuw het gewicht voor het ijs alleen maar erger maakte en hij was vreselijk chagrijnig geworden door de snijdende kou. Hij wist ook dat het hier altijd beneden het nul punt was en dat het ijs misschien wel meters dik was. Nog steeds was dit argument niet groot genoeg voor hem om het ijs op te lopen. Maar hij moest wel, het was de makkelijkste manier om bij de drakenbergen te komen en dat was precies waar hij heen wou. De ijskoude wind speelde met zijn korte manen, die drie kleuren leken te hebben; bruin, wit en zwart. Hij kneep zijn zwarte ogen dicht en waagde zich toch maar op het meer. De kleur in zijn ogen was niet diep of mooi, hij was eerlijk gezegd behoorlijk oppervlakkig en hij kon niet veel met zijn ogen, hij kon ze niet vriendelijk maken of warm, ze waren hard, altijd geweest, altijd gebleven. Maar de oppervlakkigheid in zijn ogen en in zijn houding had ook wel wat, de harde iet wat uitdagende houding had al veel merries getrokken en hij speelde met hun. Hij liet ze niet meteen vallen, hij gaf ze de kans om van hem te houden, om hem te willen en dan liet hij ze keihard vallen. Het gaf hem plezier, het maakte hem voldaan, hij kon niet lang zonder; het maakte hem gek. Als hij eenmaal begon was hij niet meer tegen te houden, hij had een eeuwig durende lust, naar macht, naar verdriet, naar pijn. Hij leefde van de pijn van andere, teerde erop. Hij kon niet veel doen aan zijn houding, maar zijn karakter kon hij gemakkelijk bewerken, hier wat bochten, daar wat bochten en voìla, de macho stond weer voor je klaar. Een grimmige glimlach sierde zijn gezicht.
Hij had aparte kleuren die zijn lichaam prachtig sierde. Zijn gezicht was wat donkerder en over zijn neus tot tussen zijn ogen was het donkerbruin gekleurd. Voor de rest had hij meer een fjordenkleur met een donkere tint. Hij was een prachtige Konik om te zien en reken maar dat hij er gebruik van maakte, maar nu niet, hij verwachtte niet om iemand tegen te komen in dit ijskoude gebied waar je speelde met je eigen leven. Hij hoefde ook niemand tegen te komen, hij was vooral op weg naar de drakenbergen om daar samen te komen met de groep. Hij noemde het graag zo, het klonk duister en onheilspellend; het klonk perfect. Het bevond zich ergens in de drakenbergen, hij wist niet precies waar, maar hij wist wel dat hij het zou vinden, hoe dan ook en hoe lang het ook zou duren.
Het plan was simpelweg briljant, perfect en geweldig. Alsof het voor hem gemaakt was. Hij hoefde niet te waken, nachten wakker te zijn om paarden in de gaten te houden, hij was nog steeds vrij om te gaan en te staan waar hij wou, maar toch maakte hij er deel van uit. Het enigste wat hij moest doen was merries mee lokken, ze verleiden, toevallig zijn spelletje. Hij had zijn hobby zijn werk gemaakt, als het ware. Hij hoefde niet veel bijzonders te doen, gewoon zijn behoeftes vervullen. Het was niet zo ingewikkeld, het hele plan was niet ingewikkeld, duidelijk gemaakt door primitieve hengsten die gewoon hun instincten volgden en hun slachtoffers waren slimme, moderne merries met gevoelens en die niet bepaald hun instincten achtervolgde. Het omschreef perfect bijna heel Tough's karakter. Dus als hij nou heel toevallig een merrie zou tegen komen, `Dan is ze van mij,' mompelde hij zachtjes. Hij schudde zijn hoofd en hals waardoor zijn voorpluk voor zijn linkeroog viel zijn manen iet wat warrig aan twee kanten vielen. Zijn staart sloeg een paar keer heen en weer en zijn rechteroog twinkelde uitdagend.
ooc;
7. Voldaan
Voor Chaitanya
Voor Chaitanya